Kievitsweg 30, Grijpskerk
Omschrijving
Blok van drie FABRIEKSGEBOUWEN bestaande uit een KAASPAKHUIS (1927, in 1937 extra verdieping op gezet), een POEDERFABRIEK (1934) en een CONDENSFABRIEK (omstreeks 1930) in een functionele baksteen-architectuur.
Het geheel onderkelderde, drie bouwlagen hoge KAASPAKHUIS op rechthoekige plattegrond is opgetrokken in een gewapend betonskelet. De gevels zijn opgetrokken in rode baksteen op een deels aangesmeerd trasraam en worden gedekt door een zadeldak met zwartgeglazuurde Friese golfpannen op het noordelijke dakschild; het andere dakschild is gedekt met golfplaat; houten goot; strakke houten windveren. De gevels worden geleed door staande tweeruits vensters met zowel aan de onder- als bovenzijde een rollaag van donkere gesinterde baksteen.
Centraal in de topgevel aan de voorzijde (oostgevel) een houten deur onder rollaag waarboven een gevelsteen waarin staat geschreven het bouwjaar 1927, de namen van de bestuursleden, ontwerpers en uitvoerders. Links van de deur een staand tweeruits keldervenster waarboven een liggend venster (roedenverdeling deels verdwenen). Rechts van de deur een staand tweeruits keldervenster waarboven een samengesteld driedelig vierruits venster. De begane grond wordt overdekt door een betonnen luifel. Boven de luifel drie staande tweeruits vensters waarboven dubbele houten deuren met ijzeren gehengen met aan weerszijden een liggend drieruits venster, alle onder een betonlatei. In de top een ijzeren hijsbalk waarboven twee smalle staande tweeruits vensters.
In de zuidgevel acht staande tweeruits keldervensters, op zowel de begane grond als de eerste verdieping acht staande tweeruits vensters en op de tweede verdieping zes liggende driedelige vensters. Het centrale geveldeel is doorgetrokken boven de gootlijst en wordt gedekt door een plat overkragend dak; decoratief uitkragend metselwerk; smal staand venster met glasstenen.
In de topgevel aan de achterzijde (westgevel) centraal een niet-originele houten aanbouw, drie staande tweeruits keldervensters, vijf staande tweeruits vensters, houten deuren onder een betonlatei met aan weerszijden een liggend drieruits venster onder een betonlatei. In de top een ijzeren hijsbalk waarboven twee smalle staande tweeruits vensters.
De poederfabriek is tegen de noordgevel aangebouwd.
Het INTERIEUR komt wegens verbouw niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking.
De twee bouwlagen hoge, geheel onderkelderde POEDERFABRIEK op rechthoekige plattegrond is opgetrokken in een gewapend betonskelet. De gevels zijn opgetrokken in rode baksteen en worden gedekt door een zadeldak; strakke houten windveren. De gevels worden geleed door staande vierruits vensters met onderdorpels van donkere gesinterde baksteen.
In de topgevel aan de voorzijde (oostgevel) centraal dubbele houten deuren waaronder zes vierruits keldervensters en aan weerszijden twee staande vierruits vensters. Op de eerste verdieping dubbele houten deuren onder een betonlatei met aan weerszijden twee staande vierruits vensters. In de top een liggend samengesteld driedelig vierruits venster onder een betonlatei waarboven een ijzeren hijsbalk.
Het kaaspakhuis is tegen de zuidgevel aangebouwd.
In de topgevel aan de achterzijde (westgevel) centraal een niet-origineel venster (oorspronkelijk deuren) waaronder zes vierruits keldervensters en aan weerszijden twee staande vierruits vensters. In de top drie staande achtruits vensters waarboven een liggend samengesteld driedelig vierruits venster.
De condensfabriek is tegen de noordgevel aangebouwd.
Het INTERIEUR komt wegens verbouw niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking.
De geheel onderkelderde, twee bouwlagen hoge CONDENSFABRIEK op rechthoekige plattegrond is opgetrokken in een gewapend betonskelet. De gevels zijn opgetrokken in rode baksteen op een aangesmeerd trasraam en worden gedekt deels door een plat dak en deels door een zadeldak; houten goot, verspringend aan de noordzijde; strakke houten windveren. De gevels worden geleed door staande vensters met roedenverdeling onder een betonlatei en onderdorpel van donkere gesinterde baksteen.
