Villa Mosa, Venlo
Inleiding
Villa Mosa, 1903. Gesitueerd in het zuidelijke deel van het Wilhelminapark, dat is aangelegd na de slechting van de vestingwerken in het laatste kwart van de 19de eeuw ten behoeve van woningbouw voor de gegoede burgerij. De villa Mosa werd gebouwd in opdracht van de bankier Jos. R.H. van de Loo, naar een ontwerp in traditionele stijl van de Venlose architect Henri Seelen, dat voorts classicistische elementen vertoont. Hoogstwaarschijnlijk na de verkoop van de villa Mosa aan bierbrouwer Joh. Wolters in 1923 werd het van oorsprong platte dak, dat bereikbaar was via een trappenhuisopbouw onder een tentdak met vlaggenmast en omringd werd door een opengewerkte bakstenen attiek, van een kap voorzien. De attiek is daarbij in stand gebleven. In 1952 werd de villa Mosa in gebruik genomen als woonhuis annex bijkantoor van de verzekeringsmaatschappij R.V.S. en werd de oorlogsschade hersteld. De opdracht daartoe werd gegeven door de toenmalige eigenaar J. Wolters. De bouwkundige ontwerpen werden gemaakt door architect Th. van Boekholdt. Van bescherming uitgesloten is de in 1932 bijgebouwde garage.
Omschrijving
De villa Mosa heeft een in hoofdvorm vierkante PLATTEGROND en is aan de noordzijde voorzien van een uitgebouwde vijfzijdige erkerkamer en een buitenterras; aan de westzijde bevindt zich een uitgebouwde bordestrap, die toegang geeft tot de hoofdentree. De villa Mosa heeft twee BOUWLAGEN, een volledige souterrainverdieping en sedert 1923, een zolderverdieping. Het geheel wordt gedekt door een afgeplatte KAP, waarin aan de achtergevelzijde het trappenhuis onder tentdak doorloopt. De kap wordt omgeven door de oorspronkelijke bakstenen attieklijst. De dakschilden zijn gedekt met leien in schubdekking. De villa beschikt over de oorspronkelijke, geornamenteerde houten VENSTERS en DEUREN. De tweevoudige verticale indeling van de licht getoogde vensterbovenlichten werd in 1952 vervangen door bovenlichten zonder indeling, maar met glas-in-lood. Boven de vensters en deuren vanaf de eerste bouwlaag bevinden zich met onder meer rozetten geornamenteerde ijzeren lateien, waarboven vulstukken in rood-groen siermetselwerk en groen geglazuurde bakstenen rollagen. Deze lateien rusten op hardstenen blokken, als gevolg waarvan de bovenlichten enigszins zijn afgeschuind. De villa Mosa kenmerkt zich door gevels in rode VERBLENDSTEEN, gemetseld in kruisverband. Groen geglazuurde bakstenen rollagen, speklagen en lijsten. Hardstenen dorpellijsten. IJzeren lateien. De villa Mosa heeft in alle gevels een licht vooruitspringende PLINT, met groen geglazuurde bakstenen profiellijst. In beginsel bevindt zich in elke vensteras een licht getoogd, verticaal ingedeeld houten souterrainvenster. In de linker zijgevel (oostzijde) is het souterrainvenster in het trapbordes gedicht. In de rechter zijgevel (westzijde) bevinden zich twee souterrainvensters. Deze souterrainvensters zijn inmiddels voorzien van een niet-oorspronkelijke beveiliging van groen geverfd betonijzeren vlechtwerken. De VOORGEVEL (noordzijde) wordt in de eerste bouwlaag gedomineerd door een aanzienlijke vijfzijdige erker met balkon, waarvan de balustrade is vernieuwd. De erker telt vier vensterkozijnen en één rechthoekige dubbele houten terrasdeur, die toegang geeft tot het buitenterras aan de voorgevel. Het buitenterras is ontdaan van de oorspronkelijke toegangstrap en de balustrade. Deze balustrade is vervangen door een eenvoudig smeedijzeren hekwerk. Het metselwerk van het buitenterras is ten dele vernieuwd. Voorts bevinden zich in de eerste bouwlaag van de voorgevel nogmaals twee dubbele houten terrasdeuren. Tussen de waterlijsten boven deze deuren is het (vernieuwde) opschrift 'Villa Mosa' aangebracht. In de tweede bouwlaag geeft een rechthoekige dubbele houten deur toegang tot het erkerbalkon. Aan weerszijden van deze deur een blinde nis, waarin oorspronkelijk vaasornamenten op consoles waren geplaatst. De consoles zijn nog aanwezig. In de tweede bouwlaag van de noordgevel, boven beide terrasdeuren, een houten T-venster. De voorgevel wordt, evenals de overige gevels, bekroond door achtereenvolgens een decoratieve kroonlijst, een bakgoot op klossen en de attieklijst. Centraal op het dakschild, boven de attieklijst, bevindt zich een dakkapel met verticaal ingedeeld rechthoekig houten venster, met een houten boogfronton en klauwstukken. De linker ZIJGEVEL (oostzijde) telt vijf vensterassen. In de middenas is in de eerste laag de rechthoekige, dubbele houten toegangsdeur geplaatst. Deze is bereikbaar via een bordes, aan de noordzijde voorzien van enkele traptreden. Bordes en traptreden zijn gedekt met leisteen. Tussen de eerste en tweede vensteras vanaf de noordzijde bevindt zich een decoratief