Oranjesingel 26, Nijmegen
Inleiding
Het HERENHUIS met HEKWERKEN, dat thans in gebruik is als kantoor, is gebouwd in 1895 door architect/ aannemer G. Buskens in eclectische stijl. De panden Oranjesingel 8-34 zijn op één enkel pand na (nr. 12), ontworpen door Buskens. Het betreft rijk geornamenteerde twee- of drielaags herenhuizen met een grote diversiteit aan trapgevels, torens, dakkapellen, balkons, serre's, loggia's en beeldhouwwerk. Iedere voorgevel is anders vormgegeven, terwijl de interieurs qua indeling en detaillering grote overeenkomst vertonen. Ook de achtergevels, die zeer sober zijn uitgevoerd, lijken op elkaar. Een aantal huizen heeft zelfs één doorlopende achtergevel, zoals de nrs. 14-34. Het huis nr. 26 vormt door het overeenkomstig materiaalgebruik van rode en gele verblendsteen en de gelijke hoogte van de goot- en de daklijn ook aan de voorzijde een paar met nr. 24. De voortuin van nr. 26 wordt omgeven door smeedijzeren hekwerken met enkel toegangshek.
Het herenhuis maakt deel uit van de aaneengesloten noordelijke gevelwand van de Oranjesingel, één van de voornaamste straten van het uitbreidingsplan van Bert Brouwer, ontworpen na de afbraak van de vestingwerken, binnen het beschermd stadsgezicht.
Omschrijving
Het HERENHUIS heeft een rechthoekig grondplan met een uitbouw aan de achterzijde. Het herenhuis heeft een kelder, twee bouwlagen en een zolderverdieping onder een plat dak met bitumineuze dakbedekking en een dakschild met leien in maasdekking. Het dakschild wordt in het midden doorbroken door een recht gesloten topgevel, die aan weerszijden wordt geflankeerd door driehoekige houten dakkapellen met zadeldakjes, klapramen en lekdorpels op klosjes. De nagenoeg symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL is twee traveeën breed, maar telt drie assen. De gevel is opgetrokken uit rode en gele verblendsteen, gemetseld in Vlaams verband. De gevel wordt horizontaal geleed door gepleisterde speklagen en heeft een hardstenen plint en wordt afgesloten met geprofileerde kroonlijsten op bewerkte klossen. Een rechthoekige serre met overstekend afgeplat zadeldak en balkon beslaat de gehele eerste bouwlaag. De serre heeft een hardstenen plint en stoep, bewerkte houten stijlen en regels, een schuifdeur, gekleurde glas-in-lood bovenlichten en een geprofileerde kroonlijst op klosjes. De ingangspartij is in de serre opgenomen. De linker as van de serre is aan de voorzijde open gelaten en vormt het portiek voor de voordeur, een paneeldeur met smeedijzeren roosters en ruiten en een bovenlicht gevuld met gekleurd glas-in-lood in een kozijn op hardstenen neuten met een gesneden kalf. In het glas van de deur bevinden zich twee glas-in-lood medaillons met gebrandschilderde voorstellingen van resp. een scheepje en een windmolen. De vloer van het portiek is bedekt met gekleurde patroontegels. De achterwand is van gele verblendsteen. Boven de serre is de gevel van rode verblendsteen. Het balkon heeft een niet oorspronkelijk balkonhek en is toegankelijk via een enkel balkondeur met rondboogvormig bovenlicht. De deur wordt geflankeerd door twee rondboogvensters met schuiframen. Boven de deur bevindt zich in de topgevel nog een venster van dit type. De bovenlichten, die zijn voorzien van gekleurd glas-in-lood, hebben rondbogen met gepleisterde boog- en sluitstenen. Deze bogen worden omlijst door een vooruitspringend vlak van gele verblendsteen, dat is voorzien van gepleisterde elementen met fantasiekoppen en bogen met gepleisterde boogstenen met halve bollen en sluitsteen met druiventrossen. Het bovendeel van de topgevel is gepleisterd en wordt afgesloten met een geprofileerde lijst. Hier heeft de buitenste vensterboog een sluitsteen met fantasiekop. De hoeken van de voorgevel worden gemarkeerd door overhoekse pinakels van rode verblendsteen met gepleisterde kraagstenen en afdekplaten.
