Volgens de jaartalankers uit 1662 daterend pand met verdieping, op rechthoekige plattegrond en onder met blauwe Hollandse pannen gedekt zadeldak tussen puntgevels met vlechtingen. De lange gevel aan de binnenplaats heeft een plint van natuursteenblokken en is voor het overige in schoon metselwerk opgetrokken. In deze gevel zitten vier vensters met 8-ruits schuiframen, een dichtgezet kloostervenster en twee deuren met bovenlichten, alle met hardstenen kozijnen, op de begane grond; op de verdieping ten dele dichtgezette, hardstenen kruis- en kloosterkozijnen; drie zolderlichten met hardstenen kozijnen; gevel afgesloten met uitkragende bakstenen lijst. De lange achtergevel is, op twee vierkante vensters met ronde ramen na, blind. Tegen de kopgevel aan de straatzijde een later aangebouwde winkel, die niet onder de bescherming valt. In de andere kopgevel op de verdieping een dichtgezet kloosterkozijn en een getoogd venster in de geveltop. Inwendig: op de verdieping een schouw met gietijzeren schoorsteenplaat; oude sporenkap in het midden ondersteund door een juk; balklagen niet zichtbaar.