Inleiding

HERENHUIS met oorspronkelijk SMEEDIJZEREN HEKWERK rond de voortuin, gelegen aan de zuidzijde van de Oranjesingel. Het huis is gebouwd in 1909 naar ontwerp van de Nijmeegse architect Oscar Leeuw (1866-1944) in een overgangsstijl met onder meer invloeden van de (late, strakke) Art Nouveau en het eclecticisme.

Door een brand als gevolg van een granaatinslag is een deel van de beschilderingen in het interieur verdwenen.

Omschrijving

Het in kruisverband gemetselde, bakstenen gebouw is opgetrokken op L-vormige grondslag en telt drie bouwlagen onder een plat dak met een schild aan de voorzijde, gedekt met rode tuiles du Nord.

De asymmetrisch ingedeelde VOORGEVEL bevat links de entree bestaande uit een ellipsboogvormig afgesloten houten paneeldeur met een ellipsvormig 8-ruits glaspaneel, bezet met meerkleurig glas-in-lood voorstellende paarse bloemen en groene bladeren. De deur heeft een omlijsting, bestaande uit een hoge plint van hardsteen, speklagen van zandsteen en een afdak met geprofileerde rand, gedragen door een houten gesneden korbeelstel op zandstenen kraagstenen. De kraagstenen maken onderdeel uit van zandstenen pilasters, die zich boven het afdak voortzetten en eindigen als aanzetsteen voor de getoogde sterk boven het 12-ruits bovenlicht. De strek is gekoppeld aan de onderdorpel van het venster op de verdieping met een zandstenen band met daarin de inscriptie `Aº 1909'. De entree heeft een hardstenen stoep. Rechts van de entree bevindt zich een trap met smeedijzeren balustrade naar de kelder. De stoep heeft ook aan de linker zijde een smeedijzeren hek. De rechterzijde van de voorgevel heeft op de begane grond een gemetselde gebogen erker met enkelruits schuifvensters. Daar onder bevinden zich ramen van de kelder. De erker wordt afgesloten met een balkon op de eerste verdieping. Het balkon is toegankelijk via stolpdeuren met smalle zijlichten. De balustrade is een smeedijzeren hekwerk overeenkomstig dat bij de trap naar de voordeur. De schuiframen in de voorgevel hebben verschillende breedtes en zijn voorzien van boven lichten met kleine ruiten (3 ruiten hoog). De gevel wordt beëindigd door een houten bakgoot op klossen. Het steile dakvlak op de tweede verdieping is voorzien van een getoogde dakkapel.

De ACHTERGEVEL bevat rechts een ver naar voren springend gedeelte. Dit gedeelte heeft op de begane grond een uitbouw met daarin een pui bestaande uit een deur met 2-ruits bovenlicht links en rechte twee zijlichten van ongelijke hoogte. De twee bouwlagen daarboven hebben elk een enkelruits schuifvenster met 8-ruits bovenlicht bezet met geel kathedraalglas. Het onderste venster heeft persiennes. De gevel heeft links op de begane grond een vermoedelijk naar achteren uitgebouwde serre met stolpdeur en zijlichten. Deuren en zijlichten hebben aan de bovenzijde in het glaspaneel drie kleinere ruitjes. Boven de serre een balkon met oorspronkelijke houten balustrade met gesneden hoofdbalusters. Het balkon is toegankelijk via een grote pui met 2-ruits stolpdeur met enkelruits zijlichten en een 24-ruits bovenlicht. De tweede verdieping heeft twee enkelruits schuifvensters met 6-ruits bovenlicht.

Het INTERIEUR bevat beschilderde stucplafonds met strakke Art Nouveau motieven tussen en langs geprofileerde perklijsten. De hal bevat een houten trap met gezaagde balusters en rijk gesneden trappalen. De toiletten zijn betegeld met Art Nouveau tegels. De deuren hebben gesneden omlijstingen, die per verdieping in rijkheid afnemen. De entree heeft een tochtpui met geslepen glas met Art Nouveau motieven.

Waardering

Herenhuis uit 1909 naar ontwerp van de Nijmeegse architect Oscar Leeuw (1866-1944) in een overgangsstijl met onder meer invloeden van de late Art Nouveau en het eclecticisme.

- Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf bewaard voorbeeld van een herenhuis met ornamentiek beïnvloed door de late Art Nouveau en het eclecticisme. Het pand valt op door hoogwaardige esthetische kwaliteiten, zoals het geavanceerde materiaalgebruik en de rijke ornamentiek. Karakteristiek zijn onder meer de ornamentiek in de voorgevel en het rijk gedecoreerde Art Nouveau interieur. Er is sprake van een ensemblewerking als onderdeel van de bebouwing langs de Oranjesingel, waarbinnen het pand behoort tot de omstreeks 1900 gangbare herenhuizen, welke samen met de oudere en latere typen en stijlen goed de ontwikkeling van de bouw van herenhuizen weergeven.

- Van stedebouwkundige waarde door de situering langs de Oranjesingel. Deze weg bezit nog een in vrij gave staat bewaard gebleven bestand aan historische huizen, die een aantrekkelijk en waardevol straatbeeld vormen.

- Van cultuurhistorische waarde als herkenbaar element uit een maatschappelijke ontwikkeling. Het pand is gebouwd als huisvesting voor de nieuwe en kapitaalkrachtige stedelijke elite, die zich bij voorkeur vestigde in kapitale herenhuizen in de nieuw aangelegde straten rond de oude stad; een stadsuitbreiding die met het verwijderen van de vestingwerken aan het eind van de 19de eeuw mogelijk was geworden.