Korte Geer 11, Delft

Inleiding

In 1906-1907, in opdracht van het Ministerie van Justitie gebouwd onderkomen voor het KANTONGERECHT, oorspronkelijk met DIENSTWONING en KANTOOR Registratie Domeinen. Het hoekgebouw is gebouwd naar een ontwerp van de toenmalige rijksbouwmeester (hoofdingenieur) voor gevangenissen en rechtsgebouwen W.C. Metzelaar in een late variant van een aan de Neo-Hollandse Renaissance verwante bouwstijl. Zowel het exterieur als het interieur zijn in vrijwel oorspronkelijke staat bewaard gebleven. Het beeldbepalende hoekpand vormt de afsluiting van een gesloten gevelwand aan zowel de Korte Geer als de Breestraat en maakt deel uit van het beschermde stadsgezicht van Delft.

Omschrijving

Vanuit een vlindervormige plattegrond, in miskleurige klinkers (achterzijde), rode verblendsteen (voorzijde) en accenten en details van hardsteen en Udelfanger zandsteen opgetrokken, driedelig hoekpand. Zowel het overhoekse, risalerende middenvolume als de hier schuin achterstaande vleugel aan weerszijden staan boven een hardstenen plint, ze hebben een verdieping onder met leien (Maasdekking) gedekte afgeknotte schilddaken en zijn voorzien van voornamelijk rechtgesloten en enkele rondboogvormige gevelopeningen. De drie bouwdelen vormen gezamelijk een vrijwel symmetrisch geheel. De symmetrische, drie traveeën brede en met speklagen doorsneden middenrisaliet heeft in het midden op de begane grond de hoofdentree. Deze bestaat uit een inpandig, rondboogvormig portiek met archivolten en een brede sluitsteen met wapen met de Nederlandse leeuw in reliëf. De boven een hardstenen stoepje staande dubbele paneeldeur is voorzien van decoratieve raamijzers en een halfronde stolpnaald. De deur staat onder een zandstenen kalf en een vijfdelig rondboogvormig bovenlicht. Aan weerszijden bevindt zich een zesdelige vensterpartij met gemetselde tussenstijlen en zandstenen tussendorpels. De bovenramen staan onder rondboogvormige ontlastingsbogen met sluitstenen, geprofileerde zandstenen bovendorpels en met zandstenen reliëfs gevulde boogtrommels. De hardstenen onderdorpels liggen over de gehele breedte van de travee. De zandstenen onderdorpels van de verdiepingsvensters zijn doorgetrokken over de gehele gevelbreedte en dienen tevens als cordonlijst. De drie zesdelige vensterpartijen zijn als die op de begane grond. De gevel wordt beëindigd door een entablement met triglyfen van zandsteen, in het verkropte midden een tussen overhoekse uitmetselingen met kraagstukken staande plaat met de vermelding van het bouwjaar (ANNO-1907) en een geprofileerde gootlijst. Uit het dakschild erboven steekt een grote gemetselde dakkapel met rondboogvenster, vleugelstukken, met leien beklede wangen, een geprofileerde daklijst aan het met zinken roeven gedekte zadeldak en een fronton met geprofileerde randen, een timpaan en een gebeeldhouwde heraldische, schilddragende leeuw als bekroning. De zijgevels van de middenrisaliet bevatten per bouwlaag een tweedelig venster met zandstenen tussendorpel onder een rondboogvormige ontlastingsboog en een boogtrommel met gemetseld vlechtwerk.

De linker, op de gracht gerichte vleugel aan de Korte Geer is in grote lijnen te vergelijken met de middenrisaliet. De symmetrische, drie traveeën brede en met speklagen doorsneden gevel met hardstenen plint heeft in het midden een entreepartij met deur voor de conciergewoning. Deze bestaat uit een rondboogvormige portiek met hardstenen trap, archivolten rondom de opening en een dubbele deur met kruisramen onder een vijfdelig rondboogvormig bovenlicht. Aan weerszijden staat een vensterpartij met gemetselde middenstijlen tussen rechtgesloten ramen met geprofileerde zandstenen tussen- en bovendorpels onder een rondboogvormige ontlastingsboog met sluitsteen en met gemetseld vlechtwerk ingevulde boogtrommels. De drie vensterpartijen op de verdieping zijn als de vensters op de begane grond. De gevelbeëindiging is evenals de dakkapel te vergelijken met die van de middenrisaliet. De schuine rechter zijde van dit bouwdeel bevat per bouwlaag een rondboogvormig blind venster. De linker zijgevel vormt een geheel met de rechter zijgevel van het belendende pand. De gevel van de rechtervleugel (Breestraat) bevat geen entree, maar is verder identiek aan de voorgevel van de linkervleugel, evenals de dakkapel erboven. De schuine linker zijde is identiek aan de schuine rechter zijde van de linkervleugel. De rechter zijgevel is blind en wordt slechts horizontaal geleed door een speklaag ter hoogte van de onderdorpels van de verdiepingsvensters. Tegen de rechtervleugel staat een laag volume (garage) met rechtgesloten dubbele deuren tussen op zandstenen neuten staande gemetselde kolommen. De deuren staan onder segmentboogvormige ontlastingsbogen. De sobere achterzijde van het gebouw staat rond een kleine, geheel omsloten binnentuin. Alle vensters, die een zeer verschillend formaat hebben, zijn rechtgesloten en staan tussen hardstenen onderdorpels en strekken. De qua hoogte verspringende geveldelen staan parallel met de voorgevels en worden voor een deel beëindigd door op met cannelures verlevendigde klampen liggende dakgoten of eveneens geprofileerde lijsten. De verdieping van het gedeelte rechts van het traplicht is toegevoegd. De achterdeur staat onder een drieruits bovenlicht. Een tweede deur voert naar een kleine kelder. Geheel rechts bevinden zich een kleine houten schuur en een grotere schuur met rondboogdeur.

Het interieur is voor een belangrijk deel in de oorspronkelijke staat gebleven en omdat het gebouw ook nog de oorspronkelijke functie heeft, is het representatief voor een vroeg-twintigste eeuws gerechtsgebouw. Een vijftal vertrekken bevat nog een marmeren schouw, die alle overhoeks zijn geplaatst. Hoewel de meeste plafonds zijn verlaagd, zijn de oorspronkelijke stucplafonds erachter nog intact. De deuren in het gebouw zijn paneeldeuren binnen een geprofileerde omlijsting. Het ingangsportaal heeft een granitovloer, wanden van beige verblendsteen, gepleisterde baksteen en een houten profiellijst als beëindiging. Het stucplafond is voorzien van een cirkelvormige profiellijst. De tochtdeuren tussen portaal en centrale hal zijn vernieuwd. De vloer en de wanden van de hal zijn eveneens van granito. De wanden hebben een hardstenen plint en hebben net als die in het portaal een onderzijden van verblendsteen. De gepleisterde wanddelen hierboven zijn voorzien van schijnvoegen. Het plafond is een geprofileerd driedelig cassettenplafond. De acht diepliggende paneeldeuren staan in een geprofileerde houten omlijsting, die middenboven hoger opgaand is, en een rondboogvormige stuclijst met kraalprofiel. Een halletje rechts bevindt zich achter overhoeks geplaatste deuren. Rechts van de trap is een open ruimte met een deur onder de derde steektrap van de in een riant trappenhuis staande trap naar de verdieping. De driedelige trap bestaat uit drie steektrappen met tussenbordessen, klimmende gekeperde plint van hardsteen, natuurstenen treden en een smeedijzeren trapbalustrade met geprofileerde houten handlijst. De trappaal is gemaakt van opengewerkt smeedijzer met een houten kop en staat op de bredere aantrede. De aan de wand bevestigde handlijst is eveneens van geprofileerd hout. Het trappenhuis en de open ruimte ernaast worden van de hal gescheiden door een brede, korfboogvormige toog.

Het trappenhuis heeft afgeschuinde hoeken en onder rondbogen staande traplichten met glas-in-lood in zowel de achtergevel als in de zijwanden. Het trappenhuis en de verdieping worden eveneens van elkaar gescheiden door een korfboogvormige toog. De overloop van de verdieping heeft wanden die zijn voorzien van paneellambrizeringen en omlijste paneeldeuren als die op de begane grond. Op de verdieping bevindt zich onder meer de zich achter een dubbele deur bevindende zittingszaal. De wanden van deze zaal zijn eveneens voorzien van een paneellambrizering, maar worden bovendien beëindigd door een entablement met boogfries en een als kroonlijst dienende koof. Het stucplafond is een brede profiellijst tussen moerbalken, die rusten op consoles. Ook de wanden van de ernaast gelegen wachtkamer zijn bekleed met paneellambrizeringen. De zolder is te bereiken via een trap met houten trappalen. De kappen rusten op een uit schenkelspanten met hangstijlen samengestelde constructie. Omdat de plafonds van de overloop en de zittingszaal hoger zijn dan die van de andere vertrekken ligt de zoldervloer erboven hoger dan die van de belendende bouwdelen. De conciërgewoning in het linker bouwdeel is voorzien van een scheluwetrap die is voorzien van een houten trappaal en geprofileerde handlijsten op een balustrade van getordeerde spijlen die zijn gestoken in het paneelbeschot van de trapbomen. De trap loopt van de begane grond naar de zolder. De verdieping met de voormalige slaapkamer is voorzien van een schouw met een houten schouwmantel. De schouw in de voormalige keuken is bovendien betegeld aan de binnenzijde. De kelder heeft een uit troggewelfjes samengesteld plafond.

Waardering

Het kantongerechtsgebouw is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de architectuurhistorische en de stedenbouwkundige waarde.

Het kantongerecht heeft cultuurhistorische waarde vanwege de bijzondere functie en als een bijzonder en representatief voorbeeld van een typologische ontwikkeling.

Het gebouw heeft architectuurhistorische waarde als onderdeel van het oeuvre van de rijksbouwmeester W.C. Metzelaar, dat vanwege de detaillering, het materiaalgebruik en de opzet een goed voorbeeld is van 'rijksarchitectuur' uit deze periode.

Het gebouw heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de bijzondere situering op een hoek in de oude binnenstad van Delft. Het gerechtsgebouw is een beeldbepalend onderdeel van de bebouwing aan de Korte Geer en de Breestraat en een karakteristiek onderdeel van het beschermde stadsgezicht van Delft.

Het kantongerecht is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van het exterieur en belangrijke delen van het interieur.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
525304
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Dienstwoning(K4) Woningen en woningbouwcomplexen Dienstwoning(K) oorspronkelijke functie
Kantongerecht Bestuursgebouwen, rechtsgebouwen en overheidsgebouwen Gerechtsgebouw(E) oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Korte Geer 11 2611 CA Delft Ja
Korte Geer 11 A 2611 CA Delft
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
E 2616 Delft
E 2617 Delft
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1906 1907 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Metzelaar, W.C. ; Drenthe ingenieur
Naar boven