Inleiding

WOONHUIS op rechthoekig grondvlak in dwarsrichting even achter rooilijn aan de Sint Martinusstraat te Venlo. Het huis is in 1908 als herenhuis gebouwd door architect Henri Seelen voor rekening van mr. W. Wolters te Venlo. Het pand maakt deel uit van de historische bebouwing van de Sint Martinusstraat, één van de oudste straten van de stad. Het pand is traditionalistisch, maar vertoont enkele opvallende kenmerken van de Art Nouveau, onder andere in de erfscheiding van een smeedijzeren hekwerk met florale motieven. Deze motieven worden ook gebruikt in het balkonhek en het afdak boven de deur.

Het pand is in de loop der tijd diverse malen verbouwd, zowel wat exterieur als interieur betreft. De eerste grote verandering betrof de verbouwing tot dokterspraktijk in 1967; hierbij vond in de praktijk een uitgebreide verbouwing plaats waarbij onder andere de pui in de spreekkamer (aanvankelijk drieledig) en in de wachtkamer (aanvankelijk een pui met middenstijl) werden vervangen door twee grote niet -gelede puien. Het balkon aansluitend aan de keuken werd vernieuwd; de onderbouw onder het balkon werd gesloopt; de trap vanaf het balkon werd gewijzigd; de toiletkast op het balkon werd omgebouwd tot bezemkast; in de keuken werd het aanvankelijk driedelig raam met afgerond bovenlicht vervangen door een groot raam; de badkamer werd gerenoveerd; er werd een kastenwand geplaatst op de overgang woonkamer-serre. In 1986 werd het stucwerk plafond in de voorkamer gerestaureerd. In dit jaar werd ook het souterrain verbouwd. In 1988 werd het mansarde-dakschild gerestaureerd met dakgoten aan de voorzijde; herstel van het voegwerk aan de voorzijde en van de ornamenten aan de topgevel. In 1996 werden de ramen en kozijnen aan de achterzijde vervangen (zolder-slaapkamer, trappenhuis en waskamer). In 1997 vond een renovatie en restauratie plaats: herstel van (sier-)smeedwerk namelijk de luifel boven de voordeur; balustrade van het balkon boven de erker; het hekwerk aan de straatzijde en de balustrade van het balkon boven de serre aan de achterzijde. Vervanging van de ramen en kozijnen aan de voorzijde (badkamer, balkonkamer, zolder en de zolder-slaapkamer); aan de achterzijde van de serre; aan de achterzijde het dak boven de aanbouw met dakgoten en balkon boven de serre vervangen; voegwerk aan de achterzijde en beide zijkanten hersteld. In 1998 werd het souterrain verbouwd.

Van bescherming uitgesloten zijn het glas-in-loodbovenlicht in de voorgevel, de bovenlichten in de erker, de kleine uitbouw met trap en bordes en ramen en kozijnen van de achtergevel.

Omschrijving Tweelaags pand met rechthoekig grondplan in dwarsrichting, met souterrain en kapverdieping onder afgeplat dak met dakschilden met leien in maasdekking. Het pand heeft een hardstenen plint en heeft een opstand van rode baksteen met een geleding van groen geglazuurde horizontale banden.

De VOORGEVEL heeft een asymmetrische indeling met een topgevel, een opvallende erkeruitbouw -welke zich uitstrekt over souterrain en gelijkvloers-, en rechthoekige gevelopeningen onder segmentbogen. Van beneden naar boven heeft de gevel de volgende indeling. Het gelijkvloers (souterrain) heeft de erker met breed raam, geflankeerd door twee smalle ramen. Links en rechts van de erker bevinden zich eveneens twee smalle, rechthoekige ramen. Boven elk raam is een natuurstenen latei aangebracht.

Rechts van de erker bevindt zich de eikenhouten voordeur met raampje met siersmeedwerk tralies. Boven de deur is een luifel van siersmeedwerk in Art Nouveau-stijl, met matglazen vensters. Het kozijn van de deur is aan de bovenzijde voorzien van een sierlijst met ojiefboogjes; daarboven bevindt zich een gebeeldhouwde natuurstenen latei welke bekroond wordt door een smal betegeld segmentboogje. Dit segmentboogje is omgeven door een boog van groene, geglazuurde baksteen. Boven de deur bevindt zich de reeds eerder genoemde luifel.

