Gerechtsgebouw, Rotterdam

Inleiding

GERECHTSGEBOUW ten behoeve van de Arrondissementsrechtbank en het Kantongerecht, hoofdonderdeel van het gerechtscomplex aan de Noordsingel, gebouwd in 1898-1899 in neorenaissancestijl naar ontwerp van W.C. Metzelaar.

Omschrijving

Het gerechtsgebouw telt een kelder, twee bouwlagen en een kapverdieping onder met leien bedekte schild- en zadeldaken. Het negentien vensterassen brede en van oorsprong vier vensterassen diepe gebouw heeft een klassieke, streng symmetrische opbouw, bestaande uit een brede middenrisaliet van drie vensterassen, geflankeerd door zijvleugels van middenrisalieten en smallere hoekrisalieten, beide van één vensteras. De voor- en zijgevels zijn boven een natuurstenen plint opgetrokken in gele verblendsteen met banden en rollagen van rode verblendsteen. Natuursteen is veelvuldig toegepast voor hoek- en sluitstenen, consoles, diamantblokken, speklagen en cordonlijsten. De gevels zijn verticaal geleed door gemetselde pilasters in kolossale orde met basementen en kapitelen aan weerszijden van alle vensters. Horizontale geleding vindt plaats door een dubbele doorlopende cordonlijst onder de vensters op de begane grond en aan de onder- en bovenzijde van de eerste verdieping. Tussen de cordonlijsten loopt een fries van geel, rood en blauw siermetselwerk. Ter hoogte van de pilasters bevinden zich aan de onderzijde van de vensters natuurstenen diamantblokken, aan de bovenzijde zijn hier op natuurstenen plaquettes in gouden letters namen van bekende rechtsgeleerden aangebracht. De rechthoekige vensters zijn gevat in houten geprofileerde kozijnen met in de bovenlichten een fijne verticale geleding voorzien van glas-in-lood. De lateibalken zijn van ijzer en gedecoreerd met rozetten. Op de begane grond hebben de vensters boven de latei een terracotta fries met bladornamenten. De vensters van de verdieping zijn voorzien van ontlastingsbogen met in de boogvelden een reliëf van wijnranken en wapenschilden. De gevels worden direct boven een sierfries beëindigd met een geprofileerde houten daklijst op consoles. Het dak is, boven de terugliggende delen van de gevel, voorzien van aedicula-vormige dakkapellen met kruisvensters en boven het fronton een pinakel. De afgeplatte schilddaken van de centrale middenrisaliet zijn voorzien van een sierlijk gesmeed hekwerk. In het midden van het platte dak is een hoge, witgeschilderde vlaggenmast bevestigd. De centrale middenrisaliet heeft op de begane grond in het midden een getoogde poortdoorgang die toegang verleent tot de achter het gebouw gelegen binnenplaats. In de as hiervan bevindt zich de toegang tot het uit 1872 daterende cellulaire gevangeniscomplex. De poortdoorgang is overwelfd door gemetselde troggewelfjes op ijzeren binten. In de poortdoorgang bevindt zich aan weerszijden in het midden een dienstingang, geflankeerd door twee rechthoekige vensters met getoogde rollagen. De doorgang wordt aan de voorgevel geflankeerd door dubbele Dorische pilasters, die tot aan de eerste verdieping doorlopen.

