O.L.V. van Goede Raad, Tilburg
Inleiding
R.K. KERK van O.L.Vr. Moeder van Goede Raad uit 1913 in Neo-Byzantijnse stijl. Ontwerp van architect Jan van der Valk (*1873 Delfshaven +1961 Tilburg), die tevens opzichter bij de bouw was. De aanbesteding is op 14 april 1911. Het werk wordt gegund aan annemer Christiaan van Pelt (Tilburg) voor de bouwsom van f.103.100,-. De kerk wordt in gebruik genomen op 17 februari 1913. De inwijding vindt plaats op 2 juni 1919 door Mgr. Arnold Diepen, hulpbisschop van 's-Hertogenbosch. Bouwpastoor is H. Bertens (doctor in de wijsbegeerte). Oorspronkelijk bevonden zich in de kerk 1200 zitplaatsen. Op eigen terrein bevindt zich aan de westkant voor de kerk een klein plein met op- en afrit. In 1988 wordt door architect E. van Wesemael (Goirle) de kerk aangepast voor multifunctioneel gebruik. Naast de centrale kerkruimte worden vijf zalen ingericht, die de volgende namen hebben: Cecilia (voorheen Sacramentskapel), Familie (linker transept), Fatima (voorheen Maria-altaar), Pius (rechter transept), O.L.Vr. Moeder van Goede Raad (rechter zijbeuk). De doopkapel wordt ingericht tot archief/drukkerij en in een gedeelte van de zijbeuk naast de toren het parochiebureau. Deze inbouwen in de kerk behoren niet tot het rijksmonument.
Omschrijving
De kerk, die georiënteerd is, is een Neo-Byzantijnse centraalbouw met een plattegrond, die is afgeleid van het Latijnse kruis. Zij bevat naast de 45 meter hoge klokketoren een sacristie en drie kapellen: Sacrament-, Maria- en doopkapel. De klokketoren, aan de zuidzijde van de kerk, met vierkante plattegrondsvorm heeft vier hoeklisenen en een aangebouwd vijfzijdige traptoren aan de de kant van het plein. Elke zijde heeft een slanke nis met spleetramen en drie galmgaten. Ter hoogte van de galmgaten gaat de toren over in een twaalfhoek waarbij de lisenen het karakter van pinakels krijgen. Op de toren een twaalfhoekig tentdak. De kerk heeft een kort schip van twee traveeën diep onder een zadeldak met lage zijbeuken onder dwarse zadeldaken. Opvallend is de hoog opgaande vieringtoren met de opengewerkte gekanteelde balustrade, overdekt met een achtzijdig torendak en lantaarn. De koortravee en beide transepten liggen eveneens onder zadeldaken, ze zijn elk één travee diep. Het koor is gesloten door een ronde absis liggend onder een zevenhoekig tentdak. Aan de noordkant hiervan bevindt zich de Sacramentskapel onder een zadeldak met een vijfhoekige koorsluiting onder een dito tentdak. Aan het zuidtransept bevindt zich de Mariakapel onder een zadeldak met een driehoekige koorsluiting en dito tentdak. Aan de noordkant van het schip bevindt zich de doopkapel liggend onder een zadeldak. Aan de zuidkant van het koor ligt de tweelaagse sacristie onder een schilddak. De sacristie is vanuit de lager gelegen tuin te bereiken via een gemetselde trap. De kerk heeft een klein uitgebouwd open ingangsportaal aan het kerkplein. Het ligt op een bakstenen bordes voorzien van vijf traptreden. Het portaal heeft een spitsbooggewelf onder een zadeldak, het bevat een dubbele hoofddeur geflankeerd door een zijdeur. Ze zijn omzoomd door zandstenen imposten. In de boogtrommel boven de hoofddeuren een natuurstenen tegelmozaïek met een afbeelding en de naam van de patrones van de kerk. Naast het portaal staat aan weerskanten een gebeeldhouwde liggende bakstenen leeuw. In de zuidelijke zijbeuk bevindt zich aan de kant van de pastorie een zij-ingang in een ondiep portiek met spitsboog onder zadeldak. In hoofd- en zijingangen bevinden zich eikenhouten deuren voorzien van acht panelen met hang- en sluitwerk in siersmeedwerk. Het schip en de kopgevels van de transepten hebben achtpuntige roosvensters met traceringen welke oorspronkelijk in metselwerk waren uitgevoerd maar in 1962 door beton zijn