Inleiding HERENHUIS, gesitueerd in de gesloten, uit eind negentiende-eeuwse herenhuizen bestaande noordelijke gevelwand van de Praediniussingel, gebouwd in 1898 in opdracht van de Groninger aannemer/architect P. Belgraver naar eigen ontwerp in neo-Renaissance-stijl. Het gebouw maakt deeel uit van een ensemble van twee herenhuizen. Het betegelde voorerf wordt omzoomd door een sierlijk bewerkt smeedijzeren hekwerk. Het gebouw is thans nog in gebruik als woonhuis. De begane grondverdieping is gemoderniseerd. Omschrijving Het gebouw is opgetrokken op een rechthoekige plattegrond en telt drie bouwlagen onder een afgeknot schilddak, belegd met een platte Friese pan. De gevel wordt beëindigd door een friessuggestie, bestaande uit gecanneleerde consoles, die een geprofileerde bakgoot draagt. De voorgevel is drie raamtraveeën breed, opgetrokken uit rode baksteen en voorzien van een hardstenen plint. Het gevelmuurwerk is verlevendigd met stuc dorpelbanden. Het voordakschild bevat een forse kajuit met rolwerkwangen, die wordt bekroond door een fronton. Op de begane grond zijn de vensters rechtgesloten en gedecoreerd met negblokken en sluitstukken. Een gestucte cordonlijst scheidt de begane grond van de eerste verdieping. Boven de ingang is tegen de gevel een rechthoekige houten erker op bewerkte consoles geplaatst. De erker is gedecoreerd met een lijstbakgootje. De vensters op de eerste verdieping zijn eveneens rechtgesloten en worden bekroond door tympanen. De vensters op de tweede verdieping zijn kepervormig gesloten. De achtergevel bevat de oorspronkelijke indeling met een brede rechthoekige houten serre. Op de verdieping bevinden zich drie rechtgesloten vensters met segmentboogvormige ontlastingsbogen. Het smalle voorerf is betegeld met okerkleurige tegels en omzoomd met een sierlijk bewerkt, smeedijzeren hekwerk. Inwendig nog van belang de kamers en suite op de bel étage met houten schuifdeuren, zwartmarmeren schouwen en geornamenteerde stuc plafonds. Waardering HERENHUIS MET IJZEREN HEKWERK, zorgvuldig vormgegeven in de karakteristieke bouwstijl van de neo-Renaissance met een ingetogen architectuur uit 1898, karakteristiek voor de architectuur uit het laatste kwart van de negentiende eeuw, van algemeen belang uit stedebouwkundig, cultuurhistorisch en architectuurhistorisch oogpunt als gaaf onderdeel van de hoogwaardigestedebouwkundige structuur van de singelreeks aan de zuidkant van de binnenstad van Groningen.