vormgegeven, risalerend schoorsteenkanaal, uitlopend in een hoge schoorsteen. De ACHTERGEVEL (zuidzijde) telt vijf vensterassen. Deze gevel wordt gedomineerd door het licht risalerende middengeveldeel van het trappenhuis. Dit middendeel loopt uit op een opbouw, die oorspronkelijk toegang gaf tot het platte dak en waarop thans de kapconstructie aansluit. In de plint van deze middenas is een licht getoogde dubbele houten souterraindeur met afzonderlijk zijlicht geplaatst. In de eerste bouwlaag een verticaal ingedeeld houten toiletvenster, in de tweede laag en in de opbouw een aanzienlijk rondboogvormig houten trappenhuisvenster, met T-vormige hoofdindeling, kruisvormige roedeverdeling in de venstervleugels en glas-in-lood. In de vensterassen ter rechterzijde bevinden zich respectievelijk twee blinde vensternissen alsmede een rechthoekig houten T-venster (eerste laag) en wederom een blinde vensternis (tweede laag). Laatstgenoemde nis was oorspronkelijk ook van een venster voorzien. In de beide vensterassen ter linkerzijde bevinden zich rechthoekige houten vensters met bovenlicht (eerste bouwlaag) en rechthoekige houten T-vensters (tweede laag). Over de volledige breedte van de achtergevel een buitenterras met rode verblendstenen omlijsting, waarvan het oorspronkelijke hekwerk is verwijderd. De rechter ZIJGEVEL (westzijde) is, behoudens een rechthoekig houten venster in de tweede bouwlaag, blind. Dit venster is geplaatst tussen twee risalerende schoorsteenkanalen, uitlopend in een hoge schoorsteen. De villa Mosa wordt aan de zijde van het Wilhelminapark omgeven door een uit 1951-1952 daterende sobere bakstenen ERFSCHEIDING, ter vervanging van de oorspronkelijke smeedijzeren hekwerken en het dubbele stel bakstenen hekpijlers met vazen. Het INTERIEUR van de villa Mosa is ten aanzien van de indeling nagenoeg volledig bewaard gebleven. Deze indeling kenmerkt zich in beide bouwlagen door een centrale gang, dwars op de linker zijgevel geplaatst, waarop alle verblijfsruimten uitkomen en die toegang geeft tot het centraal tegen de achtergevel geplaatste trappenhuis. Op de begane grond is de voormalige keuken als wachtkamer in gebruik (zuidoostzijde). Op de tweede bouwlaag is de voormalige badkamerruimte bij de achterkamer (zuidwestzijde) gevoegd door het verwijderen van een scheidingswand en de verplaatsing van de toegangsdeur van de aldus ontstane nieuwe kamer. In de achterkamer aan de zuidoostzijde is in afwijking op het oorspronkelijk ontwerp een keuken met toilet ingericht. Op de na 1923 ontstane zolderruimte is, door de plaatsing van binnenwanden, een zolderkamer gemaakt. In dit interieur zijn onder meer de volgende elementen van belang. De gang op de begane grond heeft een witmarmeren vloer. Alle ruimten op de begane grond, met uitzondering van de voormalige keuken, hebben stucornamenten in de vorm van kooflijsten en plafondornamenten c.q. rozetten. In de kamer aan de noordwestzijde bevindt zich een haardlijst. Op de tweede bouwlaag is de kamer aan de noordwestzijde voorzien van een niet-oorspronkelijke bakstenen haardlijst. Wel zijn de oorspronkelijke muurkasten in deze ruimten nog aanwezig. In vrijwel de gehele villa zijn de paneeldeuren opgedekt. De voormalige buitengevels van de trappenhuisopbouw zijn op de zolderverdieping nog herkenbaar aanwezig.
Waardering
De Villa Mosa is van algemeen belang vanwege het geheel van navolgende waarden. De villa is van cultuurhistorische waarde vanwege de bijzondere samenhang met de nederzettingsontwikkeling van Venlo (slechting vestingwerken) en de daaropvolgende stedenbouwkundige aanleg van het Wilhelminapark ten behoeve van de gegoede burgerij. De architectuurhistorische waarden van de villa Mosa worden bepaald door de toegepaste bouwstijl, de karakteristieke bouwmaterialen en de ornamentiek. De villa Mosa is een belangrijk specimen uit het oeuvre van de Venlose architect Henri Seelen. De villa Mosa is van belang voor zowel de stedenbouwkundige als de visuele gaafheid van het Wilhelminapark en beschikt juist vanwege de situering in het Wilhelminapark over een aanzienlijke ensemblewaarde. Het exterieur en interieur van de villa Mosa zijn in redelijk tot hoge mate gaaf. Voornoemde waarden maken de villa Mosa in bovenregionaal opzicht zeldzaam.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Wilhelminapark | 11 | – | 5911 EC | Venlo | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | – | Villa |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 2829 | – | Venlo |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1903 | 1903 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Seelen, H. ; Limburg | architect / bouwkundige / constructeur | – |
Rosseels ; Limburg | architect / bouwkundige / constructeur | – |