Hoofdstation N.S.. In 1863 gebouwd als Staatsspoorstation Klasse I. Het geheel witgepleisterde gebouw bestaat uit een twee bouwlagen hoog middendeel onder zadeldak, aan de voorzijde (met tympaan) ingedeeld in 9 vensterassen en aan de perronzijde 10-assig. Aan weerszijden vleugels onder lage schilddaken, even diep als het middenstuk. Oorspronkelijk hadden deze vleugels 5 openingen aan de voorzijde, in later stadium is daar een bijgekomen. Deze delen hadden aan de voorzijde balustrades. Aan de perronzijde hebben deze vleugels 7 traveeën. Op de zijvleugels sluiten nog eens bijna even lange vleugels aan, echter ondieper (terugspringend aan de voorzijde) en oorspronkelijk vlak gedekt (later een vlak schilddak). De uiterst rechter vleugel is later naar voren toe, tot aan de rooilijn, uitgebreid. Beide uiterste vleugels hadden aan de voorzijde vier (later 6) openingen en aan de perronzijde 6 traveeen. Aan de voorzijde heeft alleen het gedeelte onder het tympaan pilasters, aan de perronzijde is de begane grond over de hele breedte (36 traveeen) door pilasters met rondbogen geleed. De ijzeren overkapping over drie sporen, een van de eerste sikkelspanten in Nederland, met raamwerkliggers en gietijzeren kolommen, is in 1991 gesloopt.