Van oorsprong middeleeuws PAND van twee bouwlagen met kap en mogelijk al een kelder. In de 16e of 17e eeuw uitgebreid met een achterhuis, met half ondergronds gelegen kelder, van twee bouwlagen en een kap.

De (latere) kelder onder het voorhuis heeft een houten zoldering van balken met tussengelegen troggewelfjes en dateert waarschijnlijk uit de 19e eeuw.

De kelder onder het achterhuis heeft een enkelvoudige balklaag. De bevat nog twee sleutelstukken uit de bouwtijd. Tegen de achterwand, iets links van het midden, bevinden zich de restanten van een stookplaats. In de linker zijwand bevond zich een vierlicht, waarvan de linker stijl en wellicht de bovendorpel nog aanwezig zijn. Links hiervan een bevindt zich een dichtgezette opening naar buiten. De begane grond van het voorhuis is drie balkvakken diep. Beide moerbalken hebben nog hun originele sleutelstukken (16e - 17e eeuw), waarvan er een is weggezaagd. Het middelste balkvak toont tegen de rechter bouwmuur het stookgewelf van een haardplaats op de eerste verdieping.

De begane grond van het achterhuis (de opkamer) heeft in de balklaag van moer- en kinderbinten dezelfde sleutelstukken als de kelderbalklaag. De eerste verdieping van het voorhuis heeft eveneens een balklaag van moer- en kinderbinten. De sleutelstukken zijn hier weggezaagd. Tegen de rechterwand is in het stucwerk vaag een voormalige schouw te herkennen.

De eerste verdieping van het achterhuis is bij een verbouwing in de jaren zestig van een houten zijgevel voorzien.

De over het voor- en achterhuis doorlopende kap heeft vier spanten, waarvan de twee boven het voorhuis zijn voorzien van telmerken. Deze spanten zijn van secundair verwerkt eikehout en dateren waarschijnlijk uit de 16e eeuw. De spanten boven het achterhuis zijn (nog) niet nader te dateren.

Het pand is bouwhistorisch van belang.