Aan de basis van de eerste verdieping, even boven de lateien van de souterrain-ramen in de erker, is een geprofileerde natuurstenen sierlijst. In dit vlak bevinden zich in de erker een groot raam, geflankeerd door twee zijvensters, allen voorzien van een natuurstenen onderdorpel; de drie matglazen bovenlichten van deze vensters zijn afgerond en voorzien van een sierlijst. Hierboven is de overstekende dakrand van de erker op houten consoles. Boven de luifel van de voordeur bevinden zich drie smalle, rechthoekige glas-in-lood ramen met natuurstenen onderdorpel. Boven deze ramen een gebeeldhouwde latei, bekroond door een met geglazuurde groene baksteen omgeven segmentboogje.

Het dak van de erker is het balkon van de tweede verdieping en wordt omgeven door een hek van siersmeedwerk in florale Art Nouveau-stijl. De toegang tot het balkon wordt gevormd door een dubbele deur, waarvan de middenstijl voorzien is van snijwerk en waarvan het bovenlicht bestaat uit vier smalle, rechthoekige raampjes met matglazen vensters. Aan weerszijden van de deur is een baksteenpijler, geflankeerd door een smal raam. Over de deur en de ramen loopt een gebeeldhouwde natuurstenen latei, welke rust op vier taps gevormde natuurstenen blokken. Boven deze latei bevinden zich segmentboogjes, corresponderend met reeds genoemde gevelopeningen. Rechts hiervan bevindt zich in dit vlak een T-venster dat op dezelfde wijze is omlijst als de deur.

De dakrand rust op houten consoles, tussen de consoles is een gebogen betimmering aangebracht met houten latjes. Boven de dakrand bevindt zich de geornamenteerde TOPGEVEL, welke iets vooruit springt ten opzichte van het meest rechtse deel van het pand. De topgevel is bekroond met een stucwerk dekplaat. Het dak is plat, aan de straatzijde is er sprake van een afgeplatte, met leien gedekte mansarde. In de topgevel is een T-venster met vier kleine rechthoekige bovenlichten; de hardstenen onderdorpel rust op pijlertjes van groen geglazuurde baksteen. Deze pijlertjes komen uit bij de sierrand van afgeronde bakstenen. Voorts bevindt zich rechts van de topgevel nog een dakkapel met eenzelfde T-venster als in de topgevel.

De ACHTERGEVEL is als volgt opgebouwd. Het linkerdeel bestaat uit een keukenuitbouw welke zich uitstrekt tot aan de tweede verdieping. Het rechterdeel van de gevel wordt gedomineerd door de serre met balkon. De tweede verdieping van de achtergevel ligt "vrij" en wordt aan de bovenzijde afgesloten met een sierlijst. In het rechterdeel van dit muurvlak zijn drie rechthoekige vensters met afgeronde bovenlichten onder een segmentboog en voorzien van een natuurstenen onderdorpel. Het linkerdeel kent hier geen gevelopening. Halverwege de tweede- en eerste verdieping (trappenhuis) bevindt zich in het linkerdeel van de gevel een langwerpig kruisvenster met afgeronde bovenlichten onder segmentboog. Ter hoogte van de eerste verdieping komt een deur met twee vleugels en drie afgeronde bovenlichten uit op het balkon welk gedragen wordt door het dak van de serre. Het balkon wordt aan de rechterzijde begrensd door een bakstenen muur en aan de tuinzijde door een gietijzeren hekwerk met rozetten.

Het INTERIEUR is op onderdelen nog gaaf te noemen. Dit geld met name voor de hal, één van de meest waardevolle vertrekken van het pand: naast een trap naar het gelijkvloers heeft de hal nog de authentieke marmeren vloerplaten, stucwerkplafonds en de -rechts achterin authentieke trap met geornamenteerde hoofdbaluster. Ter linkerzijde van de centrale gang bevinden zich de kamers-en-suite welke zijn voorzien van een floraal stucwerkrozet en stuc-sierrand.

Waardering Het pand is van algemeen belang. Het object heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de sociaal-economische ontwikkeling, namelijk de stichting van woningen in het bestaande stedelijke weefsel, met name langs uitvalswegen van de oude stad vanaf het einde van de 19e eeuw. Het is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het woonhuis. Het object heeft architectuurhistorische waarden vanwege de esthetische kwalitei-ten van het architectonisch ontwerp in combinatie met enkele opmerkelijke details -het smeedijzeren hekwerk van de erfafscheiding, balkon en luifel in florale Art Nouveau-stijl- en diverse bewaard gebleven elementen in het interieur. Tevens is het object van belang als voorbeeld van het oeuvre van de architect Henri Seelen. Daarnaast heeft het pand ensemblewaarde als karakteristiek onderdeel van de historische bebouwing van de Sint Martinusstraat. Het object is van belang wegens de gaafheid van het exterieur en de bewaard gebleven elementen van het interieur.