Groesbeekseweg 88, Nijmegen
Inleiding
Het DUBBEL HERENHUIS (boven- en benedenwoning) met HEKWERK is gebouwd in 1913 door architect B.T. Boeyinga in opdracht van aannemer J.C. Kropman.
Berend Tobia Boeyinga (1886-1969) werkte op het Amsterdamse architectenbureau van Ed. Cuypers toen hij in 1913 door Charles Estourgie, die op hetzelfde bureau werkzaam was en zich zelfstandig wilde gaan vestigen, werd gevraagd mee te verhuizen naar Nijmegen. Boeyinga werkte drie jaar bij Estourgie en vertrok in 1916 weer naar Amsterdam, waar hij vervolgens vier jaar verbonden was aan het bureau van Michel de Klerk alvorens als architect in dienst te komen bij de Gemeentelijke Woningdienst.
Het ontwerp van het dubbel woonhuis voor Kropman, dat hij als zelfstandig architect bouwde, vertoont invloeden van het Rationalisme en het werk van H.P. Berlage, met name in de gevelopbouw, de combinatie van orthogonale bouwvolumes, de loggia's in de derde bouwlaag en het gebruik van natuursteen op uit constructief oogpunt belangrijke plaatsen. De rijke detaillering, die onder meer tot uitdrukking komt in het siermetselwerk, het smeedwerk en de toepassing van bouwsculptuur, wijzen vooruit naar de Amsterdamse School. Het woonhuis is gelegen op een hoek van een kerkplein, dat is gelegen in de aaneengesloten zuidelijke gevelwand van de Groesbeekseweg tegenover de Fort Kijk in de Potstraat. De Groesbeekseweg, waarvan het begin binnen het beschermde stadsgezicht ligt, is een Nijmeegse uitvalsweg die is opgenomen in de laat 19de- en vroeg 20ste-eeuwse stadsuitleg. Bij de bouw van het pand hield Boeyinga al rekening met de Antonius van Padua-kerk die nog gebouwd moest worden (Jos. Margry 1917). De hoek wordt gemarkeerd door een torenachtige bouwmassa met een loggia in de derde bouwlaag. Bovendien is de aan het voorplein van de kerk grenzende linker zijgevel nadrukkelijk vorm gegeven. Aan deze zijde bevindt zich een lange doorlopende galerij die van de voortuin langs de keuken en de dienstingang naar de achtertuin leidt.
De voortuin wordt van het trottoir gescheiden door muurtjes met smeedijzeren hekwerken.
Omschrijving Het DUBBEL HERENHUIS, met een boven- en een benedenwoning, bestaat uit een voorhuis met drie bouwlagen en een achterhuis met twee bouwlagen, die met elkaar worden verbonden door een ten opzichte van de oostgevel terug gelegen tweelaags gedeelte, waarin de keukens en één van de drie trappenhuizen zijn ondergebracht. De daken zijn plat en voorzien van een bitumineuze dakbedekking, behalve bij iets hogere torenachtige bouwmassa op de hoek, die een zadeldak met rode muldenpannen heeft. Het pand heeft een min of meer rechthoekig grondplan en is opgetrokken uit roodbruine baksteen, gemetseld in kruisverband. De gevels zijn voorzien van siermetselwerk en natuurstenen accenten op uit constructief oogpunt bezien belangrijke plaatsen. De vensters zijn rechthoekig en meerdelig en voorzien van gemetselde lekdorpels en brede houten kozijnen met ramen die gedeeltelijk vervangen zijn door exemplaren met dubbel glas. Het trappenhuis heeft ijzeren ramen. De achtergevel heeft bij een verbouwing deels aluminium ramen gekregen. De vensters worden afgesloten door strekken met natuurstenen geboortestenen of door rollagen.
De asymmetrisch ingedeelde VOORGEVEL telt vier traveeën, waarbij smalle en bredere traveeën elkaar afwisselen. De smalle traveeën, waarvan de linker wordt gevormd door de hoektoren, zijn hoger, springen licht naar voren, worden afgesloten met een rollaag en een bakgoot op klossen en hebben in de eerste bouwlaag de ingangspartijen. Deze bestaan uit een paneeldeur met ruitje en smeedijzeren rooster en een 3- of 4-ruits bovenlicht met glas-in-lood in een kozijn op hardstenen neuten. Boven de deuren zijn bewerkte houten luifels aan getordeerde smeedijzeren trekstangen bevestigd. De rechter deur heeft glas-in-lood zijlichten. De deuren zijn toegankelijk via hardstenen stoepen tussen gemetselde muurtjes. Boven de afsluitende strekken bevinden zich velden met siermetselwerk en zandstenen platen met inschriften resp.: 'ANNO' en '1913'. De smalle traveeën hebben in de derde bouwlaag een loggia, die bij de rechter travee drie bogen en bij de linker travee twee bogen telt. De linker hoektravee heeft aan de oostzijde nog eens vijf bogen. De bogen hebben zandstenen aanzetstenen en zijn voorzien van gemetselde borstweringen met kruisvormige uitsparingen. Boven de bogen bevinden zich eveneens reeksen kruisvormige uitsparingen. De traveeën worden afgesloten met topgevels, de linker heeft een puntgevel, de rechter is recht afgesloten. De voorgevel wordt rechts afgesloten met een liseen, die wordt bekroond met een gebeeldhouwd blok zandsteen, dat aan de voor- en rechterzijde is voorzien van een gestileerde uil in reliëf. De topgevels en de liseen zijn onderling verbonden door middel van ijzeren stangen. De bredere iets teruggelegen traveeën hebben beide een erker met balkon, v.l.n.r. resp. een rechthoekige en een driezijdige erker. De balkonbalustrades zijn gemetseld en voorzien van kruisvormige openingen en natuurstenen afdekplaten. De balkons zijn toegankelijk via dubbele deuren met zij- en bovenlichten. De brede traveeën worden afgesloten met een uitgemetselde rand en een houten lijst.