In de voorgevel (oostzijde) twee dubbele staande achtruits vensters onder één betonlatei. Op de eerste verdieping dubbele houten deuren en een ijzeren hijsbalk.
De poederfabriek is tegen de zuidgevel aangebouwd In de topgevel aan de achterzijde (westgevel) dubbele houten deuren met aan weerszijden twee staande tweeruits vensters en waaronder twee liggende keldervensters. Het geveldeel boven de begane grond is opnieuw gevoegd; drie staande achtruits vensters onder één betonlatei.
In de noordgevel vier liggende tweeruits keldervensters, op de begane grond een houten deur onder betonlatei waarvoor een betonnen vloer, een staand achtruits venster, een dubbel staand achtruits venster onder één betonlatei, drie vierruits vensters onder één betonlatei (oorspronkelijk vier, één dichtgezet) en vier vierruits vensters. Op de eerste verdieping drie staande achtruits vensters en twee keer vier staande twaalfruits vensters onder één betonlatei.
Het INTERIEUR komt wegens verbouw niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking.
Waardering
Blok van drie fabrieksgebouwen bestaande uit een kaaspakhuis, een poederfabriek en een condensfabriek van algemeen belang vanwege architectuur- en cultuurhistorische waarde:
- als voorbeeld van een kaaspakhuis met aangebouwde poeder- en condensfabriek uit de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw in de provincie Groningen
- vanwege de functionele vormgeving en detaillering van de verschillende volumes
- vanwege de redelijk hoge mate van gaafheid van het exterieur
- vanwege de functionele en ruimtelijk-visuele relatie met de zuivelfabriek.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Fabriekscomplex bestaande uit een ZUIVELFABRIEK met jongere aangebouwde FABRIEKSGEBOUWEN, een DIRECTEURSWONING, een blok van drie FABRIEKSGEBOUWEN (kaaspakhuis, poederfabriek, condensfabriek), een FABRIEKSGEBOUW (karnemelk- en paplokaal), een KETELHUIS, een GARAGE en een KANTINE.
De zuivelfabriek werd opgericht in 1888-89 op initiatief van landbouwer C.G. Hoekstra (tevens directeur) in een Eclectische stijl en kreeg de naam `Zuivelfabriek "Grijpskerk" n.v. Kievit'. De aannemers waren M. Westra en Sepp en Co. De fabriek bestond uit een ketel- en machinekamer, een karn- en ontromingslokaal, een koelkamer, een boter- en pekelkelder. Boven de fabriek bevond zich de directeurswoning en aan de achterzijde een aangebouwd kaaspakhuis met ijshuis. Het bedrijf werd in de loop der tijd menigmaal uitgebreid.
De fabriek zelf werd in 1893 uitgebreid met een ijs- en kaaspakhuis. In 1917 werd de fabriek opnieuw verbouwd en vergroot. In 1930 werd aan de rechterzijde een karn- en centrifugelokaal aangebouwd door de architecten G. en W. Wierenga uit Coevorden. Tevens werd in deze tijd het bordes vernieuwd. In 1950 werd door de gebroeders Wierenga aan de linkerzijde een fabrieksgebouw voor de melk en kaasafdeling gebouwd, dat middels een vernieuwde hals wordt verbonden met de zuivelfabriek. De hals komt wegens te geringe ouderdom niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking.
Toen J. D. Boersema in 1903 directeur werd, ontwierp K. Siekman uit Zuidhorn in 1909 voor hem een directeurswoning in Overgangsarchitectuur aan de linkerzijde van de fabriek. De serre werd later aangebouwd en in 1953 werden dakkapellen op het dak geplaatst.
In 1908 werden tegenover de fabriek drie woningen gebouwd voor het hoofdpersoneel; deze zijn echter in 1994 afgebroken.
