R.K. Kerk H. Hart van Jezus, Venlo
Inleiding
R.K. KERK H.Hart van Jezus, 1921-1926. Gebouwd in verschillende bouwfasen, in een door het Expressionisme beïnvloede bouwstijl naar ontwerpen van architect Jules Kayser. Opdrachtgever annex bouwheer was deken Matheus Bauduin. De kerk werd in 1922 ingewijd. De kerk is dominant gesitueerd in de zichtas die de Straelseweg vanuit de Venlose binnenstad vormt, bij de splitsing van Veldenseweg en Straelseweg. De hoofdvorm van de kerk is geïnspireerd door de typologie van de centraalbouw met koor en straalkapellen. De in het ontwerp van architect Jules Kayser voorziene klokkentoren, ten westen van de huidige entreepartij, is niet gerealiseerd. Mede als gevolg hiervan is het oorspronkelijk voorziene grondplan van de kerk aangepast. De entreepartij werd ondergebracht aan het uiteinde van een nieuw ontworpen schip aan de zuidzijde van de centraalbouw. Tussen 1921 en 1926 werd de sacristie met kapel ontworpen. In 1926 werd er tevens een ontwerp gemaakt om de kerk aan weerszijden van het schip en de centraalbouw nogmaals uit te breiden met zijbeuken en kruisarmen. In 1946 werd het entreeportaal van de kerk gewijzigd.
Omschrijving
Het kerkgebouw heeft een complexe, in hoofdvorm kruisvormige PLATTEGROND. De kerk kenmerkt zich door een hoge centraalbouw, omgeven door lagere bouwvolumes in twee niveaus. Het vooraanzicht vanaf de Straelseweg geeft daarmee de indruk van een zich trapsgewijs verbredende én verhogende bouwmassa. De sacristie met kapel aan de noordzijde heeft een in hoofdvorm rechthoekige plattegrond. De sacristie alsmede het priesterkoor zijn gedeeltelijk onderkelderd. De hoge vierzijdige centraalbouw wordt gedekt door een samenstelling van vier onder een rechte hoek op elkaar ingestoken ZADELDAKEN, met een kruisvormige noklijn. Op de kruising van deze vier daken bevindt zich een dakruiter met luidklok. Deze nokruiter is bekleed met zink en koper. De centraalbouw heeft op alle vier de hoeken een steunbeerconstructie, die wordt gedekt door een samenstelling van een tent- en een zadeldakje. De noklijn van deze dakjes vormt een hoek van 45 graden met de noklijnen van de centraalbouw. De rondom op de centraalbouw aansluitende bouwvolumes van het koor, de beide kruisarmen en het schip hebben dezelfde, maar in vergelijking met de centraalbouw aanzienlijk lagere, nokhoogte. De nokhoogte van deze zijvolumes komt overeen met de dorpelhoogte van de vensterreeksen in de vier gevelzijden van de centraalbouw. Het zevenzijdige koor heeft een samengesteld zadel- annex tentdak. Beide kruisarmen hebben een half schilddak. Het schip heeft een zadeldak, de entreepartij in het verlengde hiervan heeft een half tentdak. De nokhoogte van de zijbeuken van het schip, de sacristie en de uitbouwen in de oksels van centraalbouw en kruisarmen, schip of koor reikt tot de goothoogte van kruisarmen, schip en koor. Het betreft hier overwegend lessenaarsdaken. Het dak van de sacristie met kapel aan de noordzijde is een gecombineerd zadel- annex schilddak met een L-vormige noklijn. Op de nok van de sacristie een hoge schoorsteen. Alle daken worden gedekt met rode, rechtsdekkende HOLLANDSE PANNEN en hebben bakgoten zonder overstek. Kerk en sacristie hebben overwegend ijzeren spitsboogVENSTERS, grotendeels voorzien van glas-in-lood. De rechthoekige, deels dubbele houten DEUREN zijn geplaatst in spitsboogvormige omlijstingen met vulstukken. De kerk van het H.Hart van Jezus is opgetrokken in een donkere getinte BAKSTEEN. De gevels kenmerken zich door een expressieve baksteentoepassing, met name in de verticale ornamentering in de centraalbouw. Metselwerk in kruisverband, met open voegwerk, dat herhaaldelijk met platvol voegwerk is gerepareerd. Rode keramische