Grote BOERDERIJ van het type hallehuis opgetrokken in baksteen op een rechthoekig grondplan, één bouwlaag en een zolderverdieping hoog afgedekt met een wolfdak gedeeltelijk gedekt met riet en gedeeltelijk met gesmoorde oudhollandse pannen. Op de nok bevinden zich rode nokvorsten. Langs de dakranden bevinden zich bewerkte windveren. De gevels zijn gemetseld in kruisverband. De VOORGEVEL bezit in de eerste bouwlaag vier schuiframen (2 (2+1)) voorzien van luiken, in zwart, rood en wit geschilderd. De vensters hebben grijsgepleisterde onderdorpels en aan de bovenzijde een anderhalfsteens strek die deels in verblendsteen is uitgevoerd. Op de verdiepingscheiding zijn ankers aangebracht. De zolder bezit in het midden een drielicht, waarbij het middelste raam keperboogvormig is en met de punt boven de rechtafgesloten zijlichten uitsteekt. De deels in verblendsteen uitgevoerd afsluiting boven dit venster volgt deze driehoekige vorm. De RECHTER ZIJGEVEL heeft in het woonhuis twee identieke rechthoekige vensters met luiken waarin vernieuwde vensters zijn gebracht (dubbele draairamen met roedeverdeling). In het bedrijfsgedeelte bevinden zich van links naar rechts twee mestluiken, twee staldeuren en een mestluik. Al deze gevelopeningen zijn aan de bovenzijde segmentboogvormig afgesloten. Tussen de openingen bevinden zich kleine, vierkante gevelopeningen. De LINKER ZIJGEVEL heeft van links naar rechts in het achterhuis twee mestluiken, een loopdeur en een mestluik. In het woongedeelte twee vierruits vensters met luiken en een vernieuwde deur. De ACHTERGEVEL heeft in het midden dubbele deeldeuren, de rechter uitgevoerd als onder- en bovendeur de linker met een loopdeur. Ter weerszijden bevinden zich later aangebrachte betonnen stalramen. Links en rechts in de gevel bevinden zich loopdeuren en boven de deeldeuren is een zolderluik aangebracht. Het INTERIEUR bestaat uit een voorhuis met woonkamer met betegelde vuurplaats. Een opkamer met kelder in de linker beuk, waarbij de kelder vanuit de keuken toegankelijk is en de opkamer vanuit het woonvertrek. In de rechter beuk bevindt zich een slaapvertrek. De keuken is richting achterhuis uitgebreid. Achter de woonkamer is een gang aangebracht met een nieuwe trap naar de verdieping waar slaapvertrekken zijn aangebracht. De brandmuur is ten behoeve hiervan verplaatst.

Waardering

BOERDERIJ (complexonderdeel 1) uit het laatste kwart van de negentiende eeuw

- Van architectuurhistorische waarde als goed voorbeeld van een boerderij uit het einde van de negentiende eeuw, van het type hallehuis. De boerderij valt op vanwege de monumentale afmetingen, de redelijk gave staat en de detaillering in de voorgevel die aangeven dat het hier om een boerderij van een landgoed gaat. De oorspronkelijke indeling van het interieur is nog herkenbaar en bevat onder meer een fraai betegelde schouw.

- Van stedenbouwkundige waarde als hoofdonderdeel van het complex dat een karakteristiek onderdeel is van het historisch gegroeide buitengebied ten zuidwesten van Putten, als onderdeel van het landgoed Oldenaller waar het vanwege de markante ligging aan de laan een belangrijke landschappelijke waarde heeft.

- Van cultuurhistorische waarde als hoofdonderdeel van het landgoed Oldenaller, de boerderij behoorde van oorsprong bij het kasteel en deze status is aan de voorgevel van de boerderij en aan de detaillering van het bakhuis af te lezen. Voorts van belang vanwege de oudere oorsprong van de bouwplaats.