Reformatorische Bijbelschool, Zeist

Inleiding

Internaat met conciergewoning, gebouwd in 1920 als Christelijk Internaat voor jongens t.b.v. het aan de Lindenlaan te Zeist gelegen Christelijk Lyceum, naar ontwerp van architect G. van Hoogevest. In 1933 is het internaat uitgebreid met een direkteurswoning, die reeds in het oorspronkelijke ontwerp was voorzien, waardoor het gebouw een symmetrische opzet heeft gekregen. De oorspronkelijke hoofdfunctie van het gebouw is, met uitzondering van de bestemming van de diverse ruimten, nooit verloren gegaan. Bovendien verkeert het gebouw zowel inwendig als uitwendig in bijna geheel originele staat. Het internaat is opgetrokken in een traditionele bouwstijl met zowel in het exterieur als het interieur een rijke decoratie in de trant van de Amsterdamse School. De decoratie bestaat onder andere uit baksteenmetselwerk, terra-cotta sculpturen, ornamenten en tegelwerk, allen vervaardigd door W.C. Brouwer uit Leiderdorp.

Omschrijving

Evenwijdig aan de weg gelegen INTERNAAT van twee bouwlagen op samengestelde plattegrond onder een samengesteld overstekend aangekapt schilddak, dat gedekt is met gesmoorde Hollandse pannen. De dakschilden zijn op regelmatige afstand van elkaar doorbroken door dakkapellen. De nok van de middenpartij is hoger dan die van de vleugels en wordt bekroond door een achthoekige monumentale schoorsteenpartij met omloop.

Het pand kent een symmetrische hoofdopzet bestaande uit een middenpartij met vleugels, evenwijdig aan de Krakelingweg gelegen, waaraan aan de uiteinden woningen zijn gebouwd. Deze woningen zijn qua plattegrond en gevelopbouw verschillend.

De gevels zijn bijna overal symmetrisch ingedeeld en bevatten diverse typen vensters, allen met kozijnen met aan de bovenzijde doorlopende oren en vensters voorzien van glas-in-lood. Sommige vensters zijn voorzien van paneelluiken of persiennes.

De vooruitstekende middenpartij van de voorgevel of noordgevel is geleed door twee zich verjongende steunberen die onder de daklijst worden bekroond door terra-cotta sculpturen in de vorm van gestileerde hoofden. De steunberen zijn aan de onderzijde geflankeerd door plantenbakken die de drie treden hoge stoep naar de entree inklemmen. Deze hoofdentree bestaat uit stolpende houten deuren met vensters in een inpandig portiek dat is omgeven door een monumentale strekkenlaag van terra-cotta. De sluitsteen is voorzien van een gestileerde sculptuur, evenals de in terra-cotta uitgevoerde hoeken van het portiek. De vormgeving van de sluitsteen is nagenoeg identiek aan de gevelversiering van het gebouw `Cultura' in Den Haag (1921) van dezelfde W.C. Brouwer. Tussen de decoraties op de hoeken en de strekkenlaag bevindt zich een horizontale profiellijst. Ter weerszijden van het portiek bevinden zich twee kleine vensters. Dit geveldeel bevat voorts drielichtsvensters.

De zijgevels van het risalerende middendeel bevatten driezijdige erkers alsmede grote halvensters in gebrandschilderd glas-in-lood. De vleugels bevatten vierlichtsvensters alsmede risalerende bouwdelen onder steekkappen met kleine vensters.

De direkteurs- en conciergewoning verschillen van elkaar wat betreft de indeling van de plattegrond en de gevelopbouw. In de voorgevel van de conciërgewoning is een dichtgezette serre aan te treffen.