Aan weerszijden hiervan bevinden zich smalle schuifvensters met frontons. Op de verdieping in het midden een vensterpui bestaande uit vier hoge gekoppelde vensters, die de algemene zittingzaal verlicht. Links en rechts naast de pilasterstelling een smal getoogd venster. Hier in plaats van een bovenlicht een natuurstenen plaquette waarop in het linker venster 'Anno' en in het rechter venster '1899' is aangebracht. De ingangspartij is aan de bovenzijde afgesloten door een groot fronton met in het timpaan een reliëf met twee leeuwen die het wapenschild van Nederland dragen. Voorts, in gouden letters, de inititalen van de architect: 'W.C.M.' Het fronton wordt bekroond door drie witgeverfde gebeeldhouwde figuren: op de nok van het fronton Vrouwe Justitia met weegschaal en zwaard, links een rechtsgeleerde met boeken en rechts een knielende smekeling. De middenrisalieten in de zijvleugels bevatten links en rechts respectievelijk de toegangen tot de Arrondissementsrechtbank en het Kantongerecht. De ingangen, die beide worden ontsloten door een ruime toegangshal met vrijwel identieke trappenhuizen, bestaan uit geprofileerde en met bladornamenten gedecoreerde, dubbele houten deuren met bovenlichten geflankeerd door smeedijzeren lantaarns. De risalieten worden op de verdieping beëindigd door frontons bekroond door drie beelden van schildhoudenden leeuwen.

Daarachter liggen aparte schilddaken met in de schilden kleine driehoekige dakkapelletjes. De ingangsrisalieten worden bekroond door houten aedicula-vormige torentjes. In de linker toren, op iedere zijde gouden wijzerplaten tussen de pilasters. In de rechter toren bevinden zich op dezelfde plaats galmgaten. De torenjes zijn voorzien van een met lood beklede torenhelm met een windvaan. De zijgevels hebben een identieke gevelgeleding met Dorische pilasters en cordonlijsten. De zuidelijke zijgevel heeft een risalerend middendeel van twee vensterassen. Het eveneens risalerende dak bevat boven iedere vensteras een aedicula-vormige dakkapel. De noordelijke zijgevel heeft geen risaliet en is drie vensterassen breed. De achtergevel is soberder uitgevoerd in donkerrode baksteen, conform het ernaast gelegen notarieel archief, met een identieke gevelgeleding van getoogde vensters en dakkapellen. Het pand is aan de achterzijde aan weerszijden van de poortdoorgang door middel van twee uitbouwen van twee bouwlagen verbonden met de achterliggende Cellulaire gevangenis, waardoor een binnenplaats is ontstaan. Op de verdieping van deze uitbouwen bevinden zich de zittingzalen. Deze zijn zowel via het gerechtsgebouw als de gevangenis te bereiken.

Het gebouw, dat oorspronkelijk inwendig geheel was gepleisterd en voorzien van geverfde lambrizeringen, stucplafonds en deuromlijstingen met frontons in neo-Renaissancestijl, is op onderdelen in de loop der jaren aangepast aan de eisen van de tijd. In vrijwel oorspronkelijke staat bevinden zich nog de beide hallen met trappenhuizen, de zittingszalen, de bibliotheek en de kamer van de president van de rechtbank. De toegangshallen lopen door over de volledige hoogte van het gebouw en zijn voorzien van lichtkappen. Aan twee zijden gaan trappen omhoog met smeedijzeren balustrades met bloemdecoraties, houten trapleuningen, natuurstenen pijlers en traptreden van Noors graniet. De trappen sluiten aan op omgaande galerijen, die gedragen worden door ijzeren balken op natuurstenen zuilen. Aan weerszijden, ter hoogte van het trapbordes, een groot glas-in-loodvenster. Precies door het midden van de hallen liggen in de as van de ingang overlopen, die naar de zittingzalen leiden aan de achterzijde van het gebouw. De zittingzalen hebben aan de ene zijde een podium voor de magistratum en aan de tegenoverliggende zijde een publieke tribune. De zalen zijn voorzien van lambrizering en stucplafonds en worden door drie paar gekoppelde gietijzeren zuilen in vier traveeën verdeeld. De bibliotheek aan de voorzijde van de eerste verdieping heeft een rechthoekige plattegrond en wit geverfde houten boekenkasten langs de wanden, bekroond door alternerend gebogen en driehoekige frontons. De presidentskamer heeft houten lambrizeringen, geprofileerde deuromlijstingen en een stucplafond.

