Inleiding

Voormalige WINKELWONING waarin opgenomen een winkel, een kantoor en twee woningen. Het pand is in 1924 ontworpen door architect J. Kruijer in een regionale variant van de Amsterdamse Schoolstijl. In 1938 is aan de achterzijde van woning nummer 24 een garage met berging gebouwd. De garage die via een gemetselde muur met de winkelwoning is verbonden, is later gewijzigd en valt derhalve buiten de bescherming. In 1952 is het dak van het aangebouwde schuurtje achter nummer 25 gewijzigd en is er een muur tegenaan gemetseld; in 1972 is het pand intern verbouwd. Het pand dat nu alleen nog een woonfunctie heeft, is markant gelegen in het lint aan het Pekelderhoofddiep op twee straathoeken.

Omschrijving

Twee bouwlagen hoge WINKELWONING opgetrokken in een rode baksteen op een hoog trasraam van gesinterde klinkers afgezet met een rollaag. Het platte dak heeft betonnen "gootlijsten" met golfrandje op betonnen klossen en een fries van verticaal metselwerk. De gevels worden geleed door decoratief gemetselde lisenen en staande vensters met horizontale roeden in de bovenlichten en gemetselde onderdorpels. Een deels gemetselde, deels gepleisterde brede gevelband scheidt de verdieping van de begane grond en sluit de vensters op de begane grond af.

In de zuidwestgevel een twee- en een driedelig venster met bovenlichten met twee roeden; een driedelig keldervenster met rollaag; een paneeldeur met (nieuw) deurlicht tussen twee smalle zijlichten in een portiek met bovenin metselwerk met uitgespaarde ruitvorm; in de linker wand van de portiek een H-venster; voor de entree een twee treden hoge stoep van donkere klinkers. Op de verdieping een enkelvoudig, een twee- en een driedelig venster, alle met bovenlichten met één roede onder een anderhalfsteens rollaag. Op de hoek van de zuidwest- en de zuidoostgevel en betonnen zuil, vierkant van doorsnee, met bewerkt kapiteel op gemetselde basis; in de afgesnoten hoek een venster met twee roeden; onder het venster verticaal metselwerk. Op de verdieping, in de afgesnoten hoek een venster met één roede onder een anderhalfsteens rollaag en een gemetseld driehoekig balkonnetje met betonnen afdekrand.

De voorgevel (zuidoost) heeft op de begane grond een teruggeplaatst deel met betonnen overstek steunend op de hoekpilaar en een decoratieve betonnen console; een tweedelig venster met bovenlichten met twee roeden en een driezijdige erker met vier ramen met bovenlichten met twee roeden. In de rest van de gevel eenzelfde erker met aan weerszijden verticaal metselwerk en een winkelraam met een afgeknot driehoeksvormig bovenlicht met twee roeden en gekleurd glas-in-lood. Op de verdieping drie dubbele en twee enkelvoudige vensters met bovenlichten met één roede onder een anderhalfsteens rollaag. In de afgesnoten hoek van de zuidoost- met de noordoostgevel op de begane grond een winkeldeur onder een bovenlicht met geel glas en een roede, tussen twee schuin in de gevel geplaatste zijlichten met bovenlichten met twee roeden; voor de deur een twee treden hoge gemetselde stoep. Op de verdieping een balkondeur met een driehoekig balkon met gepleisterde balustrade.

In de noordoostgevel een winkelraam met een afgeknot driehoekig bovenlicht met twee roeden en gekleurd glas-in-lood, een erker als aan de voorzijde en een driedelig venster met bovenlichten met twee roeden. Op de verdieping drie driedelige vensters met bovenlichten met één roede onder een anderhalfsteens rollaag.

De verspringende achtergevel (noordwest) heeft op de verdieping een doorgetrokken gemetselde schoorsteen, een staand venster en een (vernieuwde) deur; in het terugspringende, aangesmeerde deel een vierruits venster en een (vernieuwde) deur.

Rechts aan de achtergevel, op de begane grond een platte aanbouw met betonnen gootlijst op klossen; aan de zuidwestzijde een dubbel venster met bovenlichten met twee roeden en aan de noordwestzijde een venster met bovenlicht en twee kleine liggende vensters. Aan de achterzijde van de aanbouw een SCHUUR met plat dak en betonnen gootlijst, met aan de zuidwestzijde een (vernieuwde) deur en een dubbel venster, en aan de noordwestzijde een w.c. venster, alle onder een rollaag.

Links aan de achtergevel, op de begane grond, een platte aanbouw met betonnen gootlijst op klossen. Aan de noordoostzijde een (later verkort) venster; aan de noordwestzijde een dubbel venster en een paneeldeur, alle onder bovenlichten met twee roeden; een dubbel keldervenster en een w.c.venster met rollaag.

In het INTERIEUR van nummer 25 is alleen van belang de voormalige kantoorruimte met kastenwand.

Waardering

Winkelwoning van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde

- als voorbeeld van een winkelwoning uit 1924 in een regionale variant van de Amsterdamse Schoolstijl

- vanwege de opvallende detaillering en het plastische gebruik van beton

- vanwege de redelijk hoge mate van gaafheid van het exterieur

- als goede representant van de lokale architect J. Kruijer

- vanwege de markante ligging aan het kanaal, op twee straathoeken