De asymmetrisch ingedeelde ACHTERGEVEL, die is opgetrokken uit rode baksteen en gemetseld in kruisverband, heeft rechts een uitbouw met een achterdeur, die is gekoppeld met een venster onder één segmentboog. Rechts hiervan bevindt zich een éénlaags uitbouwtje met plat dak en twee houten deuren. In het teruggelegden gedeelte links bevindt zich een serre met schuifdeuren, zijlichten en glas-in-lood bovenlichten. Een houten trapje met een houten leuning, die is voorzien van gietijzeren spijlen, geeft toegang tot de tuin. De serre heeft een lessenaarsdak van glas en een balkon met een balustrade met gietijzeren spijlen, dat toegankelijk is via een getoogde dubbele balkondeur met bovenlicht. De achtergevel heeft verder in de tweede en de derde bouwlaag getoogde vensters met stolpramen en bovenlichten en wordt afgesloten met een houten lijst. De glas-in-lood bovenlichten van de balkondeur en de vensters hebben in het midden een medaillon van gekleurd glas-in-lood met de voorstelling van een roos. Boven de uitbouw bevinden zich twee kleinere venster met glas-in-lood ramen. Balkon en achtertuin worden van het buurperceel gescheiden d.m.v. gemetselde muren.
Het INTERIEUR verkeert nog gedeeltelijk in oorspronkelijke staat. De indeling is bewaard gebleven en er zijn nog een aantal oorspronkelijke interieurelementen aanwezig zoals: de vestibule met marmeren vloer en lambrizering, wanden met in pleisterwerk nagebootste natuursteenblokken, stucpanelen en -plafond en de tochtdeur met zij- en bovenlichten voorzien van geëtst glas met figuratieve voorstellingen en in het midden glas-in-lood; de gang met marmeren vloer en plinten, rondboog op gepleisterde consoles met mascarons, geornamenteerde gepleisterde deurstukken, geornamenteerde stucplafonds en de trap met bewerkte houten trappaal en spijlen; de kamers en suite met schuifdeuren met bovenlichten, rijk geornamenteerde stucplafonds en schouwen van zwart en groenzwart geaderd marmer; de serre met gekleurde glas-in-lood bovenlichten en dubbele schuifdeuren; de keuken en het achterste gedeelte van de gang, belegd met gekleurde patroontegels; de zwart marmeren schouwen op de eerste verdieping, waar de voorkamer de gehele breedte van de voorgevel beslaat en is voorzien van een rijk geornamenteerd stucplafond; de paneeldeuren in geprofileerde omlijstingen door het hele huis en één eenvoudige zwart marmeren schouw op de tweede verdieping. Één glasdeur en een bovenlicht in het interieur zijn voorzien van een glas-in-lood medaillon met hetzelfde motief als in de achtergevel.
De voortuin van nr. 26 wordt omgeven door smeedijzeren HEKWERKEN met daarin een enkel toegangshek.
Waardering
HERENHUIS met HEKWERKEN van G. Buskens uit 1895.
- Van architectuurhistorische waarde als goed en vrij gaaf voorbeeld van een herenhuis in eclectische stijl met esthetische kwaliteiten in ex- en interieur zoals bijzonder materiaalgebruik en een rijke ornamentering.
- Van stedenbouwkundige waarde als onderdeel van de aaneengesloten noordelijke gevelwand van de Oranjesingel, één van de voornaamste straten van het beschermde stadsgezicht, het laat 19de-eeuwse uitbreidingsplan van Bert Brouwer.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Oranjesingel | 26 | – | 6511 NV | Nijmegen | Centrum | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | – | Herenhuis |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 2194 | – | Nijmegen |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1895 | 1895 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Buskens, G. ; Gelderland | architect / bouwkundige / constructeur | – |