Inleiding

Omstreeks 1920 naar ontwerp van architect W. Blokland gebouwde vrijstaande VILLA in een traditionalistische bouwstijl. De villa is gebouwd in opdracht van E. Balster, directeur van 'The Vulcan Coalcompagny' en prominent gesitueerd tegenover het Oranjepark, op de hoek van de Parkweg en de Julianansingel. Het pand wordt omgeven door een ruime tuin die aan de straatzijden wordt afgescheiden door een TUINHEK. In 1947 is de villa aan westzijde met een serre en aangrenzend ommuurd terras uitgebreid. Uit 1947 dateert ook het glas-in-lood met gebrandschilderde panelen in de vensters van het trappenhuis.

Omschrijving

De villa is op een onregelmatige plattegrond opgetrokken en bestaat uit twee bouwlagen en een hoge zolderverdieping onder een met rode opnieuw verbeterde Hollandse pannen belegd schilddak met aangekapte zadeldaken over de risalieten die de voor- en rechter zijgevel markeren. De nokuiteinden van het schilddak worden door pironnen bekroond. Rondom loopt een overstekende, houten bakgoot op geprofileerde klossen. De gevels zijn in donkerrode baksteen in kruisverband opgetrokken en voorzien van gemetselde rollagen, waterlijsten, tandlijsten en terugliggende decoratieve velden. Natuursteen is toegepast voor bescheiden hoekaccenten, aanzetstenen en sluitstenen in de rollagen boven vensters en deuren. De in hout uitgevoerde vensters en deuren komen zowel enkelvoudig als samengesteld voor, gedeeltelijk geflankeerd door houten luiken. De glasopeningen van de balkon- en tuindeuren zijn aan de bovenzijde geprofileerd en de bovenlichten zijn voorzien van een opvallende ruitvormige roedeverdeling. De kelder die zich onder het gehele pand bevindt wordt verlicht door lage vensters in de noord- en oostgevel. De voorgevel aan de Parkweg heeft een hoge middenrisaliet die in een puntgevel eindigt. Langs de oostzijde van het risaliet loopt een hoge schoorsteen. De flankerende geveldelen zijn twee bouwlagen hoog en hebben een balkon. In het uitgemetselde middendeel van het risaliet bevinden zich de hoofdentree en de vensters van het trappenhuis. De partij wordt bekroond met een oeil-de-boeuf voorzien van glas-in-lood met een gebrandschilderde figuratieve afbeelding en afgesloten met twee gemetselde decoratieve driehoeken. De voordeur is voorzien van zijlichten en wordt afgesloten door een gebogen luifel die is dichtgezet met glas-in-lood. De entree is te bereiken via drie hardsteen stoeptreden. Aan weerszijden van de entree bevinden zich in het middenrisaliet smalle glas-in-loodvensters met figuratief gebrandschilderd glas. In de eerste bouwlaag is rechts van de middenpartij onder een rechte houten luifel de dienstingang naar de keuken gesitueerd. De houten keukendeur is toegankelijk door middel van een hoge natuurstenen stoep met drie treden. Rechts wordt de luifel ondersteund door een gemetselde muur en links door een houten stijl. Ter linkerzijde van de deur een achtruits zijlicht. Boven de luifel bevindt zich een bovenlicht met ruitvormige roedeverdeling. Links van de middenpartij bevinden zich in de gevel twee vensters voorzien van glas-in-lood. De tweede bouwlaag bezit aan weerszijden van de middenpartij een balkon met een houten balustrade die aan de bovenzijde wordt afgesloten met een houten bloembak. De hoekpijlers van de balkons zijn voorzien van decoratief metselwerk. De balkons zijn toegankelijk via dubbele balkondeuren met ruitvormige roedeverdeling in de bovenlichten. De asymmetrische rechter zijgevel (oostgevel) aan de Julianasingel bezit rechts een risaliet met in de eerste bouwlaag een driedelig venster met bovenlichten afgesloten door siermetselwerk en voorzien van luiken. De verdieping heeft een tweedelig venster met bovenlicht met ruitvormige roedeverdeling. De top telt twee kleine rechthoekige vensters, afgesloten door een rollaag. Links van het risaliet bevindt zich op de begane grond een driedelig keukenvenster en hierboven een tweedelig venster met luiken en rollaag. Tegen de linker zijgevel (westgevel) bevindt zich de rechthoekige, één bouwlaag tellende aanbouw uit 1947 met bovengelegen balkon voorzien van een houten balustrade. Het balkon staat in verbinding met het balkon aan de voorgevel en met het balkon dat over de volle breedte van de achtergevel loopt. De achtergevel (noordzijde) van het pand heeft geheel links een bakstenen buitentrap die toegang geeft tot de kelder. De begane grond en de verdieping zijn voorzien van twee samengestelde vensterpartijen met luiken. De gevel wordt in het midden geaccentueerd door een driezijdige erkervormige uitbouw met driezijdige kap, die aanzet op de verdieping en de gootlijst doorsnijdt. De villa bezit een rijk uitgevoerd interieur met goed bewaard gebleven indeling die bestaat uit een tochtportaal waarachter een centraal gesitueerde hal met ruim opgezette bordestrap, die toegang geeft tot de keuken en bibliotheek aan de oost- en westkant en de zit- en eetkamer aan de noordzijde van het pand. In het interieur, dat Art-Décomotieven vertoont, zijn onder meer van belang de in veel vertrekken nog aanwezige originele stucplafonds, de houten lambriseringen, de geprofileerde houten deuren met bijbehorende omlijstingen, de eikenhouten parketvloeren en de hoge omkastingen met facet-geslepen glas aan weerszijden van de vensters. Voorts in de garderobe een fonteintje, een lamp met smeedijzeren armatuur in de hal, en op de verdieping een badkamer met oorspronkelijke sanitair. Het tuinhek dat de erfafscheiding vormt bestaat in hoofdzaak uit een gemetselde onderbouw met vierkante pijlers waartussen eenvoudige houten hekwerken. Ter plaatse van het toegangspad bevinden zich dubbele houten draaihekken.

Waardering

De villa met tuinhek is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische waarde als uit- en inwendig gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een in traditionalistische trant gebouwde villa uit het eerste kwart van de twintigste eeuw, voorzien van interieurelementen in Art-Decostijl. De villa is van belang als representatief voorbeeld van vroeg twintigste-eeuwse woningbouw voor welgestelden, in casu een directeursvilla. Daarnaast heeft de villa ensemblewaarden in relatie tot het bijpassende tuinhek, en stedenbouwkundige waarde vanwege de markante situering op een hoekperceel tegenover het Oranjepark.