Plantagehuis, Vreeland

Inleiding

Witgepleisterd WOONHUIS (type landhuis) uit 1908 in moorse stijl opgetrokken, als onderdeel van de historische buitenplaats 'het Plantagehuis'. De buitenplaats heeft zijn oorsprong als heerlijkheid 'Vreeland', dat terug gaat tot in de 18de eeuw. In 1908 werd door de Amsterdamse koopman G.H. Hooft van Vreeland opdracht gegeven tot de bouw van het hoofdhuis in moorse stijl temidden van een landschappelijk aangelegd park.

Omschrijving

Het woonhuis, is gesitueerd ten oosten van de oude Vechtarm aan de Kleizuwe. Het is een vrijstaand pand op een nagenoeg rechthoekig grondplan, bestaande uit twee bouwlagen onder een plat dak met een koperen koepel. De gevels worden horizontaal geleed door een cordonlijst met siermetselwerk van kleine consoles die de licht overkragende verdieping ondersteunen, doorbroken door licht risalerende gevelpartijen of balkons en aldaar voorzien van een tandfries. Voorts is de westgevel verlevendigd met decoratief pleisterwerk boven de bogen en in een fries. De belangrijkste gevel (westgevel) is naar de rivier gericht. De gevel vertoont een driedeling met ten op zichte van elkaar verspringende gevelvlakken. In het midden bevindt zich een smal terugliggend geveldeel met op de begane grond een driedubbele moorse boog op zuilen waartussen een deels opengewerkte borstwering. Op de verdieping een enkelvoudig venster en een torenvormige opbouw met in gestileerde vorm van een boomsilhouet uitgewerkte kantelen bekroond door een koperen koepel. Het licht naar voren springend volume links heeft op de begane grond twee rondboogvensters binnen een half gesloten moorse boog tussen pilasters. Hierboven is een rechthoekig, hangend balkon op drie consoles dat is voorzien van een balkonhek bestaande uit vierkantige postamenten met daartussen een hekwerk met opengewerkte borstwering. De licht risalerende middendeel bevat dubbele balkondeuren met dubbel bovenlicht. Voor het linker gedeelte dat twee van de drie gevelvlakken beslaat, bevindt zich een terras met balustrade en trap naar de tuin aan het water. Het rechter bouwvolume springt met een portico die op de verdieping in een erker overgaat het meest naar voren en loopt door tot in een keermuur langs de Vechtarm. Op de verdieping is binnen het licht risalerende gevelvlak een rechthoekige houten erker aangebracht. Aan weerszijden van de erker en in de zijgevels is een venster met bovenlicht geplaatst. Op het dak staat een klein ornament dat twee in koper uitgevoerde dolfijntjes voorstelt. De gevel aan de straatzijde (zuidgevel) is nagenoeg symmetrisch ingedeeld met twee licht risalerende gevelpartijen over de volle hoogte van de gevel. Op de begane grond bevindt zich een portico met zuilen waarop twee brede moorse bogen rusten, ieder binnen een risalerende gevelpartij en aan weerszijden geflankeerd door een smalle boog. De meest rechtse boog is het ingangsportaal, met een paneeldeur voorzien van een decoratief deurrooster. Binnen de portico bevat de gevel vensters en boogvensters. Op de verdieping is in de risalerende gevelpartijen een rechthoekige houten erker op gesneden consoles aangebracht. Er tussenin bevindt zich een witgeschilderde gietijzeren plaat met het jaartal 1832 in Romeinse cijfers. Op de gevelhoeken zijn verdiepte velden aangebracht. Op het dak staan twee koperen dolfijnen met een windvaan.

De noordgevel (achterzijde) heeft rechts van het midden een groot van een hoefijzerboogvormige nis voorzien, uitgebouwd rookkanaal over de volle hoogte van de gevel. Rechts hiervan is op de begane grond binnen een verdiept gevelveld een tweelichts venster spiegelboogvormig afgesloten. Links zijn openslaande deuren aangebracht met een zelfde beëindiging. Geheel links bevindt zich een deur in een ondiep uitbouwtje. Op de verdieping zijn twee houten erkers als aan de straatzijde aangebracht.

De oostgevel is ondergeschikt behandeld met zowel op de begane grond als de verdieping een groot en een klein venster.