In 1927 werd aan de achterzijde van de fabriek een kaaspakhuis gebouwd, ontworpen en uitgevoerd door het technisch bureau F.N.Z. (ir. H. de Kruijff J. zn, architect G. Engelfriet). In 1937 werd op dit pakhuis een extra verdieping gezet door de architecten G. en W. Wierenga. In 1930 werd aan de rechterzijde een condensfabriek gebouwd. De ruimte tussen kaaspakhuis en condensfabriek werd in 1934 opgevuld door de bouw van een poederfabriek. Alle drie gebouwen zijn opgetrokken in een functionele baksteen-architectuur.
In 1930 werd aan de achterzijde van dit blok een karnemelkgebouwtje (karnemelk- en paplokaal) in functionele baksteen-architectuur opgetrokken door de gebroeders Wierenga. Aan de achterzijde bevindt zich een nieuwe houten aanbouw, die wegens te geringe ouderdom buiten de bescherming valt.
Het ketelhuis, gelegen aan de rechterzijde van het blok, stamt uit 1938 (G. en W. Wierenga, functionele baksteen-architectuur) en werd in 1950 verbouwd. Aan de rechterzijde bevindt zich een nieuwe aanbouw die buiten de bescherming valt.
In 1941 werd geheel links aan de achterzijde van het perceel een garage gezet, wederom naar een ontwerp van de gebroeders Wierenga in een functionele baksteen-architectuur. De trafo aan de rechterzijde van de garage stamt uit omstreeks 1955 en komt wegens te geringe ouderdom niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking.
Het laatste gebouw dat voor bescherming in aanmerking komt is de kantine(schaftlokaal), gelegen helemaal rechts aan de achterzijde van het terrein, die in 1950 werd ontworpen door G. en W. Wierenga in een Functionalistische bouwtrant.
In 1969 werd de fabriek buiten bedrijf gesteld en al snel werd de hoge schoorsteen (1978/79) afgebroken. Tegenwoordig is het complex in gebruik als bedrijfsverzamelgebouw.
Het fabriekscomplex is beeldbepalend gelegen op een groot rechthoekig terrein aan de Kievitsweg, een uitvalsweg aan de noordzijde van Grijpskerk. Aan de rechterzijde van het terrein loopt het Zuiderried. Toen de fabriek nog in bedrijf was werd hieraan water onttrokken voor de koeling. De ruimtelijke structuur heeft zich in de loop der tijd organisch verdicht. Door deze verdichting zijn er zogenaamde `fabrieksstraatjes' ontstaan.
Waardering
Fabriekscomplex bestaande uit een zuivelfabriek met jongere aangebouwde fabrieksgebouwen, een directeurswoning, een blok van drie fabrieksgebouwen (kaaspakhuis, poederfabriek, condensfabriek), een fabrieksgebouw (karnemelk- en paplokaal), een ketelhuis, een garage en een kantine van algemeen belang vanwege stedenbouwkundige, architectuur- en cultuurhistorische waarde:
- als voorbeeld van een zuivelfabriekcomplex uit het einde van de negentiende en eerste helft van de twintigste eeuw in de provincie Groningen
- vanwege de opvallende vormgeving en detaillering van de complexonderdelen
- vanwege de redelijk hoge mate van gaafheid van het complex en de samenstellende onderdelen
- vanwege de aanwezigheid van fabrieksstraatjes
- vanwege de zeldzaamheidswaarde van een zuivelfabriekcomplex in de provincie Groningen
- als herinnering aan de zuivelindustrie die aan het einde van de negentiende eeuw in Nederland opkwam
- vanwege de beeldbepalende ligging aan de Kievitsweg.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Fabrieksgebouw | Boerderijen, molens en bedrijven | Industrie | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Kievitsweg | 30 | – | 9843 HA | Grijpskerk | – | – | Ja |
Kievitsweg | 30 | A | 9843 HA | Grijpskerk | – | – | – |
Kievitsweg | 30 | B | 9843 HA | Grijpskerk | – | – | – |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | – | Arbeiderswoning(K) |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | C | 1641 | – | Grijpskerk |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1927 | 1927 | kaaspakhuis | vervaardiging |
1930 | 1930 | aanbouw condensfabriek | verbouwing |
1934 | 1934 | aanbouw poederfabriek | verbouwing |
1937 | 1937 | extra verdieping op kaaspakhuis | verbouwing |