Inleiding

WOONHUIS ontworpen in 1921 door het architectenduo Kuiler en Drewes uit Groningen in een bouwtrant verwant aan de Gooise landhuisstijl. Opdrachtgever was Ir. P.G. Viervant Tukker uit Groningen. Oorspronkelijk hoorde bij het huis een houten schuurtje, dat is later afgebroken. Ervoor in de plaats is in 1991 naast het huis een garage gebouwd met nieuwe oprit, die buiten de bescherming valt. In de loop der jaren is het interieur enigszins aangepast, met name de keuken, en zijn enkele ramen en deuren vervangen door nieuwe. Deze ingrepen hebben het aanzien van het pand evenwel niet veranderd.

Het woonhuis is gelegen schuin tegenover de Terborgsteeg te midden van andere monumentale villa's in de als gebied met bijzondere waarden aangewezen "Villabuurt". Het pand heeft een voor- en achtertuin, die door een groene haag wordt begrensd.

Omschrijving

WOONHUIS opgetrokken op een nagenoeg vierkant plattegrond in een rode baksteen op een trasraam van verticaal gemetselde klinkers. Het gebroken tentdak dat gedekt is met riet heeft een gemetselde schoorsteen op de nok en een ruim houten overstek. De gevels worden beëindigd door een fries van verticaal metselwerk. De hoofdentree bevindt zich aan de voorzijde (oostgevel) in een doorgetrokken geveldeel opgetrokken in decoratief metselverband dat wordt beëindigd door een rieten steekkap. De entree bestaat uit een paneeldeur met driezijdige beëindiging met deurlicht in dezelfde vorm, in een ondiep portiek van vier verspringende rollagen met een tweezijdige natuurstenen stoep ervoor; aan weerszijden van het portiek een klein venster; boven de entree een balkon met gemetselde borstwering voor openslaande balkondeuren (vernieuwd) tussen gepotdekselde muren. Voor de entree bevindt zich een klein ommuurd terras met op de noordoosthoek een trapeziumvormige gemetselde bloembak en aan de noordzijde een doorgang met gemetseld stoepje (twee treden). Rechts van de entree een hoekvenster met aan de oostzijde en aan de noordzijde twee ramen, en een tweeruits keldervenster met diefijzer. Rechts van de entree een erkerpartij met vier ramen voor en één aan de zuidzijde, alle met blank glas-in-lood.

De zuidgevel heeft een driezijdige erker onder een plat dakje met voor vier ramen en aan de zijkanten één raam, en in het dakvlak een rieten kapel met houten beschot en twee vierruits vensters doorsneden door een gemetselde schoorsteen. De achtergevel (west) heeft dubbele schuifdeuren (vernieuwd) onder een bovenlicht, een driezijdige erker met vier ramen onder een rieten aankapping en in het dakvlak een kapel met vijf zesruits ramen. De noordgevel heeft een identieke paneeldeur als de voorgevel met een tweezijdige gemetselde stoep (twee treden) tussen twee tweezijdige gemetselde bloembakken; in het dakvlak een kapel met drie zesruits ramen.

In het INTERIEUR zijn onder meer van belang: in de gang de houten trap met trappaal met Art Déco decoraties en decoratieve balusters; in de woonkamer de houten lijsten ter markering van de wanden, de decoratieve paneeldeuren en de gemetselde open haard met tegels in Delfts blauw en smeedijzeren kap.

Waardering

Woonhuis van algemeen belang vanwege architectuurhistorische waarde

- als voorbeeld van een woonhuis uit 1921 in een aan de Gooise landhuisstijl verwante bouwtrant

- vanwege het opvallende materiaalgebruik en de detaillering

- als goede representant van het oeuvre van de architecten Kuiler en Drewes

- vanwege de vrij hoge mate van gaafheid van het exterieur

- vanwege de fraaie ligging in de "Villabuurt" die aangewezen is als gebied met bijzondere waarden