Huis Rhijngeest, Oegstgeest
HOOFDGEBOUW. Witgepleisterd onderkelderd hoofdgebouw, bestaande uit een twee verdiepingen hoog rechthoekig middenblok onder met zwartgeglazuurde pannen gedekt schilddak met ruim overstek en twee lage zijvleugels met kwartcirkelvormige begrenzing aan de voor (oost-)zijde. Op de nokeinden van het schilddak een klokketorentje met pyramidevormige kap met ingezwenkte vlakken; het oostelijke torentje wordt bekroond door een ijzeren windvaan met vergulde vlag; in de westelijke klokketoren een luidbel met de inscriptie: Erven Alewijn Crombosch 1766.
Aan de westzijde van het huis zijn indeling en muurwerk van het oudere uit ca. 1720 daterende huis Overgeest nog deels bewaard.
Het huidige huis Rhijngeest is omstreeks 1840 in de toen nog vrij moderne 'Indische'-stijl opgetrokken, waarvan de tot aan de grond toe reikende en beglaasde en van luiken voorziene terras- en balkon-deuren op de beganegrond en eerste verdieping, het schilddak met ruim overstek, dat het onderliggende balkon deels tegen zon en regen beschut, en het ruime aan drie zijden van het hoofdgebouw omgaande balkon, typerende eigenschappen zijn.
Het balkon is voor het grootste deel op de zijvleugels gesitueerd en is van een houten balustrade voorzien, die bestaat uit brede rechthoekige vakken met balustervormige spijlen, afgewisseld met een smal vak, waarin een decoratieve vergulde gietijzeren balustervormige spijl.
Aan de voorzijde wordt het balkon door vier gietijzeren zuilen gestut, samengesteld uit enkele ronde banden waarin tien slanke gietijzeren spijlen; naast een dragende functie hebben deze zuilen, die met het balkon de voorgevel van een galerij voorzien, de functie van treillage.
Voor(oost-)gevel: vier tot de grond toe beglaasde van luiken voorziene terrasdeuren met vijftien-ruitsindeling door slanke roeden, met aan weerszijden een via een kwart-rondboog vooruitspringende een de noord- en zuidgevel omgaande zijvleugel, met aan de voorzijde een vensterkozijn met twee vensters met drie-ruitsindeling en centraal gelegen een schuifvenster met zes-ruitsindeling. Op de eerste verdieping aan deze zijde vier identieke deuren met luiken.
Noordgevel: centraal en terugliggend in de gevel een geheel beglaasde ingangspartij, bestaande uit een tot de grond toe reikend door roeden geleed raamwerk, die de glasruiten vierkant omlijsten, met centraal gelegen een tot de grond toe beglaasde dubbele deur met zes-ruitsindeling. Momenteel is ter hoogte van de loodlijn van de noordgevel een beglaasd raamwerk met dubbele beglaasde deur uit ca. 1900 aanwezig (wordt bij de thans in uitvoering zijnde restauratie verwijderd). Links van de ingangspartij een schuifvenster met zes-ruitsindeling met luiken; rechts twee schuifvensters met zes-ruitsindeling met luiken. Op de eerste verdieping haaks en centraal op het middenblok gesitueerd een uitbouw onder zadeldak met drie tot de grond toe beglaasde dubbele deuren met zes-ruitsindeling en in de topgevel een roosvenster met gietijzeren veelpasbogige roedenverdeling. Links in het middenblok een venster (nieuw) met luiken en rechts drie schuifvensters met zes-ruitsindeling.
Zuidgevel: centraal gelegen de vijfzijdige "wintertuin" onder schilddak met zeszijdig omgaande dakschilden. De geprofileerde houten daklijst wordt geschraagd door vier aan de galerij langs de voorgevel identieke ijzeren zuilen, die in de gevel van de "wintertuin" ter hoogte van de vier voorste hoeken zijn geplaatst. Aan de binnenzijde van de "wintertuin" zijn deze zuilen naderhand dichtgepleisterd, maar de oorspronkelijke glasruiten, die deze zuilen verticaal doorsnijden, zijn nog aanwezig. Deze combinatie van oorspronkelijk begroeide gietijzeren zuilen, waarin glasruiten, bracht een suggestieve relativering van de scheiding van de binnenruimte van de "wintertuin" en de aangrenzende tuinaanleg buiten teweeg. Aan de zuidelijke gevel van de "wintertuin" tot de grond toe beglaasde dubbele deuren met acht-ruitsindeling. Links van de "wintertuin" twee dubbele tot de grond toe beglaasde vier-ruitsdeuren met enkel-ruits bovenlicht en luiken, en rechts een dubbele tot de grond toe beglaasde deur met zes-ruitsindeling en luiken. Voor laatstgenoemde deur een veranda onder half schilddak met centraal een tot de grond toe beglaasde deur met zes-ruitsindeling, die aan weerszijden, aan de bovenzijde en aan de zijkanten door een rechthoekig raamwerk met ruitvormige roedenverdeling wordt omgeven.
