Oranjesingel 2, Nijmegen

Inleiding

De vrijstaande VILLA met HEKWERK is in 1889 in opdracht van Dr. W. Kolff door stadsarchitect J.J. Weve gebouwd in eclectische stijl met Chaletstijl-elementen. De villa is later aan de achterzijde uitgebreid. De villa heeft een geornamenteerde zandstenen erker en rijk bewerkte houten veranda's, schijnspanten op korbelen, balkons en dakkapellen. In het interieur valt de eveneens rijk geornamenteerde centrale hal met de pronktrap op.

De VILLA is gelegen op de hoek van de Oranjesingel en de Arksteestraat, waarbij de hoofdgevel aan de Oranjesingel ligt, maar de voordeur aan de Arksteestraat is gesitueerd. De villa is één van de weinige vrijstaande panden in de noordelijke gevelwand van de Oranjesingel, één van de belangrijkste straten in het laat 19de-eeuwse uitbreidingsplan van Bert Brouwer, ontworpen na de afbraak van de vestingwerken, binnen het beschermd stadsgezicht. Het pand heeft een tuin rondom, die gedeeltelijk is verhard en wordt gebruikt als parkeerplaats. De tuin wordt van het trottoir gescheiden door een smeedijzeren hekwerk met een dubbel toegangshek tussen gietijzeren zuiltjes aan de zijde van de Arksteestraat.

Omschrijving

De vrijstaande VILLA heeft een nagenoeg rechthoekig grondplan, een kelder, twee bouwlagen en een zolderverdieping onder een samengesteld overstekend dak. Het dak is samengesteld uit een hoog zadeldak met eindschild in het midden, waar links en rechts platte daken met omlopende dakschilden op aansluiten. Het linker dak heeft een steekkap boven een risaliet. Het platte dak rechts wordt onderbroken door een hoger zadeldak, dat haaks op het middendak staat. De daken zijn geknikt en voorzien van een ruim overstek, dat ter plekke van de topgevels nog groter is en op bewerkte korbelen rust. De topgevels hebben houten vakwerkvullingen met bewerkte stijlen. De topgevel van het middendak, waarvan de vulling driepasboogvormig is, heeft een vooruitspringend driezijdig wolfeind, dat wordt bekroond met een rijk geornamenteerde smeedijzeren windwijzer, waarin de letter 'K' is uitgespaard. Het dak is gedekt met leien in maasdekking en heeft in het hoge middendak deels glaspanelen, via welke de daglichttoetreding van het trappenhuis plaatsvindt. In de dakschilden bevinden zich dakkapellen met overstekende afgewolfde zadeldakjes op consoles, die zijn voorzien van topgevels met schelpmotief en pironnen.

De asymmetrisch ingedeelde gevels zijn opgetrokken uit rode baksteen, gemetseld in kruisverband en worden horizontaal geleed door speklagen van cementsteen. De uitspringende plint heeft een geprofileerde hardstenen afdeklijst en hardstenen blokken op de hoeken. De scheiding tussen de eerste en de tweede bouwlaag wordt aangegeven door een cordonlijst van rode verblendsteen. De gevels zijn verticaal geleed door hoeklisenen en zeer licht vooruitspringende risalieten. De spaarvelden die op deze wijze zijn ontstaan worden afgesloten met friesjes siermetselwerk van rode verblendsteen. Hierboven bevinden zich geprofileerde bakgoten. De vensters hebben hardstenen lekdorpels en gepleisterde geboorte-, boog- en sluitstenen met diamantkoppen. De vensters in de eerste bouwlaag zijn grotendeels korfboogvormig afgesloten en hebben driedelige kozijnen met stolpramen, zij- en bovenlichten. Enkele vensters zijn rondboogvormig afgesloten. De vensters in de tweede bouwlaag hebben schuiframen en zijn recht gesloten met een geprofileerde lijst en hebben daarboven rond- of korfboogvormige boogtrommels met gepleisterde ornamenten. De VOORGEVEL heeft een vooruitspringende middenpartij met topgevel. De middenpartij wordt gedomineerd door een rijk gebeeldhouwde zandstenen erker op de tweede bouwlaag. De erker wordt gedragen door consoles die rusten op zandstenen pilasters. Tussen de pilasters bevindt zich in de eerste bouwlaag en korfboogvormig venster met zandstenen boogstenen. De erker heeft kwartronde hoeken met rondboogvensters en koepeldakjes, een korfboogvormig afgesloten venster in het midden, een overstekend schilddakje met een balkon, waarvan de bewerkte balustrade d.m.v. de hoekstijlen verbonden is met de topgevelvulling. Hiertussen bevindt zich een deur met een bewerkte houten omlijsting en bekroning. Links en rechts van de middenpartij bevinden zich op de eerste bouwlaag rijk bewerkte houten veranda's met zinken roevendakjes, die van binnenuit toegankelijk zijn via dubbele tuindeuren met korfboogvormige 4-ruits bovenlichten en enkele deuren met rondboogbovenlichten. De linker veranda heeft een trapje met geornamenteerde leuning, de rechter veranda is iets breder en heeft een met glaspanelen gevulde rechter zijde. In de tweede bouwlaag bevindt zich links en rechts een venster met resp. een twee- en een driedelig kozijn.

