Inleiding

Deze in 1905 door de Arnhemse architect ir. A.R.Freem (1853-1921) ontworpen opvallend rijk gedecoreerde, op de bouwtekening als landhuis aangeduide VILLA met TUINHEK, werd gebouwd in opdracht van baron E.W.Sloet. De villa vormt in de gemeente Rheden een van de fraaiste en best bewaarde voorbeelden van de voor de periode 1900-1910 karakteristieke Overgangsarchitectuur die hier vooral gekenmerkt wordt door Art Nouveau en Chaletstijl invloeden. De villa is gelegen aan de zuidzijde van de oost-west lopende Havelaarstraat die een verbinding vormt tussen het Stationsplein en de Zutphensestraatweg op het punt waar deze overgaat in de Hoofdstraat. Het pand ligt iets verhoogd ten opzichte van de tuin. Aan de rechterzijde bevindt zich een smalle verharde oprit naar een rechts achter het pand gelegen moderne garage. De tuin wordt van de weg gescheiden door een bijzonder fraai smeedijzeren Art Nouveau hekwerk.

Omschrijving

De op een nagenoeg vierkante plattegrond gebouwde villa is opgetrokken in baksteen. Het metselwerk is uitgevoerd in kruisverband. Het pand heeft één bouwlaag en een zolderverdieping onder een samengesteld dak gedekt met rode Tuile du Nord pannen. Het dak bestaat uit een hoog opgaand tentdak met drie aangekapte zadeldaken boven de diverse beschoten topgevels. Op de het dak bevinden zich verschillende hoog opgaande bakstenen schoorstenen. De gevels worden afgesloten door bakgoten op klossen. De uitkragende puntgevels zijn beschoten en voorzien van bewerkte windveren. Het pand heeft een uitgemetselde omlopende met hardsteen afgezette plint. De vensters worden afgesloten door bewerkte lateien waarboven zich een in rode verblendsteen uitgevoerde segmentvormige rollaag bevindt. De lekdorpels zijn in groen geglazuurde baksteen uitgevoerd. Ter hoogte van de onder- en bovendorpels bevinden zich sierbanden van groen geglazuurde baksteen. Onder de bakgoten en de puntgevels loopt een sierband van rode verblendsteen. In de verschillende gevels bevinden zich fraaie smeedijzeren muurankers. Volgens de bouwtekening had het huis de hierna volgende indeling. Op de begane grond bevonden zich kamers en suite, een slaapkamer, een keuken en bijkeuken. De verdieping had een kamer voor de huishoudster, een badkamer, een logeerkamer, een werkkamer en een donkere kamer. Deze indeling is grotendeels bewaard gebleven. Het pand heeft onder de keuken een kelder.

De VOORGEVEL is asymmetrisch ingedeeld en heeft drie traveeën. De door een beschoten puntgevel afgesloten linker travee heeft op de begane grond een schuifraam met een driedelig bovenlicht met aan weerszijden persiennes (met deels een paneelvulling). Tussen de begane grond en de verdieping bevindt zich uitgemetseld lijstwerk. De verdieping heeft een stolpraam waarboven zich in het uitkragende deel van de geveltop een 12-ruits bovenlicht bevindt. De middentravee bevat de ingangspartij en heeft en van een omlijsting voorzien rondboogportiek. Het portiek is bekleed met witte verblendsteen en heeft een fraaie paneeldeur met twee ruiten waarvoor smeedijzeren roosters zijn geplaatst. De ingang heeft zij- en bovenlichten waarvoor smeedijzeren raamhekken geplaatst zijn die invloeden van de Art Nouveau vertonen. De rechter travee heeft een venster als in de linkertravee. In het dakschild bevindt zich een dakkapel met twee draairamen.

De LINKER ZIJGEVEL heeft op de begane grond over vrijwel de volle breedte een serre met een bovengelegen balkon. Aan de voorzijde bevinden zich twee schuifdeuren. In het dakschild bevindt zich links een dakkapel met twee draairamen en rechts een dakkapel waarin zich dubbele balkondeuren bevinden.

De ACHTERGEVEL heeft links een uitbouw waarin zich twee deuren en een venster bevinden. In het dakschild van de hoofdbouwmassa bevindt zich ter hoogte van de uitbouw een brede dakkapel met drie ramen. Rechts van de uitbouw bevindt zich een smal hoog venster waarvoor een fraai smeedijzeren raamhek geplaatst is. De door een puntgevel afgesloten rechter travee heeft op de begane grond een schuifraam met een drieruits bovenlicht. In de puntgevel bevindt zich een stolpraam met een 12-ruits bovenlicht.

De RECHTER ZIJGEVEL heeft links een uitgemetselde schoorsteen. Daarnaast bevindt zich een uit de middenas gelegen risalerende travee waarin zich het trappenhuis bevindt. Op de begane grond bevinden zich twee smalle vensters met respectievelijk aan de linker- en de rechterzijde een luik. Hierboven bevindt zich een ten dele in de beschoten geveltop doorlopend venster met een stolpraam met een gedeeld bovenlicht en voorzien van glas-in-lood met medaillons.

Het zeer fraaie INTERIEUR van het pand verkeert nog grotendeels in de oorspronkelijke staat en bezit onder meer diverse in Art Nouveaustijl uitgevoerde onderdelen zoals een trappenhuis, stucplafonds en diverse betegelde lambrizeringen.

Langs de straat een fraai smeedijzeren HEKWERK in Art Nouveau stijl met daarin op twee plaatsen dubbele draaihekken. In het hek zijn op diverse plaatsen gestileerde bloemmotieven verwerkt.

Waardering

VILLA met TUINHEK uitgvoerd in Overgangsarchitectuur naar een ontwerp uit 1905 van ir. A.R. Freem.

Architectuurhistorische waarden:

- Het pand is van belang omwille van de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp zoals deze met name tot uitdrukking komen in de (gaaf bewaard gebleven) hoofdvorm, de fraaie detaillering en het materiaalgebruik, zowel in ex- als interieur. Opvallend zijn het smeedijzeren hekwerk langs de voortuin en het smeedijzeren hekwerk voor de ramen van de ingangspartij die in de trant van de Art Nouveau zijn uitgevoerd.

- Het pand vormt een goed en bijzonder rijk voorbeeld van een villa met kenmerken van de voor de periode 1900-1910 karakteristieke Overgangsarchitectuur waarbij sprake is van overwegend invloeden van Art Nouveau en de Chaletstijl.

- Het pand bezit een opmerkelijk en gaaf bewaard oorspronkelijk interieur waardoor er sprake is van een bijzondere samenhang tussen het exterieur en de interieuronderdelen.

- Het pand is van belang voor het oeuvre van de architect ir. A.R. Freem (1853-1912).

Stedebouwkundige waarden:

- Het pand vormt een belangrijk beeldbepalend element binnen de villabebouwing in het gebied tussen de Hoofdstraat en het Stationsplein in Velp. Tevens is er sprake van een ensemblewaarde in relatie met de overige villabebouwing aan de Havelaarstraat.

Cultuurhistorische waarden:

- Het pand is van belang als herkenbaar element uit een maatschappelijke ontwikkeling. Het pand is gebouwd als huisvesting van een nieuwe en kapitaalkrachtige vooral stedelijke elite, die zich bij voorkeur vestigde in kapitale villa's in ruim opgezette romantisch aangelegde villawijken.De bouw hiervan droeg ertoe bij dat het aanzien van het dorp en de sociale gelaagdheid van haar bevolking sterk veranderde.