vervangen. In de absis bevinden zich even rondboogvensters. De andere vensters in de kerk hebben een spitsboog met een verticale gemetselde verdeling in drieën of in vijven. Het opgaande werk van de kerk bestaat uit miskleurige rood/paarse handgevormde baksteen afkomstig van de steenfabriek "Udenhout". Het geheel is gemetseld in kruisverband. De kerk, die op een kleine verhoging ligt, heeft een geprofileerde gemetselde plint, ze is voorzien van hoekpilasters, met rond de muuropeningen siermetselwerk van profielstenen en vlechtwerk bij de dakrand. De meeste daken zijn belegd met blauwe Romaanse pannen. In de bovenkant van de belangrijkste dakschilden van vieringtoren en schip worden de blauwe pannen afgewisseld door een rand van drie blokken met rode pannen. In deze dakschilden bevinden zich eveneens drie kleine dakkapellen onder een plat dak. De kopgevels zijn voorzien van windveerpannen. De daken boven de zijaltaren en alle boeiboorden van de kerk zijn bekleed met blauwe leipannen. Het dak van de absis is belegd met natuurstenen leien. Op de kop van de daken bevinden zich kruisvormige blauwe finalen, die eveneens van pannenklei zijn vervaardigd. Op de daken van kerk en toren bevindt zich respectievelijk een kruis en een haan als windwijzer. Over het interieur van de kerk het volgende: de viering, de centrale ruimte in de kerk, heeft een betonnen koepel met een diameter van 21 meter, die gedragen wordt door twaalf kolommen. In de koepel bevinden zich 13 oculi, die daglicht ontvangen van de bovenliggende lantaarn in het dak. Een gedeelte hiervan is dichtgezet. Het opgaand werk in de kerk bestaat afwisselend uit witgepleisterde wanden en gewelven en miskleurige rood/paarse handgevormde baksteen in schoonmetselwerk voor de constructieve elementen zoals kolommen, muurbogen, deur- en vensteromlijstingen en horizontale bandenovereenkomstig het buitenmetselwerk. De eikenhouten deuren in de kerk hebben eveneens hang- en sluitwerk in siersmeedwerk. Tussen 1934-46 is de kerk door A. Verschuuren (Oosterhout) voorzien van een polychrome beschildering. Deze is in 1963 geheel verdwenen onder een verflaag. Van de inventaris zijn beschermd: In de toren een uurwerk met vier vergulde wijzerplaten en drie klokken met de volgende namen: Wilhelmus (1954, 630 kilo), Petrus (1958, 474 kilo) en Henricus (1963, 1047 kilo). Ze hebben de tonen mi-sol-la, de begintonen van het Gregoriaanse lofzang "Te Deum"; Het angelusklokje in de lantaarn van de vieringtoren; Een natuurstenen console in Mariakapel, in de trant van de Art Nouveau, met op de onderzijde een gebeeldhouwde slang en appel; Het marmermozaïek van O.L.Vr. van Goede Raad uit 1915 afkomstig uit een Vaticaans atelier (kopie van een veel ouder fresco uit een Romeins Augustijnenklooster); Twee tondi: Annunciatie - Visitatie; Een zandstenen doopvont zonder deksel in Art Nouveaustijl uit 1924 met een vierzijdig bekken met lotusbloemen en rietstokken in reliëf; Twee stenen beelden van St. Petrus en St. Paulus; Tabernakel van koper met emaille panelen uit 1940 door Kloosterman (Tilburg) naar ontwerp van de architect van de kerk; In de absis zeven gebrandschilderde glas-in-lood ramen uit ca. 1920 vermoedelijk van A. Verschuuren (Oosterhout) voorstellende een kruis op orchidee onder bloemtak en in de overige ramen takken met paarse en oranje bloemen; In de zijabsiden, acht ramen met van links naar rechts lunetten en raampjes met Mariale symbolen; Achter in de kerk twee ramen uit 1931: Triniteit en magnolia boom (priesterwijding van Leo van Helvoirt); Een gebrandschilderd raam uit ca. 1930 van Ch. Eyck met Petrus staande met sleutel in linkerhand, aan zijn voeten een kerkmodel en plant; Twee gebrandschilderde ramen uit 1955 van Jos van Heeswijk (Tilburg). Houten gepolychromeerd Mariabeeld.