dorpeltegels. De kerk heeft een robuust voorkomen mede vanwege een hoog, geprofileerd basement in de bouwvolumes rondom de centraalbouw. Daarboven, enigszins terugliggend ten opzichte van het basement, een bakstenen opstand die op regelmatige afstanden wordt ondersteund door op het basement rustende kleine steunberen. Op het basement een bovenafdekking van rode keramische tegels. De gevelvlakken worden beëindigd door geprofileerde, decoratieve streklijsten waarop de bakgoten rusten. Diverse rollagen. De CENTRAALBOUW heeft aan elke gevelzijde een topgevel, bekroond door een met decoratief metselwerk vormgegeven kruis. In deze topgevels telkens een reeks van vijf, in hoogte oplopende spitsboogvensters met glas-in-lood. Strekken met muizentandlijsten onder de vensterreeksen. In de topgevel aan de zuidzijde (gericht op de stad) is een uurwerk geplaatst. Op de hoeken van de centraalbouw steunbeerachtige pijlers, gekenmerkt door zich trapsgewijs verjongend en decoratief verticaal metselwerk. In deze hoekpartijen zijn drie ronde glas-in-lood-vensters geplaatst. Boven deze ronde vensters zijn metalen hoekelementen ter versteviging van de bouwconstructie aangebracht. In de KRUISARMEN ten westen en ten oosten van de centraalbouw is in de gevelvlakken boven het geprofileerde basement een reeks van vijf spitsboogvormige vensters geplaatst. Het schip wordt voorafgegaan door een driezijdig afgeschuinde ENTREEPARTIJ. Deze kenmerkt zich door drie hoge spitsboogopeningen, zes hardstenen traptreden en een portaalvloer gedekt met gebroken leisteen. In het portaal een rechthoekige, dubbele houten deur van rabatdelen, met beslag. Deze dubbele deur is geplaatst in een spitsboogvormig spaarveld. In het vulstuk een viervoudige frieslijst met spitsboogmotieven. Aan weerszijden van de dubbele houten deur zijn enkelvoudige rechthoekige houten deur geplaatst, in een getoogde omlijsting. Boven deze omlijsting een rond glas-in-lood bovenlicht. In de ZIJBEUKEN en de uitbouwen in de oksels van centraalbouw en kruisarmen zijn, onmiddellijk boven het basement, op regelmatige afstanden kleine gekoppelde spitsboogvensters met glas-in-lood geplaatst. Hiertussen bevinden zich kleine steunberen. De zijbeuk aan de oostzijde van het schip wordt beëindigd door een zij-ingang, die onder een zadeldakje dwars op de zijbeuk is ingestoken. Hierin, in een spitsboogvormig spaarveld, een rechthoekige dubbele houten rabatdelen deur met beslag. Het vulstuk is, boven de streklijst, gevuld met schoon metselwerk. Zevenzijdig KOOR aan de noordzijde van de centraalbouw. In vijf gevelvelden is, hoog in de gevel, één spitsboogvormig glas-in-lood venster geplaatst. Trapsgewijs uitgemetselde kroonlijst. In het basement de rechthoekige houten souterraindeur en een klein, rechthoekig houten souterrainvenster. Streklijsten boven de plint en onder de vensterdorpels. De SACRISTIE met kapel heeft in de asymmetrisch ingedeelde noordgevel een niet-oorspronkelijke, rechthoekige entreepartij. Links daarnaast, een spitsboogvormig souterrainvenster. De twee overige souterrainvensters zijn verwijderd ten behoeve van de nieuwe entreepartij. Boven de entree, in de tweede laag, een reeks van drie spitsboogvensters van de jongenssacristie. Daarnaast, op de gevelhoek, een spitsboogvenster van de sacristieruimte. In de westgevel van de sacristie, een reeks van drie spitsboogvormige souterrainvensters. Daarboven, een reeks van drie spitsboogvensters ten behoeve van de sacristieruimte. In de topgevel een spitsboogvormig zoldervenster. In de westgevel een enigszins teruggerooide entreepartij met luifel. In een spitsboogvormig spaarveld met vulstuk een rechthoekige houten rabatdelen sacristiedeur met beslag, bereikbaar via een aantal bakstenen traptreden.
