Rechthoekig, gepleisterd blok van vier rug-aan-rug-woningen met verdiep onder met rode muldenpannen gedekt zadeldak, de lange gevels hebben een risalerende middenpartij met lage verdieping onder flauw hellend zadeldak, hebben door iets uitspringende lijsten omgeven muurvlakken en getoogde, aan de bovenzijde door uitspringende lijst omgeven vensters bij nr 198 ten dele en bij de nrs 1, 3 en 200 geheel met oorspronkelijke roedenverdeling; ter plaatse van de voormalige stalletjes tegen de korte gevels een gepleisterde, iets lagere aanbouw onder met rode opn. verb. Hollandse pannen gedekt zadeldak, met aan de voorzijde een halfrond gesloten deur met aan weerszijden een venstertje en met in de zijgevels getoogde vensters met ten dele oorspronkelijke roedenverdeling.

De woningen, gelegen te midden van de afzonderlijke, door afscheiding omgrensde erven, zijn een deel van de in 1905-1906 door de Oranje Nassau Mijnen gebouwde mijnwerkerskolonie "Leenhof I", die door aanleg, architectuur, gelijk kleur- en materiaalgebruik een eenheid vormt en die een der gaafste en voor Nederland vrij zeldzame voorbeelden is van de op de internationale, 19e eeuwse (XIX B) traditie gebaseerde arbeiderswoningbouw door industrielen.