Waardering
De kerk is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van het katholicisme in het zuiden. De kerk als centraalbouw heeft een belangrijke innovatieve waarde in de ontwikkeling van de volkskerk. Het gebouw heeft architectuurhistorisch belang door de wijze waarop de architect bewust afrekent met de traditionele neostijlen en is tevens van belang voor de geschiedenis van de bouwtechniek, door de toepassing van de betonnen schaalkoepel en van kunsthistorisch belang vanwege de interieronderdelen. In het oeuvre van de Tilburgse architect Jan van der Valk neemt het een vooraanstaande plaats in. Het heeft ensemblewaarden vanwege de bijzondere betekenis qua situering, verbonden met de ontwikkeling/uitbreiding van de wijk Broekhoven. Het is van belang vanwege de architectuurhistorische, bouwtechnische, typologische en functionele zeldzaamheid.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
R.K. KERKCOMPLEX van O.L.Vr. Moeder van Goede Raad uit 1913. Het complex bestaat uit een kerk met toren (onderdeel I) in Neo-Byzantijnse stijl en een pastorie (onderdeel II) in een stijl die elementen vertoont van een Heroriëntatie op traditionele bouwwijzen. Het ontwerp van beide onderdelen is van architect Jan van der Valk (*1873 Delfshaven +1961 Tilburg), tevens was hij opzichter bij de bouw. Deze 10de parochiekerk van Tilburg is gebouwd in het midden van de toenmalige uitbreiding van de stad op een kruispunt van vier wegen: Piusstraat, Broekhovenseweg, Bisschop Zwijsenstraat en Voltstraat. Voor de kerk ligt op eigen terrein een klein plein. Aan de zuidkant van de kerk staat de bijbehorende pastorie.
Waardering
Het kerkcomplex is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van het katholicisme in het zuiden. De kerk als centraalbouw heeft een belangrijke innovatieve waarde als stap in de ontwikkeling van de volkskerk.
Het gebouw heeft architectuurhistorisch belang door de wijze waarop de architect bewust afrekent met de voor kerken gebruikelijke neostijlen en is tevens van belang voor de geschiedenis van de bouwtechniek, dor de toepassing van de betonnen schaalkoepel. In het oeuvre van de Tilburgse architect Jan van der Valk neemt het een vooraanstaande plaats in. Het heeft ensemblewaarden vanwege de bijzondere betekenis qua situering, verbonden met de ontwikkeling/uitbreiding van de wijk Broekhoven. Het is van belang vanwege de architectuurhistorische, bouwtechnische, typologische en functionele zeldzaamheid.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Kerk | Religieuze gebouwen | Kerk en kerkonderdeel | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Broekhovenseweg | 2 | – | 5021 LE | Tilburg | – | – | Ja |
Broekhovenseweg | 4 | – | 5021 LE | Tilburg | – | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | R | 5811 | – | Tilburg |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1913 | 1913 | – | vervaardiging |
1988 | 1988 | – | verbouwing |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Valk, J. van der ; Noord-Brabant | architect / bouwkundige / constructeur | – |
Wesemael van, E. ; Noord-Brabant | architect / bouwkundige / constructeur | – |
Verschuuren, A. ; Noord-Brabant | glazenier | – |
Eyck, C. ; Noord-Brabant | glazenier | – |
Heeswijk van, J. ; Noord-Brabant | glazenier | – |
Kloosterman ; Noord-Brabant | goudsmid | – |
Pelt van, C. ; Noord-Brabant | aannemer / uitvoerder | – |