Waardering

Laat negentiende eeuws, in neorenaissancestijl uitgevoerd, gerechtsgebouw met bijbehorende interieurs, oorspronkelijk bestemd voor de Arrondissementsrechtbank en het Kantongerecht, hoofdonderdeel van het gerechtscomplex aan de Noordsingel. In die zin van algemeen belang wegens architectuur-, cultuur- en sociaalhistorische waarde alsook typologische waarde. Tevens van belang wegens de grote beeldbepalende en situationele waarde aan de Noordsingel en de ensemblewaarde met het westelijk gelegen notarieel archief en de achterliggende Cellulaire gevangenis. Het Rotterdamse gerechtsgebouw neemt een belangrijke positie in binnen het oeuvre van (rijks)architect W.C. Metzelaar.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
524375
Complexnaam
Gerechtsgebouw c.a.
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

Complex bestaande uit een GERECHTSGEBOUW gebouwd in 1898-1899 in neorenaissancestijl, met ernaast gelegen, grotendeels vrijstaande, 'brandvrije' ARCHIEFBEWAARPLAATS in eclectische stijl uit 1900. Het complex is gebouwd naar ontwerp van W.C. Metzelaar, rijksarchitect in dienst van het Ministerie van Justitie. Het gerechtsgebouw verving het verouderde gerechtsgebouw (1822-1899) aan het Haagse Veer in de binnenstad. In het nieuwe gerechtsgebouw werden in afzonderlijke vleugels het Rotterdamse Kantongerecht en de Arrondissementsrechtbank ondergebracht.

N.B: Het gerechtsgebouw werd om functionele redenen via de zittingzalen verbonden met de achterliggende Cellulaire gevangenis met bijbehorende dienstwoningen (architect A.C. Pierson, 1872).

Een deel van de noordelijke zijgevel werd op 16 juli 1941 getroffen door oorlogsschade en nadien met lichte wijzigingen hersteld. De ronde toren met het diensttrappehuis aan het oostelijke uiteinde van de gevel werd vervangen door een rechthoekige uitbouw en in plaats van de oorspronkelijke vier vensterassen zijn slechts drie vensterassen vervangen.

Omschrijving

Het complex bestaat uit een gerechtsgebouw met een negentien vensterassen brede voorgevel langs de Noordsingel, en een links van dit gebouw gelegen archiefbewaarplaats haaks op de Noordsingel. Het gerechtsgebouw telt een kelder, twee bouwlagen en een kapverdieping onder met leien bedekte schild- en zadeldaken. Het gebouw heeft een klassieke, streng symmetrische opbouw. De archiefbewaarplaats is aan de zuidelijk gevel via een verbindingsgang verbonden met de meest noordelijke griffierskamer van het gerechtsgebouw en bestaat uit drie bouwlagen en een kapverdieping onder een zadeldak.

Waardering

Laat negentiende eeuws gerechtscomplex van algemeen belang wegens architectuur-, cultuur- en sociaalhistorische waarde en typologische waarde. Tevens van belang binnen het oeuvre van rijksarchitect W.C. Metzelaar en van belang wegens situationele en ensemblewaarde in verband met de markante situering aan de Noordsingel en de historisch-functioneel bepaalde groepering der gebouwen.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Gerechtsgebouw(EX3) Bestuursgebouwen, rechtsgebouwen en overheidsgebouwen Gerechtsgebouw(E) oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Noordsingel 115 3035 EM Rotterdam Ja
Bergstraat 1 3035 TA Rotterdam
Noordsingel 113 3035 EM Rotterdam
Noordsingel 115 K002 3035 EM Rotterdam
Noordsingel 115 K003 3035 EM Rotterdam
Noordsingel 117 3035 EM Rotterdam
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Bestuursgebouwen, rechtsgebouwen en overheidsgebouwen Overheidsgebouw Gerechtsgebouw
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
X 5631 Rotterdam
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1898 1899 vervaardiging
Naar boven