De asymmetrisch ingedeelde LINKER ZIJGEVEL heeft rechts de drielaags hoektoren en links het tweelaags achterhuis. Hiertussen bevindt zich een teruggelegden lager drielaags gedeelte van twee traveeën. De linker travee van dit gedeelte heeft evenals de hoektoren veelruits ijzeren trappenhuisramen. De rechter travee heeft voor de keukens twee veranda's boven elkaar, waarvan de bovenste later is dichtgezet. Het venster boven de veranda's is later gewijzigd. Het linker venster in het achterhuis is eveneens later bijgemaakt. Over de volle breedte van de linker zijgevel bevindt zich een galerij in de vorm van een overdekte houten pergola die bestaat uit een balkenconstructie die rust op telkens twee paar stijlen. De stijlen, die onderling worden verbonden door andreaskruisen, staan op hardstenen basementen die zijn opgenomen in de gemetselde tuinmuur. In de tuinmuur zijn uitsparingen voor smeedijzeren sierhekken en aan de voorzijde bevinden zich tevens drie draaihekken, die toegang geven tot de twee voordeuren en de galerij. De asymmetrisch ingedeelde ACHTERGEVEL bestaat uit een teruggelegden drielaags gedeelte links en het tweelaags achterhuis rechts. Het linker gedeelte heeft voor de eerste bouwlaag een serre met balkon. De serre heeft een dubbele deur met zijlichten en glas-in-lood bovenlichten. De bovenpui is later opnieuw gemetseld. Het achterhuis is later naar achteren uitgebouwd en voorzien van een stalen veranda met balkon. Bovendien zijn alle ramen vervangen.
In het INTERIEUR is de indeling grotendeels bewaard gebleven. Ook zijn nog een aantal oorspronkelijke interieurelementen aanwezig zoals enkele marmeren schoorsteenmantels in de kamers en suite, een schouw met gekleurde tegels in de keuken, trappen met eenvoudige leuningen van bewerkte planken, een gang met terrazzo-mozaïek vloer en twee dubbele veelruits tochtdeuren, waarvan de bovenlichten diagonale roeden hebben, een wc met witte, zwarte en wit-zwarte patroontegels en door het gehele huis houten lijsten op ca. 2.50m hoog en paneeldeuren in vlakke omlijstingen, die worden afgesloten met een lijst met parelrand en soms ook met een houten vlak tympaan daarboven.
De afscheiding van de voortuinen rondom bestaat uit muurtjes met smeedijzeren HEKWERKEN.
Waardering
DUBBEL HERENHUIS met HEKWERK uit 1913 naar ontwerp van B.T. Boeyinga.
- Van architectuurhistorische waarde als een goed en vrij gaaf voorbeeld van een dubbel herenhuis met stijlinvloeden van het rationalisme en H.P. Berlage, dat bovendien vooruitloopt op de Amsterdamse School. Het huis heeft esthetische kwaliteiten in het ontwerp zoals de markante hoektoren met loggia, de rijke detaillering en het materiaalgebruik. Het huis is van belang voor het oeuvre van B.T. Boeyinga als een van zijn eerste zelfstandig uitgevoerde werken.
- Van stedenbouwkundige waarde vanwege de markante situering op een hoek in de aaneengesloten zuidelijke gevelwand van de Groesbeekseweg, één van de Nijmeegse uitvalswegen, die is opgenomen in de laat 19de- en vroeg 20ste-eeuwse stadsuitleg na afbraak van de vestingwerken en deel uit maakt van het beschermde stadsgezicht.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Groesbeekseweg | 88 | – | 6524 DH | Nijmegen | Altrade | – | Ja |
Groesbeekseweg | 90 | – | 6524 DJ | Nijmegen | Altrade | – | – |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | en bovenwoning | Benedenwoning |
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | twee herenhuizen | Herenhuis |
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | en benedenwoning | Bovenwoning |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | G | 774 | – | Hatert |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1913 | 1913 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Boeyinga, Berend Tobia ; Gelderland | architect / bouwkundige / constructeur | – |
Kropman, J.C. ; Gelderland | aannemer / uitvoerder | – |