Salatiga, Nijmegen

Omschrijving Deze grote, onderkelderde VILLA kenmerkt zich door een vierkante hoofdvorm, twee bouwlagen en een forse zolderverdieping onder een gebroken tentdak met aan weerszijden een schilddak ter plaatse van twee hoekrisalieten. De dakschilden zijn belegd met rode verbeterde Hollandse pannen en voorzien van geprofileerde bakgoten op gepaarde klossen. Onder de goten zijn de gemetselde gevels afgesloten door een gepleisterd fries waarin ter plaatse van de voorgevel gekoppelde festoenen zijn opgenomen. In de middenas bevat het voorschild een bakstenen 'dakhuis' met een gebogen kap. Op de voorschilden van beide schildaken en op het achterschild van het hoofdblok bevinden zich dakkapellen. Beide zijgevels zijn verhoogd met een zogenaamde 'Vlaamse gevel' waarin het metselwerk is doorgetrokken. De in kruisverband gemetselde gevels kenmerken zich door de rijke combinatie met in pleisterwerk, hout en in natuursteen uitgevoerde elementen. Zo is onder meer de omlopende plint in hardsteen uitgevoerd, maar ook een deel van de karakteristieke loggia ter plaatse van de voorgevel. Architect Leeuw ontwierp het gebouw in een mengstijl waarin elementen van de Um 1800 architectuur, maar ook van de Art Nouveau en de Neo-Renaissance werden opgenomen.

Het karakter van de VOORGEVEL wordt bepaald door de twee genoemde hoekrisalieten waartussen zich een vooruitspringende rechthoekige loggia over twee bouwlagen bevindt. Ter plaatse van de begane grond wordt deze loggia door in natuursteen uitgevoerde ronde zuiltjes in drie assen verdeeld die met een rondboog zijn afgesloten. De zuiltjes zijn voorzien van basementen en kapitelen. De rondbogen hebben door het afwisselend gebruik van natuur- en baksteen een aan de Renaissance verwante detaillering gekregen. Ter plaatse van de zwikken bevinden zich gestileerde adelaars. Op de verdieping, van de begane grond gescheiden door een horizontale geprofileerde kroonlijst, wordt de loggia in hout voortgezet. In het verlengde van de natuurstenen zuiltjes bevinden zich gekoppelde Ionische zuiltjes die door een geprofileerde kroonlijst op klossen wordt afgesloten. Tussen de zuiltjes bevindt zich een houten balustrade. In de, via een aantal hardstenen traptreden te betreden, loggia is de vloer in granito uitgevoerd. De rondboogvormig afgesloten ingangspartij, links, bestaat uit de oorspronkelijke voordeur die wordt geflankeerd door twee zijlichten. Zowel de zijlichten als de van decoratief snijwerk voorziene voordeur zijn voorzien van ijzeren deurroosters. Het halfronde bovenlicht is voorzien van in houtsnijwerk uitgevoerde festoenen en plantmotieven. Rechts van de ingang bevindt zich een dubbele schuifdeur waarvan het bovenlicht een 24-ruits verdeling heeft. Op de verdieping bevindt zich in dezelfde as eveneens een dubbele schuifdeur met meerruits bovenlichten. Links hiervan bevindt zich een meerruits raam. Beide risalerende gevels rechts van de loggia hebben een overeenkomende indeling met twee vensterassen en op elke bouwlaag twee ramen. De rechthoekige vensteropeningen bevatten 4-ruits stolpramen met 12-ruits bovenlichten, gescheiden door een tussenstijl en voorzien van hardstenen dorpels. Op de begane grond zijn de twee oorspronkelijke ramen in het rechter risaliet vervangen door kunstofvarianten met een afwijkende detaillering. Alle ramen op de begane grond hebben strekken met een afwisselende baksteen/pleisterwerk detaillering. De oorspronkelijk aanwezige luiken zijn verdwenen. Beide dakschilden van de risalieten hebben elk een oorspronkelijke dakkapel met een gebogen dak. Tussen deze dakkapellen bevind zich in het midden van het voorschild een gemetselde dakopbouw met een gebogen kap, twee 6-ruits ramen en een halfrond fronton met gepleisterde festoenen. Het linker risaliet bevat boven de plint een gevelsteen met daarop in kapitalen de tekst "Primum Lapidem Posuit/ Edvardus Huffer S.J./V. Kal.Sept. MCMX".

