Westerkerk. Driebeukige hallenkerk met aanbouwen, t.w.: doopkapel aan zuidwesthoek, portaal en librije zuidgevel, portaal noordzijde, portaal oostzijde, portaal westzijde, kerkhofomheining met toegangshek tussen pijlers. Inwendig: preekstoel 1568 met trap XVIII, klankbord en achterschot, doopbanken, koperen doopboog en voorzangerslezenaar, koorhek 1542; orgelkas 1547; banken 2 x 3-zit, plm 1600 met kuifstukken op de deurtjes, XVII A; idem XVIII; predikantenbank 1808; eenvoudige 18e eeuwse banken; deuromlijsting noordzijde; deuromlijsting westzijde; 14 rouwborden en begraversbord; wijzerplaat in de koorsluiting. Librije met inhoud; latrine in beschilderde kast. Kerkvoogdenkamer met betimmering en goudleer.