Het INTERIEUR van de kerk wordt gedomineerd door het grote, geel genuanceerde bakstenen gewelf van de centraalbouw. Rode bakstenen gewelfribben, booglijsten en scheibogen. Rode bakstenen kolommen met gele bakstenen speklagen en gesneden voegwerk. Trekstangen in de centraalbouw. Geel genuanceerde bakstenen kruisribgewelven in het schip, de zijbeuken en de zij- annex koorkapellen. Spitsboogvormige ribben tussen de gewelven, scheibogen tussen de zijbeuken en het schip. In de kruisarmen twee geel genuanceerde bakstenen spitsbooggewelven, waartussen een rode bakstenen rib. Spitsbooggewelf bij de aansluiting van de sacristie naar de kruisarm. Het koor heeft een spitsbooggewelf, een rode bakstenen gewelfrib en daarachter een koepelgewelf met acht ribben. In 1970 vergroot priesterkoor van travertin. Hoge koorlambrisering in marmer. Wit gepleisterde gevelvelden tussen lambrisering en koorgewelf. Doopkapel, voorzien van een kruisribgewelf, met vont in de oksel van koor en oostelijke kruisarm. In het schip, achter de middendeur van de entreepartij, een entreeportaal op vierkante grondslag. Onder het zangkoor een entreeportaal op vierkante grondslag, onmiddellijk achter de middendeur van de entreepartij. Hierin spitsboogvormige bovenlichten met glas-in-lood en bakstenen traceringen, dubbele houten deuren. Zeer decoratieve, ornamentele en in details variërende wijwaterbakken. In de westelijke zijbeuk de kapel van OLV Altijddurende Bijstand, met witgepleisterde wanden en spitsbooggewelven, alsmede een bidkapel met half koepelgewelf en wit gesausde wanden. De kerk beschikt nog grotendeels over het oorspronkelijk kerkmeubilair en de oorspronkelijke rode vloertegels met zwarte kaders. Niet oorspronkelijke, detonerende schrotenbetimmering van de zangkoorbalustrade. In dit interieur zijn onder meer van belang: twee biechtstoelen met neogotisch maaswerk, ca. 1900, in de oostelijke zijbeuk; een zestal kerkbanken uit de kapel van Genooi, XIXa; kruiswegstaties in Franse zandsteen, XXb, naar een ontwerp van Charles Vos; zandstenen beeld H. Antonius van Padua, XXA; zandstenen beeld H.Jozef met Kind, XXA; H.Hartbeeld in hout, XXb; houten beeld Maria Onbevlekt Ontvangen, XXB; beeld Gemma Galgani, XXc; terra cotta beeldengroep beeldengroep met St.Joris te Beesel en de H. Familie, naar een ontwerp van Charles Vos, XXc; twee gebrandschilderde ramen in de devotiekapel voorstellende Maria ten Hemelopneming, O.L.Vrouw van Fatima, naar een ontwerp van Charles Eijck, ca. 1950; negen gebrandschilderde ramen in het koor, naar een ontwerp van Gisèle Waterschoot van der Gracht, 1950, met voorstellingen rondom het thema H.Hart. Sacristie met gave indeling en sobere inrichting, waaronder een hoge lambrizering. Eenvoudig figuratief glas-in-lood in de spitsboogvensters.
Waardering
De R.K. Kerk H.Hart van Jezus aan de Veldenseweg is van algemeen belang vanwege het geheel van navolgende waarden. De kerk is van cultuurhistorisch belang als een bouwkundige exponent van de ontwikkeling van het katholieke religieuze leven in de eerste decennia van de twintigste eeuw. De architectuurhistorische waarden van de kerk worden bepaald door de bouwstijl, het karakteristieke materiaalgebruik en de kwaliteit van het interieur. De kerk, die beschikt over een onderscheidende typologie, is van aanmerkelijk belang voor het oeuvre van architect Jules Kayser. De R.K. Kerk H.Hart van Jezus beschikt vanwege de situering in de zichtas van de Straelseweg over belangrijke ensemblewaarden en is een belangrijk markeringspunt in de stedenbouwkundige ontwikkelingen die Venlo vanaf de laatste decennia van de negentiende eeuw heeft ondergaan. De kerk is in redelijk tot hoge mate gaaf bewaard gebleven en beschikt over aanzienlijke architectuurhistorische en typologische zeldzaamheidswaarden.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Kerk | Religieuze gebouwen | Kerk en kerkonderdeel | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Veldenseweg | 2 | – | 5914 ST | Venlo | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 3497 | – | Venlo |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1921 | 1921 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Kayser, Jules ; Limburg | architect / bouwkundige / constructeur | – |