Op de eerste verdieping boven de "wintertuin" een openslaand venster met vier-ruitsindeling met aan weerszijden een twee-ruitsvenster en met een bovenlicht met twee diagonale roeden en een verticale roede. Rechts een dubbele deur met luiken als aan de voorgevel; links een dubbele tot de grond toe beglaasde deur met zes-ruitsindeling en rechts hiervan een venster met zes-ruitsindeling, beide met luiken.
Westgevel: iets links uit het centrum van het middenblok een ingangspartij, bestaande uit een deur met bovenlicht, aan weerszijden door houten pilasters geflankeerd en door een kroonlijst afgesloten; links een zes-ruits schuifvenster met luiken en rechts twee hieraan identieke vensters met luiken. Op de eerste verdieping drie zes-ruits schuifvensters. In de zijvleugels een schuifvenster met zes-ruitsindeling en luiken en aan de linkerzijde op kelder-niveau een dubbel venster met diefijzers.
Interieur: aan de noordzijde een rechthoekige entree met marmeren vloer met hardstenen bruin stermotief in het centrum, met aan weerszijden twee dubbele paneeldeuren. In de aan de zuidzijde van de entree gelegen corridor een ovale galerij op de eerste verdieping met houten balustervormige spijlen met identiek balustervormige stijlen, die tot het stuc-plafond reiken en aldaar in stuc van een geprofileerde lijst zijn voorzien.
In de keuken (noord-westzijde) tegen de oostwand een grote ijzeren ontluchtingskap uit ca. 1840.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
De oorsprong van Rhijngeest als historische BUITENPLAATS gaat terug tot in de eerste helft van de 18e eeuw, toen ter plaatse van een boerderij de buitenplaats Overgeest werd gesticht. Het huidige koetshuis van Rhijngeest dateert uit deze tijd, evenals de moestuinmuur ten zuiden van het huis; van het 18e-eeuwse huis zijn waarschijnlijk muurgedeelten aan de westzijde van het huidige huis bewaard gebleven.
Afgezien van de rechthoekige omgrenzing van de voormalige moestuin resteren van de 18e-eeuwse formele aanleg slechts enkele linden ten zuiden van het koetshuis annex koetsierswoning en paardestal en enkele linden ten oosten van het huis, die als solitairen in de parkaanleg in landschapsstijl zijn opgenomen.
Ten zuiden van de moestuin, grenzend aan de zuidzijde van de alhier gelegen sloot, bevindt zich een trekkas uit ca. 1800. De zuidoever van de genoemde sloot vormt aan deze zijde de grensmarkering van de historische buitenplaats, met uitzondering van de strook grond, waar de kas is geplaatst.
De buitenplaats verkreeg haar huidige naam aan het begin van de vorige eeuw toen Rhijngeest in het bezit kwam van de familie Gevers van Heteren. Omstreeks 1840 liet de toenmalige uit Nederlands-Indie teruggekeerde eigenaar Jhr A.L. Gevers van Heteren het huidige witgepleisterde huis bouwen in de in die tijd vrij moderne 'Indische stijl', met ruim overstekend schilddak - ter beschutting tegen zon en regen - en met tot het vloer-niveau reikende openslaande balkon- en terrasdeuren aan de noord-, zuid-, en oostzijde van het huis.
Aan de zuidzijde werd een nog geheel bestaande "wintertuin" gebouwd met gietijzeren opengewerkte zuilen in de hoeken. Deze zuilen, die ook aan een galerij aan de voor (oost-)zijde terugkomen hebben niet alleen een dragende functie maar dienden eveneens als treillage en worden in de "wintertuin" dwars doorsneden door glas, waardoor de begroeiing van de zuilen aan de buitenzijde van de "wintertuin" ook binnenin waarneembaar was; tegenwoordig zijn deze zuilen aan de binnenzijde van de "wintertuin" ten onrechte van een pleisterlaag voorzien.
Omstreeks deze tijd werd op Rhijngeest ook een ruime parkaanleg in landschapsstijl gerealiseerd. Aan de oostzijde van het huis werd een open ruimte geschapen met oprit in slingerend verloop, geflankeerd door enkele solitairen (linde, plataan, eik, beuk). Deze open ruimte wordt aan weerszijden door bos (eik, beuk) met heesterbeplanting (rhododendron) geflankeerd. Aan de zuidwest-, west- en noordwestzijde van het huis werd een ruime vijverpartij aangelegd met een door slingerpaden doorsneden bospartij met eik, beuk en rhododendron.
