Inleiding

Villa, omstreeks 1898 gebouwd in opdracht van en als woning voor Livinius baron de Loë, door architect Joseph Buchkremer uit Aken. De villa is grotendeels door geboomte aan het oog onttrokken en markant gelegen schuin tegenover het kasteel Mheer, hoog aan de oostzijde van de Duivenstraat. Het rond het huis gelegen grondgebied is in de jaren '70 van de twintigste eeuw verkaveld en met bungalows bebouwd.

Omschrijving

De villa heeft een onregelmatige plattegrond en is opgetrokken in rode baksteen (staand verband, platvol gevoegd) op een breukstenen plint met gebruikmaking van mergel op de hoeken en blokken en banden in de gevelvlakken. Portiek uitgevoerd met afdak gesteund door korbeels, de portiekoverkapping rustend op een hardstenen kolom met voetstuk, geringde schacht en Maaslands kapiteel, houten lambrisering waarin een tandlijstje. In het gevelveld van de portiek een gevelsteen met het jaartal "1898" en het familiewapen van De Loë. In de binnenhoek van de voorgevel, rechts van de portiek en ter hoogte van de verdieping staat een beeldje op console en onder baldakijn. Dit beeldje toont de apostel Philippus die tussen de gevouwen handen en borst een kruis draagt: inscriptie "S. Philippe anno 1901 Protege Hanc Domum". Het vierkante bouwblok onder schilddak is aan de ingangszijde en aan de linkerzijde uitgebouwd en respectievelijk onder een zadeldak en schilddak gebracht die op de hoofdkap aansluiten. Overstekende en op geprofileerde korbelen steunende, kapconstructie. In alle gevels hardstenen vensters in de vorm van enkelvoudig ongedeelde, en gekoppelde twee-, drie- en vierlichtsvensters met vaste tussendorpel; de hardsteen is van een frijnslag voorzien. Het exterieur van de villa bevindt zich in vrijwel gave staat: slechts aan de zonzijde is een venster vergroot ten behoeve van dubbele openslaande deuren naar het (niet oorspronkelijke) terras. Het interieur bezit nagenoeg de originele indeling, materialen en detaillering, o.a. kelders met gemetselde troggewelfjes, plavuis- en tegelvloeren, oorspronkelijk plint- en regelwerk, een mergelstenen haardpartij - uitgevoerd met haardplaten waarop het wapen van de familie Curtius (Land van Luik) (begane grond) - kastenwanden met (schuif)deuren, balkenplafonds met moerbalken en geprofileerde kinderbinten, een brede eikenhouten bordestrap met geprofileerde trappalen en platte, perspectivische ajour-balusters, geprofileerde paneeldeuren, smeedijzeren hang- en sluitwerk. De lambrisering in de gang bestaat uit uit het pand afkomstige daartoe verzaagde en vertimmerde binnenluiken.

Waardering

De villa is van algemeen architectuurhistorisch belang omdat de evenwichtige hoofdvormen en de oorspronkelijke inwendige ruimteschikking behouden zijn gebleven en deze, in combinatie met de hoge mate van ambachtelijkheid - bijvoorbeeld tot uitdrukking komend in het verzorgde metselwerk, het smeedijzeren beslag, behouwen natuursteen en de gepende houtverbindingen. De uitgewogen combinatie van bouwmaterialen als baksteen, mergelsteen en hardsteen is kenmerkend voor Zuid-Limburg en als zodanig van algemeen architectuurhistorisch belang. Stilistische verwantschap - in representativiteit, materiaalgebruik - met de architectuur van het nabijgelegen kasteel Mheer ondersteunt de oorspronkelijke functionele betrokkenheid tussen villa en kasteel waarbij wordt aangetekend dat de ruimtelijke relatie tussen beide objecten als gevolg van verkaveling, nieuwbouw en wegverlegging in historisch geografisch opzicht enigszins te lijden heeft gehad. Overeenkomsten met de gehanteerde Engelse landhuisstijl verlenen aan de villa een opmerkelijk nader stilistisch belang. Binnen deze ruimtelijke context fungeert de villa enerzijds als een historische enclave temidden van moderne bungalows, anderzijds als een markerende historische stapsteen waardoor de oorspronkelijke reikwijdte van het kasteel met zijn bezittingen wordt geschetst en de historische belevingswaarde van en tussen beide monumenten tot uitdrukking gebracht.