Omschrijving

Twee bouwlagen hoge PRAKTIJKWONING met achterhuis en aankapping aan de linkerzijde. De gevels zijn gepleisterd en hebben een iets uitspringend trasraam van donkere baksteen met daarboven een band van rode baksteen tot de onderdorpels van de vensters. Rode bakstenen gevelbanden sieren de gevels. Het wolfdak, gedekt met een zwart geglazuurde Friese golfpan, heeft op de nokeinden een zinken piron en wordt omlijst door een houten goot op klossen en strakke windveren. Een fries van houten latjes siert de topgevel aan de voorzijde. Eronder staat in zwierige letters "Reddinckhof" geschilderd. De vensters zijn verticaal gericht met in de bovenlichten een roedeverdeling, onder een segmentboog van rode baksteen met een trommel gevuld met tegelmozaïek. De voorzijde (zuidwest) heeft vier vensters, waarvan twee op de verdieping. Verder aan de voorzijde een erker, een ingebouwde serre en een loggia. De driezijdige erker bevindt zich op de eerste bouwlaag onder een plat dak met goot op klossen en heeft aan elke zijde een venster met bovenlicht, terwijl die in het midden ook twee zijlichten heeft; boven de vensters een segmentboog en trommel met tegelmozaïek. De ingebouwde serre is dichtgezet met openslaande glasdeuren geflankeerd door twee zijlichten onder bovenlichten die een zweepslag vormen; onderin de ramen van deuren en zijlichten een roedenverdeling. Boven de bovenlichten bevindt zich een segmentboog met een trommel gevuld met tegelmozaïek. Op de verdieping boven de serre is een loggia uitgespaard onder een segmentboog van rode baksteen. De loggia heeft een houten latjesplafond en wordt afgesloten door een houten hek met platte decoratieve spijlen. De loggia is bereikbaar via openslaande glasdeuren met zij- en bovenlichten met roedeverdeling en geel glas onder een segmentboog.

In de eerste krimp is een H-venster geplaatst onder een gepleisterde latei en segmentboog met tegelmozaïek. Aan de noordwestzijde van het pand eveneens een H-venster en de hoofdentree. Deze bestaat uit een houten deur met kijkgat, een houten luifel, gedragen door een ijzeren stang met krulmotief aan de uiteinden, met daarboven een bovenlicht onder een segmentboog met trommel gevuld met tegelmozaïek. Voor de deur een twee treden hoge stoep van donkere klinkers met bovenin rood met gele tegels. De stoep wordt van de tuin gescheiden door een gemetseld muurtje met bloembak. Rechts van de entree bevindt zich in het trasraam een gevelsteen waarop de namen van de kinderen en het bouwjaar staan: TIDDO-ZUS 1906. In het dakvlak erboven een hoge gemetselde schoorsteen en een houten dakkapel met drieruits venster onder een lessenaarsdak. De noordoostgevel heeft twee H-vensters en een rond, ijzeren ventilatierooster op de verdieping. In de zuidoostgevel bevinden zich een openslaand venster en op de verdieping twee zesruits schuifvensters met een rond ijzeren ventilatierooster er tussenin. Er boven, in het dakvlak, prijkt een kleine houten dakkapel onder een zadeldak met windveren.

Achter het huis is een twee bouwlagen hoog ACHTERHUIS gebouwd met aankapping aan noordwestzijde. De gevels zijn gepleisterd op een trasraam van donkere baksteen. De achtergevel heeft rode bakstenen gevelbanden. Het zadeldak is gedekt met een zwarte Friese golfpan, heeft een goot op houten klampen en strakke windveren. In de zuidoostgevel bevinden zich een dubbel tweeruitsvenster onder één segmentboog, een piepklein venster onder een rollaag en een zesruits schuifvenster op de verdieping. De noordoostzijde heeft een deur onder een rollaag met bakstenen stoep ervoor, twee rondboogvensters met roedenverdeling, een verzonken keldervenster met ijzeren afdekrooster en op de verdieping twee zesruits schuifvensters met twee ronde ventilatieroosters ertussen en een tweeruits venster onder een rollaag in de top. De aankapping heeft aan de noordoostzijde twee (vernieuwde) vensters, een verzonken keldervenster met ijzeren afdekrooster, een groot venster (niet origineel) en bovenin een negenruits venster. De vensters op de verdieping hebben alle een segmentboog van rode baksteen met een trommel gevuld met tegelmozaïek. In de noordwestzijde van de aankapping een groot venster (niet origineel).

In het INTERIEUR zijn onder meer van belang: in de hal: de marmeren vloer, het houten, geometrisch opgebouwde lattenplafond, de houten trap met aan een zijde opengewerkt schotwerk, die uitkomt op een houten omloop met leuning met opengewerkte, platte houten spijlen, en de paneeldeuren die uitkomen op de hal en de omloop; op zolder: de houten kapconstructie met gebogen spanten.

Waardering

Praktijkwoning van algemeen cultuur- en architectuurhistorisch belang

- als opvallend voorbeeld van een praktijkwoning uit het begin van de 20ste eeuw

- vanwege de bijzondere vormgeving, vermengd met traditionele motieven

- vanwege de vrij hoge mate van gaafheid van het exterieur en delen van het interieur

- vanwege de historische en functionele relatie met het erachter liggende koetshuis

- vanwege de historische betekenis voor het dorp

- vanwege de markante ligging in het dorp