De achtergevel van het internaat is wat de hoofdvorm betreft conform de voorgvel, met uitzondering van de beide uiteinden die een risaliet bezitten. De risalieten worden beëindigd door balkons op vierkante bakstenen pijlers. De zijgevels van de risalieten bevatten erkers. De steunberen waartussen deze erkers zich bevinden worden bekroond door terra-cotta dierfiguren. Deze stellen korhoenders, pelikanen, eekhoorns en eenden voor. De achtergevel bevat voorts hoofdzakelijk kruisvensters op de begane grond en tweelichtsvensters op de verdieping. De indeling van het interieur is nog nagenoeg geheel in originele staat. De begane grond bestaat uit een tochthal, waarin een dubbel trappenhuis ligt. Twee deuren geven toegang tot de hall, van waaruit de erachter gelegen conversatiezaal maar ook de ernaast gelegen tweede conversatiezaal en biljartkamer kunnen worden bereikt. Vanuit het trappenhuis lopen twee gangen naar de ruimten aan het einde van de vleugels, waaronder zich aan de rechterzijde de eetzaal, de garderobe en de congiergewoning bevinden en aan de linkerzijde de direkteurswoning. De erboven gelegen verdiepingen bevatten de slaapvertrekken en douchevoorzieningen.

De bescherming van het interieur beperkt zich tot de begane grond.Op de begane grond zijn behalve de indeling de volgende elementen van belang. De gangen van de begane grond zijn voorzien van rood-zwarte tegelvloeren, de zalen bevatten de originele houten parketvloeren. De wanden in het entreeportaal, de hal en de gangen zijn betegeld met ongeglazuurde tegels met een welvend oppervlak (peulvrucht-motief). De entree wordt afgescheiden door klapdeuren met beslag in hout en chroom. In het trappenhuis zijn eveneens betegelde plantenbakken aangebracht. De trappen zijn van hout met dito spijlen en leuningen. Op de trappalen bevinden zich uit hout gebeeldhouwde aapjes van de hand van W.C. Brouwer. De grote halvensters zijn voorzien van gekleurd geometrisch glas-in-lood. De hall is geleed door natuurstenen Toskaanse zuilen en pilasters die met elkaar verbonden zijn door rondbogen. Aan de zijde van het trappenhuis is in de hal een in kleine handvormsteen gemetselde schouw met keramische afdekplaten en roosvormige terra-cotta details. In de conversatiezalen, de biljartzaal en de eetzaal zijn de plafonds met hout beklede stalen balken afgewerkt (moer- en kinderbalken). De korbelen zijn voorzien van snijwerk in de vorm van peulvruchten. De eetzaal bevat een originele schouw en buffet. De garderobe is eveneens in originele staat. Dit gedeelte bevat geglazuurde terra-cotta tegels als lamberizering. Ook in de direkteurswoning bevindt zich nog een originele schouw.

Tot de inventaris behoren de genoemde aapjes die in de hal op de trappalen zijn opgesteld.

Waardering

Het internaatsgebouw annex directeurswoning uit 1920 is van architectuurhistorische waarde vanwege het bouwtype, de bijzondere terra-cotta ornamentiek in ex- en interieur, de combinatie van traditionele architectuur met Amsterdamse School-elementen alsmede de gaafheid van zowel het exterieur als het interieur. Het pand kent voorts een hoge ensemblewaarde vanwege de ligging in de bosrijke omgeving op de as van een bospad dat deel uitmaakte van de aanleg van het zeventiende eeuwse Zeister slot.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
510279
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Schoolgebouw Cultuur, gezondheid en wetenschap Onderwijs en wetenschap oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Krakelingweg 10 3707 HV Zeist Lyceumkwartier Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Cultuur, gezondheid en wetenschap Onderwijs en wetenschap Middelbare school
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
I 1644 Zeist
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1920 1920 vervaardiging
1933 1933 uitbreiding linker vleugel: direkteurswoning verbouwing
Ambachten
Name Beroep Notitie
Hoogevest, G. van ; Utrecht architect / bouwkundige / constructeur
Brouwer, W.C. ; Utrecht beeldhouwer / steenhouwer / schrijnwerker
Naar boven