STADHUIS. Het oude stadhuis, thans gemeentelijk archief, werd gebouwd tussen 1345 en 1350; in 1543 werd het door brand geteisterd. Restauraties eind XIX en XX. Het bouwwerk, opgetrokken op een rechthoekige grondslag, bestaande uit twee verdiepingen, die gedekt worden door een zadeldak tussen topgevels; arkeltorentjes op drie hoeken en tegen de zuidwesthoek een aangebouwde toren, de z.g. schepentoren. Overvloedige toepassing van natuursteen voor de sierdelen; rijkbewerkte balustrade tussen de beide arkeltorentjes aan de westzijde, de westgevel is versierd met zes natuurstenen beelden van Johan Polet ter vervanging van de oorspronkelijke, die in het museum zijn ondergebracht. De beide topgevels zijn voorzien van een gewrongen pinakel. De schepentoren gaat na een omgang met kantelen van een rechthoekige op een achtzijdige grondslag over en wordt gedekt door een geestige opengewerkte spits. Inwendig een kelder met kruisgewelven; op de verdieping de schepenzaal met een gesneden portaal (1546) en een eiken wandbetimmering (1545) tussen twee korintische zuilen; verder een rijk gesneden schepengestoelte (1543-1545) van de hand van de stadstimmerman Mr Vrederick, een fraai gebeeldhouwde bergstenen schoorsteen van Colijn de Nole uit Utrecht en in het midden van de zaal een gebeeldhouwd eiken hekwerk. De zaal is gedekt met een houten tongewelf. In de schepentoren een met een stergewelf overkluisd vertrek voorzien van een eiken deur (1546) en van een ijzeren deur (ca.1300), afkomstig uit het roofslot Voorst.