De LINKER ZIJGEVEL wordt eveneens gekarakteriseerd door twee risalerende geveldelen met daartussen een als Vlaamse gevel doorgetrokken gevel. Op de begane grond bevindt zich tussen beide risalieten de dienstingang in een platgedekt bewerkt houten portiek waarvan het vloertje in terrazzo is uitgevoerd. De entree ligt hoger en wordt bereikt door een aantal hardstenen traptreden. Rechts van de entree bevinden zich enkellaags toiletuitbouwtjes. In de plint zijn kelderlichten aangebracht Boven de toiletuitbouwen bevinden zich in de gevel twee ovaalvormige vensteropeningen met daartussen een halfrond venster. Daarboven bevindt zich het brede trappenhuisvenster, bestaande uit een enorm middenraam met roedenverdeling dat zowel aan de boven-als aan de onderzijde is afgerond en aan weerszijden is voorzien van een groot rechthoekig raam met een 4 x 6-ruits verdeling. Al deze vensters hebben glas-in-loodramen. Ter plaatse van de zolder bevinden zich in het boven de gootlijst doorgetrokken metselwerk drie gekoppelde dubbele ramen met 4- en 6-ruits bovenlichten. Tegen het linkerrisaliet bevindt zich een uitbouw waarin zich de bijkeuken bevindt. Deze uitbouw heeft nu een schilddak met gesmoorde pannen, maar bezat op de oorspronkelijke bouwtekening een plat dak waarop een balkondeur uitkwam. In het nu blinde metselwerk van het risaliet is deze deuropening nog herkenbaar. Het rechterrisaliet heeft een nu een raam, maar bezat oorspronkelijk op deze plek vermoedelijk een deur die toegang gaf tot het fietsenhok.

De RECHTER ZIJGEVEL is door middel van een in 1950 aangebracht tussenlid verbonden met de kloostervleugel. Links van dit tussenlid bevinden zich twee vensteropeningen, waarvan de invullingen zijn venieuwd in een niet bijpassende detaillering. In het dakvlak bevindt zich een van een zadeldak voorziene Vlaamse gevel waarvan de oorspronkelijke raaminvullingen deels zijn gewijzigd. EÚn van de twee ramen is naar onder toe verlengd en bevat een moderne brandtrapaanbouw. Het gevelgedeelte rechts bevat op de verdieping nog de twee oorspronkelijke balkondeuren met meerruits bovenlichten. De oorspronkelijk hieronder aanwezige erker is bij de nieuwbouw van de kloostervleugel verwijderd.

De ACHTERGEVEL wordt gedomineerd door een grote, op de begane grond driezijdige en op de verdieping halfronde, uitbouw over twee bouwlagen. De rijk gedecoreerde uitbouw is voorzien van een meerzijdige halve koepel met asfaltleien tegen een schoudergevel met geprofileerde deklijsten en een gebogen afsluiting met festoenen. Op de gevel bevindt zich de tekst: "Anno 1911". Links van de uitbouw sluit op de begane grond de uit 1950 daterende kloostervleugel aan. Daarboven bevindt zich nog de balkondeur met meerruits bovenlichten. In de linker zijgevel van de uitbouw is op de verdieping een dubbele balkondeur met meerruits bovenlichten aanwezig. Hierboven bevindt zich een oorspronkelijke dakkapel. Ook op het dakschild ernaast is nog een oorspronkelijke dakkapel aanwezig. Rechts van de uitbouw bevindt zich een smalle vensterstrook met een dubbel meerruits en getralied raam op de begane grond en een kruisvormig kozijn met meerruits ramen op de verdieping. Rechts hiervan bevinden zich op elke bouwlaag twee gekoppelde ramen en in het dakschild twee dakkapellen en een hoge gemetselde schoorsteen. De onderramen op de begane grond zijn tegelijk met de ramen van de kloostervleugel in staal uitgevoerd. De uitbouw heeft op de eerste bouwlaag drie kelderlichten met daarboven een groot raam. Het 4-ruits onderraam heeft stalen profielen en de oorspronkelijke 12-ruits bovenlichten. Op de verdieping bevinden zich zes stolpramen met een gebogen kalf en 12-ruits bovenlichten, gescheiden door halfzuiltjes in baksteen.