De LINKER ZIJGEVEL heeft links een terug gelegen gedeelte, waarvan de tweede bouwlaag bij de latere uitbreiding tot stand is gekomen en is voorzien van een plat dak. In de eerste bouwlaag bevinden zich drie korfboogvensters en in de tweede bouwlaag rechts een venster van hetzelfde type als in de voorgevel en in de uitbreiding links twee getoogde vensters.

De RECHTER ZIJGEVEL heeft van links naar rechts een korboogvenster, een rondboogvormig afgesloten portiek met de voordeur, een paneeldeur met ruitjes en smeedijzeren roosters, en twee rondboogvensters. Rechts van het portiek is een stichtingssteen ingemetseld met in reliëf een cartouche met het volgende inschrift: "I.K. W.M.K./ I.M.K/ 18 15/10 89". In de tweede bouwlaag bevinden zich van links naar rechts een breed venster met driedelig kozijn en een stolpraam met zij- en bovenlichten, een vermoedelijk later dichtgemetseld venster, waarvan nog wel de boogtrommel aanwezig is en twee vensters met stolpramen en bovenlichten. In de topgevel bevindt zich een kleiner venster met stolpraam.

De ACHTERGEVEL heeft rechts een vooruitspringend gedeelte dat deels later is bijgebouwd. In de eerste bouwlaag bevindt zich de later gewijzigde praktijkingang (ca. 1920), een paneeldeur met ruitjes en smeedijzeren roosters in een met speklagen doorsneden bakstenen omlijsting met een luifel en een rondboogbovenlicht. Rechts van de deur bevinden zich achtereenvolgens een venster met rondboogbovenlicht en een klein venster. De tweede bouwlaag heeft twee vensters met korfboogtrommels die zijn voorzien van siermetselwerk en later aangebrachte glas-in-lood ramen en bovenlichten. Ook hier bevindt zich rechts een klein venster.

In het INTERIEUR is de indeling grotendeels bewaard gebleven. De vertrekken zijn gegroepeerd rondom een centrale hal, die via drie halfcirkelvormige daklichten van daglicht wordt voorzien. In de hal bevindt zich een halfcirkelvormig trappenhuis, dat bereikbaar is via een met een liggende ellips boog afgesloten arcade. De monumentale bordestrap begint al vóór de arcade en volgt de halfcirkelvormige wand, naar de tweede bouwlaag, waar een arcade van hetzelfde type zicht op de vide van het trappenhuis biedt. De hal heeft een veelkleurige terrazzo-mozaïekvloer, plinten van marmer, pilasters, lambriseringen en wanden met geornamenteerde stucpanelen, stucplafonds met cassetten en kooflijsten met consoles, geornamenteerde rondbogen en een rondboogvormig afgesloten nis. Het trappenhuis heeft een gestucte wand met blokverdeling, stucpanelen, een tandlijst en een kooflijst, een 15-ruits daklicht met straalvormige roedenverdeling, een eikenhouten trap met een onderste trede van marmer en een rijk geornamenteerde smeedijzeren leuning en videbalustrade houten handlijsten. In de gebogen wand van het trappenhuis is een rijk geornamenteerd, veelkleurig geglazuurd fonteintje opgenomen. Verder bevinden zich in de eerste bouwlaag kamers en suite met geornamenteerde stucplafonds en schuifdeuren in omlijsting, paneeldeuren, waarvan het bovenste paneel is uitgevoerd in glas-in-lood, een vestibule met marmeren lambrisering en een binnenpui met glas-in-lood deur en driedelig raam bij de achteringang. De kelder, de vestibule en de westelijke kamers van de eerste bouwlaag, de tweede bouwlaag en de zolder zijn gemoderniseerd. De tuin wordt van het trottoir gescheiden door een smeedijzeren HEKWERK met een dubbel toegangshek tussen gietijzeren zuiltjes aan de zijde van de Arksteestraat.

Waardering

VILLA met HEKWERK uit 1889 van J.J. Weve

- Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf voorbeeld in ex- en interieur van een villa in eclectische stijl met Chaletstijl-elementen. De villa heeft esthetische kwaliteiten in het ontwerp zoals een markante hoofdvorm, een uitzonderlijk trappenhuis, bijzonder materiaalgebruik en een rijke ornamentiek.

- Van stedenbouwkundige waarde vanwege de markante ligging in het beschermde stadsgezicht, nl. in de noordelijke gevelwand van één van de voornaamste straten van het laat 19de-eeuwse uitbreidingsplan van Bert Brouwer.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
523009
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Praktijkwoning Woningen en woningbouwcomplexen Werk-woonhuis oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Oranjesingel 2 A 6511 NS Nijmegen Centrum Ja
Arksteestraat 1 6511 MX Nijmegen Centrum
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Stadsvilla
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
B 6252 Nijmegen
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1889 1889 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Weve, J.J. ; Gelderland ingenieur
Kolff, W. ; Gelderland opdrachtgever
Naar boven