Inleiding

VILLA met TOEGANGSPIJLERS ontworpen in 1928 door architect J.A. Boer uit Groningen in een stijl verwant aan de Amsterdamse School. De opdrachtgever was de heer B. van Borssum-Waalkes. Bij het huis, dat gebouwd is op een verhoging, werd een vrijstaande garage gebouwd, die later is vervangen door een nieuwe en derhalve buiten de bescherming van rijkswege valt. In de loop der tijd zijn aan het interieur een aantal onderdelen gewijzigd, de buitenkant verkeert echter in oorspronkelijke staat.

Voor het huis ligt een zeer diepe tuin, die oorspronkelijk voor een zeer groot deel als moestuin in gebruik was. De tuin aan de achterzijde was ingericht als bloementuin en boomgaard. De tuin is later op een geheel andere wijze ingevuld, waardoor er geen sprake meer is van een oorspronkelijke aanleg.

Twee opvallende in mondsteen opgetrokken TOEGANGSPIJLERS met gemetselde bloembak, markeren de entree tot het toegangspad naar de woning. De pijlers worden aan de straatzijde verticaal doorsneden door een smalle natuurstenen pijler waarin de naam van het huis is uitgehakt: HET UILENNEST. Het toegangspad loopt midden door de tuin en vormt de hoofdas. De tuin wordt van de straat gescheiden door een haag van coniferen en van de grond aan de oostkant door een slootje.

Omschrijving

In mondsteen opgetrokken VILLA met gesneden voeg op een trasraam van mondsteen afgezet met een rollaag, onder een samengesteld, asymmetrisch rieten dak. Een forse, brede gemetselde schoorsteen met natuurstenen ornament met uil, markeert de kap, die een ruim houten overstek heeft en rode nokvorsten. De gevels worden verlevendigd door staande en liggende vensters in diverse maten, met roedenverdeling. De hoofdentree bevindt zich aan de voorzijde (zuid) en bestaat uit een tweedelige houten deur met vierruits deurlicht onder een overkapping; rechts van de deur drie kleine staande vensters, met ervoor een klein terras, aan de oost- en zuidzijde afgeschermd door een windscherm bestaande uit een vensterreeks van vier vierruits ramen op een gemetseld muurtje; een gemetselde stoep (vijf treden) tussen twee gemetselde bloembakken verleent de toegang. In de gevel links van de entreepartij twee hoekvensters, bestaande uit een zes- en een negenruits raam met gemetselde bloembak aan de zuidzijde, een groot 24-ruits venster en op de verdieping over de hele breedte een vensterpartij met zeven vierruits ramen, die eindigt om de hoek (westgevel) met een tweedelig zesruits raam. Ter hoogte van de onderkant van de vensterpartij loopt een gevelband van mondsteen over beide gevels. De westgevel heeft een iets uitgebouwd deel met identiek hoekvenster en bloembak als voorgevel, dat eindigt op de verdieping in een balkon met gemetselde borstwering en hoekpijlers; voor het balkon openslaande balkondeuren en twee zijlichten, alle met roedenverdeling.

De achtergevel (noordgevel) heeft openslaande deuren met twee zijlichten, alle met roedenverdeling, die openen naar een gemetselde stoep (vijf treden) tussen twee muurtjes; een deur (vernieuwd), twee kleine tweedelige vierruitsvensters en in de topgevel een tweedelig zesruits venster. De oostgevel heeft een doorgetrokken geveldeel met plat dak en hoekschoorsteen, waarachter het trappenhuis schuilgaat; in dit met siermetselwerk gedecoreerde deel, drie staande vensters en bovenin twee lange staande vensters met bovenlicht. Aan weerszijden van dit deel een dakkapel, links met dubbel vierruits venster en rechts met drie vierruits ramen, en ervoor een dubbele gemetselde bloembak. Verder in de oostgevel een vensterreeks van zes kleine staande vensters, van elkaar gescheiden door smalle muurdammen, en een koekoek met dubbel keldervenster. Op de hoek van de achter- en de oostgevel geeft een gemetselde stoep (vijf treden) tussen twee muurtjes via het talud toegang tot de tuin.

Het INTERIEUR valt wegens te veel aanpassingen buiten de bescherming van rijkswege.

Waardering

Villa met toegangspijlers van algemeen belang vanwege architectuurhistorische waarde

- als voorbeeld van een villa uit 1928

- vanwege de expressieve vormgeving

- vanwege het opvallende materiaalgebruik en de ornamentiek

- als goede representant van het oeuvre van architect J.A. Boer uit Groningen

- vanwege de verscholen verhoogde ligging aan de Stationsweg