Waardering

Het pand is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde als voormalig zomerverblijf of herenoptrekje oorspronkelijk gebouwd in 1832, in 1908 verbouwd in een weinig voorkomende, moorse stijl, alsmede als representatief voorbeeld van de 19de eeuwse bouwkunst die zich ten aanzien van niet-europese invloeden ontvankelijk opstelde. Voorts vanwege de gaafheid van hoofdvorm en rijke detaillering van het exterieur en vanwege de markante situering in een negentiende- en vroegtwintigste-eeuwse landschappelijk aangelegde tuin, grenzend aan een oude Vechtarm.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
520387
Complexnaam
Het plantagehuis
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

HISTORISCHE BUITENPLAATS `Het Plantagehuis', gelegen binnen het beschermd dorpsgezicht van Vreeland, is voortgekomen uit De Hooge Vrije riddermatige Ambachts Heerlijkheid Vreeland met den Dorschenwaard, die van 1736 tot 1927 eigendom was van de familie Hooft. De eerste eigenaar van de heerlijkheid uit deze familie was Hendrik Hooft, 1716-1794, burgemeester van Amsterdam. In 1832 liet Jacob Hooft van Vreeland een zomerverblijf of 'herenoptrekje' bouwen. Dit was een witgepleisterd gebouwtje onder een rieten schilddak met in de zijgevel drie rondboogvormige openingen.

In 1908 werd in opdracht van Gerrit Hendrik Hooft van Vreeland, koopman wonende te Amsterdam, het negentiende-eeuwse huis verbouwd en kreeg het het huidige aanzicht van een moorse stijl. In 1982 heeft een interne verbouwing plaats gevonden en in 1996 is de achtergevel gewijzigd. Het interieur wordt om deze reden van ondergeschikt belang geacht. Het Plantagehuis is gesitueerd aan een voormalige Vechtarm, de Stille Vecht, die na afsnijding in de vijftiende eeuw geen deel meer uitmaakte van de rivier, maar als gracht rond het dorp Vreeland lag. Aan deze voormalige Vechtarm heeft Jacob Hooft tegelijkertijd met het 'herenoptrekje' in 1832 een wandelpark laten aanleggen. Ook het omgrachte terrein van het voormalige kasteel Vredelant behoorde tot het bezit. In 1863 zijn ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van het Koninkrijk der Nederlanden na de Franse tijd twee gedenkbruggen en twee gedenkpalen geplaatst. Het toegangshek aan de Bergweg dateert uit omstreeks 1900.

Omschrijving complex

De historische buitenplaats `Het Plantagehuis' is gesitueerd aan de Stille Vecht, een oude rivierarm aan de oostzijde van het dorp Vreeland. Het complex omvat de volgende complexonderdelen:

1. park

2. woonhuis

3. toegangshek

4. brug-1

5. brug-2

6. dienstgebouwtje

7. gedenkpaal-1

8. gedenkpaal-2

Het woonhuis bevindt zich aan de oostzijde van de Vechtarm ten noorden van de Kleizuwe. Achter het huis ligt een lange smalle, landschappelijk aangelegde tuin, die in noordwestelijke richting doorloopt tot aan de Bergweg. Aan de Bergweg staat een ijzeren toegangshek. Ten zuiden van de Kleizuwe loopt de smalle tuinstrook door, parallel aan de Vechtarm c.q. gracht rond het voormalig kasteelterrein. Hier staat een garage (valt buiten de bescherming). Aan de westzijde van de rivierarm ligt een driehoekig, door water omgeven terrein met een boomgaard, toegankelijk via een brug. Dit terrein wordt aan de zuidzijde begrensd door Kleizuwe en aan de westzijde door de Raadhuislaan en Breedelaan. De Breedelaan, voorheen het Jubileumlaantje geheten, volgt als een smalle groenstrook in noordwestelijke richting de rivierarm tot aan de Bergweg. Aan het begin en einde van deze laan staat een gedenkpaal. Aan de Raadhuislaan staat in de as van de Kleizuwe een dienstgebouwtje. Ten zuiden van de Kleizuwe ligt een rechthoekig omgracht terrein, het voormalig kasteelterrein (archeologisch gebied) vanaf de Kleizuwe toegankelijk via een brug.

Waardering complex

Het complex is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een buitenplaats ontstaan uit een ambachtsheerlijkheid met een in oorsprong negentiende-eeuws hoofdgebouw, in 1908 in moorse stijl verbouwd, met de overige (tuin)historisch en architectuurhistorisch waardevolle negentiende-eeuwse complexonderdelen markant gesitueerd in een landschappelijk aangelegd park aan weerszijden van de oude Vechtarm. De buitenplaats is van cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling welke is verbonden met een eeuwenlange bewoningsgeschiedenis waarin in de 19de eeuw rijke kooplieden zich langs de Vecht vestigden.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Zomerhuis Boerderijen, molens en bedrijven Boerderij (M) oorspronkelijke functie
Woonhuis Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Kleizuwe 101 3633 AG Vreeland Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
A 1417 Vreeland
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1832 1832 vervaardiging
1908 1908 verhoogd verbouwing
Ambachten
Name Beroep Notitie
Hooft, G.H. ; Utrecht opdrachtgever
Naar boven