In het INTERIEUR is de RUIMTELIJKE INDELING nog duidelijk herkenbaar. Deze indeling is ontwikkeld rondom een enorme rechthoekige hal over twee bouwlagen en kent een ongewoon rijk decoratiepatroon. Op de verdieping bevinden de kamers zich aan een gaanderij die door een trap tegen de westgevel is ontsloten. De gaanderij heeft een fraai gesneden balustrade en de wanden en het gebogen plafond hebben nog de oorspronkelijke, in Art Nouveau stijl uitgevoerde, beschilderingen en betimmeringen. Alle kamers zijn nog voorzien van de oorspronkelijke paneeldeuren, waarvan de kozijnen zijn bewerkt. Ook de glas-in-loodramen die de hal verlichten, zijn in Art Nouveaustijl uitgevoerd. Zelfs de zolderkamers zijn voorzien van gedecoreerde deurkozijnen. Op de begane grond zijn de eikenhouten vloeren oorspronkelijk en zijn in de houten lambrizeringen en betimmeringen nog de gaten zichtbaar waar oorspronkelijk een centraal stofzuigersysteem op was aan-gesloten. De grote trap is voorzien van een rijke, in Neo-Renaissance stijl uitgevoerde details. De eikenhouten betimmeringen zetten zich op rijke wijze door rondom een in het gevelvlak uitgespaarde zithoek tegen de westgevel en als betimmering boven een haardpartij in de oostgevel. Deze haard heeft in Renaissance stijl uitgevoerde kolommen en een bewerkte achterwand met haardtegeltjes en twee kastjes waarin (naar verluidt) sigaren konden worden gedroogd. De trappenhuisramen in de westgevel zijn allemaal voorzien van een rijk gedecoreerde omlijsting. Ook hier zijn de muren voorzien van geschilderde decoraties. In de hal zijn in de betimmeringen en boven de schuifdeuren naar de voormalige eetkamer, een aantal vierkante en een rond reliÙf van onduidelijke herkomst aangebracht die in stijl en voorstelling verwijzen naar de Italiaanse Renaissance. De entreehal is voor een groot gedeelte in marmer uitgevoerd en verspreid door het gebouw bevinden zich nog diverse eenvoudige stucplafonds, schouwen en glas-in-loodramen.

Waardering

VILLA SALATIGA, ontworpen in 1910-1911 door Oscar Leeuw.

- Van architectuurhistorische en typologische waarde als voorbeeld van een villa waarbij op eigenzinnige wijze invloeden van de Um 1800 stijl, de Art Nouveau en de Neo Renaissance zijn verwerkt. De villa is goed en nagenoeg gaaf bewaard gebleven en kenmerkt zich onder meer door het risalerende portiek met loggia, de forse gebroken kap en de rijke, zorgvuldige detaillering van het zowel het exterieur als het interieur. De bewaard gebleven ruimtelijke indeling rondom de grote hal en de vele nog aanwezige oorspronkelijke interieuronderdelen versterken de monumentale waarde. Het gebouw vormt ÚÚn van de hoogtepunten in het oeuvre van architect Oscar Leeuw. De villa heeft een complexwaarde met de overige te beschermen onderdelen.

- Van stedenbouwkundige en landschappelijke waarde als karakteristiek onderdeel van de stuwwalbebouwing in het noordoostelijke deel van Nijmegen. Dit gebied kenmerkt zich door een sterke geaccidenteerdheid en een evenwichtige vermenging van bebouwing en openbaar groen. Vanuit de achtertuin van dit complex is er vrij zicht op het lager gelegen stroomgebied van de Waal en op de Ooijpolder.

