Ned.Herv. of St. Geertruidskerk, oorspronkelijk grootscheepse, geheel overwelfde en met natuursteen beklede kruisbasiliek, behorend tot de Brabantse gotiek. Bij de herbouw van 1752, na het zware bombardement van 1747, bleef het oude grondplan vrijwel ongewijzigd: een driebeukig schip met zijkapellen, transept, koor met omgang en zijkapellen langs de rechte zijden, te weerszijden van de sluiting de zijbeuken van een tweede transept, aan de westkant een ingebouwde toren. In plaats van de hoge lichtbeuk van schip, transept en koor bouwde Dirk Dijkerhof een lagere houten tongewelfconstructie, in het schip doorkruist door dwarse tongewelven tussen transept-achtige zijtopgevels van baksteen. De zijkapellen behielden alle hun overwelving. Het oudste gedeelte is de met Gobertangersteen beklede torenromp, die uit plm 1350 dagtekent en na 1752 bekroond is met een houten, met lood beklede, achtkante koepel en in 1952 gerestaureerd is. Het koor werd in 1443 begonnen (in 1428 is de kerk tot collegiale verheven) naar ontwerp van meester Everaert Spoorwater; het triforium is in 1752 geopend om als vensterreeks dienst te doen. In de loop van de 15e eeuw volgde de bouw van het schip, na de dood van Spoorwater onder leiding van Anthonis Keldermans. In 1504 wordt naar diens ontwerp, begonnen met een geweldige uitbreiding: tegen de koorsluiting werd een tweede transept met zijbeuken en een koor opgetrokken, een werk dat onvoltooid bleef en in 1700 werd afgebroken behoudens de overwelfde westelijke transeptzijbeuk; ter plaatse ontstond aldus een vergroting van de Vrijthof, die de naam Parade kreeg en met bomen beplant werd. Inventaris: Gesneden eiken kansel met koperen lezenaar (XVIIIc) en klankbord uit 1805, door Louis del Haye uit Antwerpen, die al in 1770-71 het orgel met galerij leverde, versierd met rococo-motieven. Een groot aantal rijke grafmonumenten, door het bombardement van 1747 zeer geschonden: tombe met knielende figuren van Adriaan van Reymerswaele (overl.1534) en Johanna de Glymes (overl.1532) met sierlijk renaissance ornament; dergelijke tombe voor Jeronimus van Tuyll van Serooskerken (overl.1571) en Eleonora Micault (overl.1539); gekleurd marmeren monument met door zuilen gedragen overhuiving waaronder de knielende figuren van gouverneur Willem van der Reydt Broeckem en Judith van Aeswijn, opgericht in 1625; grafmonument in dezelfde trant voor gouverneur Louis de La Kethulle (overl.1631); monument van zwart en wit marmer met de liggende beeltenis van gouverneur Charles Morgan (overl.1642) en daarboven in een nis de beelden van zijn dochter Anna en kleindochter Elisabeth, waarschijnlijk werk van Francesco Dieussart. Houten monument voor Johan Jacob van Volbergen (overl.1778) met Lodewijk XVI snijwerk. Twee memorieplaten voor de Engelse officieren in 1814 voor de stad gesneuveld, een van marmer, de ander van toetssteen. Epitaaf van toetssteen (1552) met drie wapens: fragment van een zandstenen epitaaf (XVI B). Een dertigtal rijkversierde grafzerken, uit de 15e-18e eeuw in het koor. Drie koperen kaarsenkronen van twee rijen armen, blijkens opschrift gegoten door Joh.Specht, Rotterdam 1753, en een van drie rijen (XVIII) met wapenschildjes. Tijdens een brand in 1972 werd de kerk zwaar beschadigd en ging een gedeelte van de inventaris verloren. In 1987-1988 werden allerlei onderdelen uit de kerk van de H. Maagd Maria Ten Hemelopneming overgebracht naar de Geertruidskerk. Tijdens de restauratie die volgde op de brand is het schip gedeeltelijk in vereenvoudigde vorm herbouwd. Orgel van Richard Ibach uit 1864, in 1915 en 1965-1972 ingrijpend verbouwd. Uit 1864 bleven bewaard: de orgelkas en frontpijpen, de inwendige constructie, delen van de windvoorziening, een orgelbank en delen van het pijpwerk. De bij de verbouwingen toegevoegde onderdelen vallen buiten de bescherming. Eénklaviers orgel, ca 1740 gemaakt en aangekocht vanuit Mol (België). IJzeren hek aan de Markt met hardstenen palen. Mechanisch torenuurwerk en speeltrommel, B. Eijsbouts, 1938, elektrische opwinding. Orgel, gemaakt door C.J. Rogier in 1857, met een klavier, aangehangen pedaal en negen registers. In 1939 in het nieuwe kerkgebouw van de Lutherse gemeente geplaatst en in 1980 gerestaureerd door de firma A. de Graaf te Leusden. In 2010 in beheer overgedragen aan de Stichting Nationaal Kerkmuziekcentrum en geplaatst in de Grote of Gertrudiskerk eveneens te Bergen op Zoom. Het instrument blijft in eigendom van de Lutherse gemeente.