Rijksmonumentaal Waterloopbos: speeltuin voor ingenieurs
De grote waterbouwkundige werken die door Nederlandse ingenieurs zijn bedacht in de tweede helft van de 20e eeuw, werden eerst uitvoerig op schaal getest in het Voorsterbos bij Marknesse. Dit ‘Waterloopbos’ is in 2012 genomineerd voor de rijksmonumentale status. Boswachter Norbert Kwint is nauw betrokken bij het beheer ervan.
Het Waterloopkundig Laboratorium in Delft vond in 1954 in de Noordoostpolder de ruimte om modellen te bouwen, waarmee waterstaatkundige werken doorgerekend en getest konden worden. Eerst werden vooral Nederlandse situaties uitgetest, maar al gauw werden ook exotischer locaties als Lagos en Bangkok op schaal nagebouwd.
Norbert Kwint: ‘Natuurmonumenten is sinds 2002 eigenaar van het Voorsterbos, ik ben hier boswachter sinds 2009. In 2004 was ik hier al eens, maar toen waren alle modellen nog verstopt onder het groen. De bomen groeiden dwars door de modellen heen. De modellen waren al een jaar of dertig niet meer in gebruik, omdat ingenieurs steeds vaker met computermodellen de berekeningen konden uitvoeren, die ze vroeger maakten op basis van de schaalproeven die ze hier deden. De eerste jaren is Natuurmonumenten vooral bezig geweest met opruimen. Het was hier ronduit onveilig, met gammele bruggetjes en gebouwtjes, dus we konden het gebied niet openstellen voor het publiek. Dat kan pas sinds 2005.’
De bomen groeiden dwars door de modellen heen.
We hebben hier iets heel unieks
‘Je vindt hier 33 locaties waar ingenieurs vanaf 1954 onderzoek konden doen. Het was hier een ‘speeltuin’ voor ingenieurs. Tien plaatsen hebben we inmiddels weer onder het groen vandaan weten te halen.
In de loop der jaren groeide het besef, bij ons en bij anderen, dat we hier iets heel unieks hebben.
Inmiddels heeft het Waterloopbos bijna de rijksmonumentale status. Met allerlei betrokkenen, van de Rijksdienst van het Cultureel Erfgoed tot gemeente, provincie en waterschap, kijken we hoe we hoe we het best kunnen omgaan met de modellen en met het natuurgebied er omheen.’
Niet voor de eeuwigheid
‘De modellen werden niet voor de eeuwigheid gebouwd, maar voor de duur van een onderzoek. Dat zie je bijvoorbeeld aan het cement wat gebruikt was: dat was goedkoop. Dat plaatst ons nu wel voor dilemma’s. Want hoe bewaar je iets, wat niet bedoeld was om te bewaren? Dat brengt ons op de vraag: als we onderdelen restaureren, doen we dat dan op de manier waarop het ooit gebouwd was? Een voorbeeld: een betonvloer bestond uit een paar centimeter beton. Op de vruchtbare bodem van de Zuiderzee zijn de bomen daar zo weer doorheen. Dus als wij duurzaam willen restaureren, dan zullen we een veel dikkere vloer moeten storten. We moeten balanceren tussen historisch herstel en duurzaam toekomstig beheer.’
Hoe bewaar je iets, wat niet bedoeld was om te bewaren?
Beleefbaar maken
‘Naast de keuzes die we maken rondom het behoud van de modellen, moeten we ook nadenken over de verdere ontwikkelingen in het gebied. We moeten meer mensen verleiden om hier te komen. Nu zijn het nog vooral wandelaars en natuurliefhebbers, die dit gebied weten te vinden.
We moeten meer mensen verleiden om hier te komen.
We opereren in een niche. Maar voor het behoud van natuur en monumenten is het steeds belangrijker dat je zorgt dat het ‘beleefbaar’ wordt voor steeds meer mensen. Daarom is het goed dat we sinds kort ook de Deltagoot in eigendom hebben. Dat is een waterloop van 200 meter lang, die tot voor kort nog gebruikt werd voor onderzoek. Voor gezinnen met kinderen zien we daar, in combinatie met een ontdekkingspad, veel mogelijkheden. ’
Een combinatie van natuur en techniek
‘Mijn persoonlijke favoriet is het model van de haven van IJmuiden. Ik ben een vogelmannetje en de pier van IJmuiden is voor vogelaars iconisch. Op de punt van de pier bevind je je twee kilometer in zee en daar kan je dus veel vogels waarnemen. Ik blijf me verwonderen over het feit dat grote waterwerken in Nederland, en daarbuiten, hier in dit bos zijn uitgedacht! En het stromende water hier maakt het ook nog eens aantrekkelijk voor ijsvogels en de grote gele kwikstaart De bezoekers die hier komen voor de technische modellen, zijn verrast door het mooie bos, de meest fervente betonliefhebber ontdooit hier. De combinatie van natuur en techniek is echt een kernwaarde van het Waterloopbos.’
Grote waterwerken in Nederland, en daarbuiten, hier in dit bos zijn uitgedacht!
Flevoland heeft als jongste provincie van Nederland verrassend veel erfgoed binnen haar grenzen. De archeologische vondsten behoren tot de oudste van Nederland. Oude havens en de kustlijn vragen om bescherming, evenals de gebouwen uit de periode van de wederopbouw. De provincie wil haar monumenten beschermen, behouden èn beleefbaar maken, door onder andere verbindingen te leggen met toerisme en recreatie, natuur en cultuureducatie. Bij een rijksmonument als het Waterloopbos heeft de provincie nadrukkelijk gekeken naar hoe natuur- en erfgoedbeleid elkaar kunnen versterken. Voor beide beleidsvelden geldt dat het vergroten van beleefbaarheid belangrijk is, daarmee zorg je voor een toekomst voor dat wat bescherming nodig heeft. Verder heeft Natuurmonumenten samen met de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed geïnvesteerd in het vergroten van kennis over het Waterloopbos. Die kennis leverde het inzicht op dat het vanuit de geschiedenis van het Waterloopbos goed te verdedigen valt, dat een deel van de bouwwerken nu met rust gelaten kan worden en langzaamaan kan komen te vervallen.