- Van cultuurhistorische waarde als onderdeel van de bebouwing in een gebied met een bijzondere landschappelijke en archeologische waarde. In de tuin zijn nog restanten zichtbaar van de uit de vroege negentiende eeuw daterende kazematten bij het voormalige Fort Sterreschans. De villa is exemplarisch als buitenhuis voor een nieuwe kapitaalkrachtige elite die zich rond deze tijd op karakteristieke plekken in en bij de grotere steden vestigde.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
522978
Complexnaam
Salatiga
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

COMPLEX, bestaande uit een grote VILLA (1) met THEEKOEPEL (2), TOEGANGSHEK (3) , een PLANTENKAS met enkele in baksteen uitgevoerde kweekbakken (4) uit 1910-1911, gebouwd door de vooral in Nijmegen werkzame architect OSCAR LEEUW (1866-1944). De villa is sinds 1945 in gebruik als klooster voor de Broeders van Maastricht. Deze lieten in 1950-1951 aan de oostzijde van de villa een kloosteruitbreiding met kapel ontwerpen door architect A.J.N. Boosten uit Maastricht. Deze 'nieuwe' kloostervleugel refereert in detaillering en bouwhoogte duidelijk aan de villa, waardoor de monumentale karakteristiek van het oude villacomplex bewaard is gebleven. Het complex bevindt zich op een archeologisch waardevol terrein waar zich behalve de restanten van een romeinse muur ook nog een drietal kazematten uit ca. 1820 bevinden. Deze kazematten dienden ter verdediging van het in 1820 gebouwde en vanaf 1877 weer geslechte Fort Sterreschans, een verdedigingswerk in de vorm van een achtpuntige ster. De drie kazematten, waarvan er ÚÚn een uitgang in de tuin heeft, bevinden zich onder de in 1950 gebouwde vleugel. Ge'ntegreerd in de kloostertuin bevinden zich tevens nog de restanten van het zogenaamde kruithuis, dat vermoedelijk ook uit de jaren twintig van de vorige eeuw dateert.

De villa aan de noordzijde van de Sterreschansweg werd oorspronkelijk gebouwd voor de familie H.J. H³ffer en heeft een naar IndonesiÙ verwijzende naam, Salatiga. De familie H³ffer woonde en werkte op Java en kwam in 1910 naar Nederland. Architect Leeuw ontwierp het gebouw in een mengstijl waarin elementen van de Um 1800 architectuur, maar ook van de Art Nouveau en de Neo-Renaissance werden opgenomen. Ook in het interieur is deze stijlvermenging nog zichtbaar. Achter het pand bevinden zich het theekoepel en de plantenkas. Aan de straatzijde bevindt zich het toegangshek.

Waardering

VILLA SALATIGA met THEEKOEPEL, TOEGANGSHEK en PLANTENKAS met bakken, ontworpen in 1910-1911 door Oscar Leeuw.

- Van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een villacomplex waarbij in het hoofdgebouw op eigenzinnige wijze invloeden van de Um 1800 stijl, de Art Nouveau en de Neo Renaissance zijn verwerkt. De villa is ondanks de functiewijziging goed bewaard gebleven en kenmerkt zich door het risalerende portiek met loggia en de rijke, zorgvuldige detaillering van de gevels. De bewaard gebleven ruimtelijke indeling en de oorspronkelijke interieuronderdelen versterken de monumentale waarde. Het gebouw vormt ÚÚn van de hoogtepunten in het oeuvre van architect Oscar Leeuw. Samen met het huis werden ook het hekwerk, het theekoepel en de plantenkas ontworpen. Gezamenlijk hebben ze een ensemblewaarde.

- Van stedenbouwkundige en landschappelijke waarde als karakteristiek onderdeel van de stuwwalbebouwing in het noordoostelijke deel van Nijmegen. Dit gebied kenmerkt zich door een sterke geaccidenteerdheid en een evenwichtige vermenging van bebouwing en openbaar groen. Vanuit de achtertuin van dit complex is er vrij zicht op het lager gelegen stroomgebied van de Waal en op de Ooijpolder.

- Van cultuurhistorische waarde als onderdeel van de bebouwing in een gebied met een bijzondere landschappelijke en archeologische waarde. In de tuin zijn nog restanten zichtbaar van de uit de vroege negentiende eeuw daterende kazematten bij het voormalige Fort Sterreschans. De villa is exemplarisch als buitenhuis voor een nieuwe kapitaalkrachtige elite die zich rond deze tijd op karakteristieke plekken in en bij de grotere steden vestigde.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Woonhuis Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Sterreschansweg 77 6522 GL Nijmegen Hunnerberg Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
A 7439 Hatert
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1910 1911 vervaardiging
1950 1951 verbouwing
Ambachten
Name Beroep Notitie
Leeuw, Oscar ; Gelderland architect / bouwkundige / constructeur
Boosten, A.J.N. ; Gelderland architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven