Zuivelfabriek Grijpskerk, Grijpskerk

Omschrijving

ZUIVELFABRIEK (gebouwd in 1888-89 in Eclectische stijl en in de loop der tijd uitgebreid) bestaande uit een twee verdiepingen hoog VOLUME met op de eerste verdieping een directeurswoning. Aan de achterzijde van dit volume drie rechthoekige FABRIEKSGEBOUWEN. Aan de linkerzijde een FABRIEKSGEBOUW dat stamt uit 1950 (kaas- en melkafdeling).

Het twee verdiepingen hoge VOLUME is opgetrokken in roodbruine baksteen en wordt gedekt door een afgeplat schilddak waarop zwarte geglazuurde Friese golfpannen; houten kroonlijst. De gevels worden geleed door H- en T-vensters met roedenverdeling in de bovenlichten onder een betonlatei en rollaag en hardstenen onderdorpel; in de bovenlichten van de vensters op de eerste verdieping geel glas.

De entree tot de fabriek bevindt zich in het centrale geveldeel van de voorgevel (oostzijde) en bestaat uit een niet-originele deur (oorspronkelijk kort T-venster). Aan de rechterzijde een kort T-venster waarboven twee H-vensters (roedenverdeling verdwenen). De entree van de directeurswoning bevindt zich boven de entree van de fabriek en bestaat uit een houten paneeldeur waarin geslepen glas met zij- en bovenlichten waarin roedenverdeling en geel glas onder een betonlatei en rollaag. Voor de entree een betonnen bordes met ijzeren leuning (1990). In het linker geveldeel een kort T-venster waarboven een samengesteld driedelig venster (twee H- en een T-venster) en een verdiept vlak waarin geschreven `Zuivelfabriek'. Dit geveldeel is deels doorgetrokken boven de gootlijst en wordt gedekt door een zadeldak met strakke houten windveren; aan de voorzijde twee H-vensters onder één halfronde gemetselde boog met sluitsteen afgezet met een rollaag; aan de linkerzijde een samengesteld vijfdelig vierruits venster. In het rechter geveldeel twee korte T-vensters waarboven een samengesteld driedelig venster (twee H- en een T-venster) en een verdiept vlak waarin geschreven `Grijpskerk'. Dit geveldeel is eveneens deels boven de gootlijst doorgetrokken en wordt gedekt door een zadeldak met strakke houten windveren; aan de voorzijde twee H-vensters onder één halfronde gemetselde boog met sluitsteen afgezet met een rollaag; aan de rechterzijde een samengesteld vijfdelig vierruits venster.

In de zuidgevel twee korte T-vensters waarboven twee T-vensters. Aan de linkerzijde een hals (1950) die het fabrieksgebouw uit 1950 met de zuivelfabriek verbindt.

Aan de achterzijde (westgevel) zijn de drie rechthoekige fabrieksgebouwen aangebouwd.

In de noordgevel twee korte T-vensters waarboven een H-venster en waarnaast een uitgebouwd portiek onder zadeldak. De zijingang bevindt zich in de linker gevel van dit portiek en bestaat uit een houten paneeldeur met roedenverdeling en geel glas onder rollaag en niet-originele hordeur. Voor de entree een hoge betonnen stoep met ijzeren leuning (jaren dertig). Onder het portiek een houten paneeldeur en een houten luik, beide onder rollaag.

In het INTERIEUR zijn ondermeer van belang: in de directeurswoning de houten paneeldeuren waarin geel glas, in de hal de granito vloer, de houten tochtdeur waarin geëtst glas met zij- en bovenlichten waarin gekleurd glas-in-lood, de houten paneellambrizering, in de keuken de houten kastenwand waarin glas en roeden en het balkenplafond.

De drie FABRIEKSGEBOUWEN op rechthoekige plattegrond zijn opgetrokken in roodbruine baksteen op een donker bakstenen trasraam en worden gedekt door drie zadeldaken waarop deels zwarte Friese golfpannen; beschoten top; strakke houten windveren; houten goot.

In de topgevel aan de voorzijde (oostgevel) een H-venster met zesruits bovenlicht. De topgevels aan de achterzijde (westgevel) zijn in 1957 qua indeling gewijzigd en zijn voor de bescherming van ondergeschikt belang. In de noordgevel drie negenruits vensters (nieuwe roedenverdeling) en twee twintigruits vensters, alle onder een donker bakstenen rollaag en onderdorpel; een niet-origineel keldervenster en niet-originele dubbele deuren. Aan de rechterzijde een niet-originele platte aanbouw.

Het INTERIEUR komt wegens verbouw niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking.

Het twee verdiepingen hoge, geheel onderkelderde FABRIEKSGEBOUW (1950, kaas- en melkafdeling ) op rechthoekige plattegrond is opgetrokken in rode baksteen op een trasraam van bruine baksteen en wordt gedekt door een flauw hellend overkragend schilddak waarop grijze betonpannen. Het dak rust op een uitkragende betonnen vloer waaronder de gevelwand terug springt. De terugspringende gevelwand wordt aan alle zijden geleed door glasstroken opgebouwd uit liggende samengestelde tweedelige tweeruits vensters, van elkaar gescheiden door betonnen stijlen. De gevels worden geleed door dubbele staande driedelige vensters met roedenverdeling onder één uitkragende betonlatei die over de gehele gevelwand is doorgetrokken; op de eerste verdieping smalle staande tweedelige tweeruits vensters onder rollaag.

De voorgevel (oostzijde) is in drie gevelvelden verdeeld. De entree bevindt zich in het centrale veld en bestaat uit dubbele vernieuwde opgeklampte houten deuren met ijzeren gehengen met tweedelig vierruits bovenlicht. In zowel het linker- als rechter gevelveld een dubbel driedelig venster; zowel entree als vensters onder één doorlopende uitkragende betonlatei en omlijsting van brede betonnen stijlen. In het rechter gevelveld tevens een later ingebroken deur. Boven de entree een klein staand venster.

In de zuidgevel acht roosters, acht dubbele driedelige vensters onder één betonlatei waarboven acht smalle tweedelige vensters. Aan de linkerzijde een niet-originele deur.

De achtergevel (westzijde) is in de loop der tijd qua indeling gewijzigd.

In de noordgevel acht smalle tweedelige venster. Aan deze zijde is het gebouw aangebouwd aan de zuivelfabriek.

Het INTERIEUR komt wegens verbouw niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking.

Waardering

Zuivelfabriek met jongere aangebouwde fabrieksgebouwen van algemeen belang vanwege architectuur- en cultuurhistorische waarde:

- als voorbeeld van een zuivelfabriek gebouwd in 1888-89 met jongere aangebouwde fabrieksgebouwen in de provincie Groningen

- vanwege de opvallende vormgeving en detaillering van de verschillende volumes

- vanwege de redelijk hoge mate van gaafheid van zowel exterieur als delen van het interieur

- vanwege de functionele en ruimtelijk-visuele relatie met de overige complexonderdelen

- vanwege de beeldbepalende ligging aan de Kievitsweg

- vanwege de zeldzaamheidswaarde van dit type gebouw in de provincie Groningen

- als herinnering aan de zuivelindustrie die aan het einde van de negentiende eeuw in Nederland opkwam.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
516290
Complexnaam
Zuivelfabriek Grijpskerk
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

Fabriekscomplex bestaande uit een ZUIVELFABRIEK met jongere aangebouwde FABRIEKSGEBOUWEN, een DIRECTEURSWONING, een blok van drie FABRIEKSGEBOUWEN (kaaspakhuis, poederfabriek, condensfabriek), een FABRIEKSGEBOUW (karnemelk- en paplokaal), een KETELHUIS, een GARAGE en een KANTINE.

De zuivelfabriek werd opgericht in 1888-89 op initiatief van landbouwer C.G. Hoekstra (tevens directeur) in een Eclectische stijl en kreeg de naam `Zuivelfabriek "Grijpskerk" n.v. Kievit'. De aannemers waren M. Westra en Sepp en Co. De fabriek bestond uit een ketel- en machinekamer, een karn- en ontromingslokaal, een koelkamer, een boter- en pekelkelder. Boven de fabriek bevond zich de directeurswoning en aan de achterzijde een aangebouwd kaaspakhuis met ijshuis. Het bedrijf werd in de loop der tijd menigmaal uitgebreid.

De fabriek zelf werd in 1893 uitgebreid met een ijs- en kaaspakhuis. In 1917 werd de fabriek opnieuw verbouwd en vergroot. In 1930 werd aan de rechterzijde een karn- en centrifugelokaal aangebouwd door de architecten G. en W. Wierenga uit Coevorden. Tevens werd in deze tijd het bordes vernieuwd. In 1950 werd door de gebroeders Wierenga aan de linkerzijde een fabrieksgebouw voor de melk en kaasafdeling gebouwd, dat middels een vernieuwde hals wordt verbonden met de zuivelfabriek. De hals komt wegens te geringe ouderdom niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking.

