Pand met monumentale gevel in renaissancetrant met grote trappen, versierd met vleugelstukken en obelisken en een bekronend fronton, waaronder het jaartal 1631. De gevel, rijk voorzien van Bentheimerstenen sierdelen heeft tussen de vensters van iedere verdieping geblokte lisenen, die waterlijsten dragen, onder welke, midden boven de vensters, consoles. Rijke muurankers, late Empire-ramen en deurpartij met pilasters en hoofdgestel (ca.1800). Tegen de zuidelijke gevel een veelhoekige traptoren. De achtergevel heeft in- en uitgezwenkte contouren, geprofileerde natuurstenen vensterdorpels en muurankers. Achterhuis, schuin op de as van het pand en aansluitend bij de achtergevel onder zadeldak. In de tuinkamer schouw in Lod. XV vormen.