In de loop der tijd is de eigendomssituatie van Rhijngeest gesplitst geraakt en hebben diverse ontwikkelingen plaats gevonden, waarbij de historische aanleg aan haar randen is beschadigd door structurele wijzigingen. Ondanks deze ontwikkelingen en gesplitste eigendomssituatie vormt de tuin- en parkaanleg met zijn samenstellende onderdelen in historisch en compositorisch opzicht nog een geheel. Aan de noordzijde van de aanleg en ten noorden van het huis werden in ca. 1900 de voormalige Jelgersma-kliniek en een vrijstaande dienstwoning gebouwd met omringend erf, die voor de bescherming van de historische aanleg van ondergeschikte betekenis zijn. Ook de woningen met bijbehorende opstallen en hun omringende erven ten westen van het koetshuis, waar vroeger waarschijnlijk de tuinmanswoning was gesitueerd, zijn voor de bescherming van de historische buitenplaats Rhijngeest van ondergeschikt belang en worden niet als afzonderlijke monument-onderdelen hierbij betrokken. De diverse bruggen die over de armen van de vijverpartijen in landschapsstijl zijn gelegd zijn van vrij recente datum; ook deze elementen zijn voor de bescherming van de historische aanleg van ondergeschikte betekenis. Als onderdeel van de historische aanleg behoort het zeszijdige houten tuinprieel, dat omstreeks 1925 aan de Rhijngeesterstraatweg in de zuidoosthoek van het park werd geplaatst.
Als zodanig wordt de grens aan de noordzijde van de historische aanleg gevormd door de zuidelijke erfafscheiding van het kadastrale perceel Oegstgeest nr. B 1870. Het in het park gelegen tuinhuis ten zuiden van dit perceel behoort tot de Jelgersma-kliniek en is voor de aanleg van ondergeschikte betekenis. De grens van de historische aanleg volgt deze erfafscheiding in westelijke richting tot de oprit aan de rechter- en achterzijde van de Jelgersma-kliniek. Even ten zuiden van de voorgevel van deze kliniek, alwaar een groep van drie eiken (19e eeuw) en een beuk (19e eeuw), buigt de grens haaks in westelijke richting om tot aan de linker hoek van de voorgevel van de Jelgersma-kliniek, alwaar de grens haaks even in zuidelijke richting omgaat om wederom in een curve langs de zuidzijde van een geasfalteerd pad in westelijke richting af te buigen.
Aan de westzijde geeft de grenssloot van Rhijngeest, die in een curve in zuidwestelijke richting verloopt, de grens van de historische aanleg aan. Ten zuiden van deze sloot bevindt zich het parkbos van Rhijngeest, dat uit elzen-hakhout en loofhout bestaat. In dit bos bevindt zich een ruime 19e-eeuwse vijverpartij in landschapsstijl. Aan de westzijde van dit bos wordt de aanleg gemarkeerd door een strook weide- en bouwland, dat door rechte sloten in slagen is geleed en dat als gezicht vanuit de bospartij vanouds tot de aanleg van Rhijngeest behoort. Aan de westzijde wordt dit slagenlandschap door de erfafscheiding van de Rijksstraatweg gemarkeerd. Ongeveer halverwege de oostgrens van het kadastrale perceel Oegstgeest nr.B 3025 buigt de grens in oostelijke richting af en reikt tot de sloot, die vanouds het parkbos van Rhijngeest van het genoemde slagenlandschap scheidt. Hier vervolgt de grens van de historische aanleg het verloop van de genoemde sloot, die in enkele rechte hoeken en in een curve in zuidelijke, oostelijke en noordelijke richting verloopt en overgaat in de genoemde 19e-eeuwse vijverpartij in landschapsstijl.
Aan de oostzijde van de historische aanleg markeert de westzijde van de Rhijngeesterstraatweg, alwaar een enkele rij van 19e-eeuwse eiken, de historische aanleg.
De historische buitenplaats Rhijngeest is uit 6 onderdelen samengesteld.
De historische buitenplaats Rhijngeest is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang, vanwege:
- het hoofdgebouw, dat een vroeg en gaaf bewaard voorbeeld is van een 19e-eeuws huis in 'Indische stijl' en dat in het centrum van een historische tuin- en parkaanleg is gelegen;
- het 18e-eeuwse complex van het voormalige koetshuis annex koetsierswoning en paardestal, dat tot de oudste fase van de geschiedenis van de buitenplaats Rhijngeest behoort en een onlosmakelijk onderdeel van de historische buitenplaats vormt;
- de aanleg van het hoofdgebouw omringende park in landschapsstijl uit ca. 1840, met open ruimten met solitairen, bos- en vijverpartijen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
– | Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Rhijngeesterstraatweg | 9 | – | 2342 AN | Oegstgeest | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 3407 | – | Oegstgeest |