Toen J. D. Boersema in 1903 directeur werd, ontwierp K. Siekman uit Zuidhorn in 1909 voor hem een directeurswoning in Overgangsarchitectuur aan de linkerzijde van de fabriek. De serre werd later aangebouwd en in 1953 werden dakkapellen op het dak geplaatst.

In 1908 werden tegenover de fabriek drie woningen gebouwd voor het hoofdpersoneel; deze zijn echter in 1994 afgebroken.

In 1927 werd aan de achterzijde van de fabriek een kaaspakhuis gebouwd, ontworpen en uitgevoerd door het technisch bureau F.N.Z. (ir. H. de Kruijff J. zn, architect G. Engelfriet). In 1937 werd op dit pakhuis een extra verdieping gezet door de architecten G. en W. Wierenga. In 1930 werd aan de rechterzijde een condensfabriek gebouwd. De ruimte tussen kaaspakhuis en condensfabriek werd in 1934 opgevuld door de bouw van een poederfabriek. Alle drie gebouwen zijn opgetrokken in een functionele baksteen-architectuur.

In 1930 werd aan de achterzijde van dit blok een karnemelkgebouwtje (karnemelk- en paplokaal) in functionele baksteen-architectuur opgetrokken door de gebroeders Wierenga. Aan de achterzijde bevindt zich een nieuwe houten aanbouw, die wegens te geringe ouderdom buiten de bescherming valt.

Het ketelhuis, gelegen aan de rechterzijde van het blok, stamt uit 1938 (G. en W. Wierenga, functionele baksteen-architectuur) en werd in 1950 verbouwd. Aan de rechterzijde bevindt zich een nieuwe aanbouw die buiten de bescherming valt.

In 1941 werd geheel links aan de achterzijde van het perceel een garage gezet, wederom naar een ontwerp van de gebroeders Wierenga in een functionele baksteen-architectuur. De trafo aan de rechterzijde van de garage stamt uit omstreeks 1955 en komt wegens te geringe ouderdom niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking.

Het laatste gebouw dat voor bescherming in aanmerking komt is de kantine(schaftlokaal), gelegen helemaal rechts aan de achterzijde van het terrein, die in 1950 werd ontworpen door G. en W. Wierenga in een Functionalistische bouwtrant.

In 1969 werd de fabriek buiten bedrijf gesteld en al snel werd de hoge schoorsteen (1978/79) afgebroken. Tegenwoordig is het complex in gebruik als bedrijfsverzamelgebouw.

Het fabriekscomplex is beeldbepalend gelegen op een groot rechthoekig terrein aan de Kievitsweg, een uitvalsweg aan de noordzijde van Grijpskerk. Aan de rechterzijde van het terrein loopt het Zuiderried. Toen de fabriek nog in bedrijf was werd hieraan water onttrokken voor de koeling. De ruimtelijke structuur heeft zich in de loop der tijd organisch verdicht. Door deze verdichting zijn er zogenaamde `fabrieksstraatjes' ontstaan.

Waardering

Fabriekscomplex bestaande uit een zuivelfabriek met jongere aangebouwde fabrieksgebouwen, een directeurswoning, een blok van drie fabrieksgebouwen (kaaspakhuis, poederfabriek, condensfabriek), een fabrieksgebouw (karnemelk- en paplokaal), een ketelhuis, een garage en een kantine van algemeen belang vanwege stedenbouwkundige, architectuur- en cultuurhistorische waarde:

- als voorbeeld van een zuivelfabriekcomplex uit het einde van de negentiende en eerste helft van de twintigste eeuw in de provincie Groningen

- vanwege de opvallende vormgeving en detaillering van de complexonderdelen

- vanwege de redelijk hoge mate van gaafheid van het complex en de samenstellende onderdelen

- vanwege de aanwezigheid van fabrieksstraatjes

- vanwege de zeldzaamheidswaarde van een zuivelfabriekcomplex in de provincie Groningen

- als herinnering aan de zuivelindustrie die aan het einde van de negentiende eeuw in Nederland opkwam

- vanwege de beeldbepalende ligging aan de Kievitsweg.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Zuivelfabriek Boerderijen, molens en bedrijven Industrie oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Kievitsweg 26 9843 HA Grijpskerk Ja
Kievitsweg 24 9843 HA Grijpskerk
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
C 1641 Grijpskerk
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1888 1889 vervaardiging
1893 1893 aanbouw ijs- en kaaspakhuis verbouwing
1917 1917 verbouwing
1930 1930 aanbouw karn- en centrifugelokaal verbouwing
1950 1950 aanbouw fabrieksgebouw verbouwing
Naar boven