Sint Jorisweg 2, Delft
Inleiding
Het PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS van het buitengesticht Sint Joris Gasthuis werd in 1895 door M.A.C. Hartman ontworpen als onderdeel van een symmetrisch complex, bestaand uit in totaal acht paviljoens en een keukengebouw. Het hoofdgebouw, waarin een kapel en ruimten voor de geneesheren waren ondergebracht, was met de voorste twee paviljoens door middel van gangen verbonden. In de tweede helft van de jaren 1990 zijn alle panden met uitzondering van het hoofdgebouw gesloopt. Het hoofdgebouw is vervolgens gerestaureerd en ingericht als museum waarin de geschiedenis van de psychiatrie wordt verbeeld. Het complex was oorspronkelijk gelegen op een zeer diep terrein, reikend van het Rijn-Schielandkanaal tot voorbij de huidige snelweg A13. Als stedenbouwkundig element is het laantje, dat in een rechte lijn het hoofdgebouw van het buitengesticht verbindt met het kanaal, behouden. Wel zijn in de loop der tijd de terreinen aan weerszijden van het laantje bebouwd. Tevens is de St. Jorisweg op korte afstand van het hoofdgebouw, haaks op het laantje, aangelegd. Het originele, maar voor de bescherming van ondergeschikt belang zijnde ijzeren hekwerk is hierbij van de kanaalzijde verplaatst naar de St. Jorisweg.
De Eclectische bouwstijl van het gasthuis is herkenbaar aan de op schilderachtige effecten gerichte vormentaal, waarbij gebruik gemaakt is van ten opzichte van elkaar verspringende bouwvolumes, chalet-daken en kleurig siermetselwerk, afgewisseld door pleisterwerk. In het hoofdgebouw zijn met name Renaissance-motieven toegepast.
Als gevolg van een brand tijdens de verbouwing zijn delen van het interieur van het hoofdvolume verloren gegaan. Het bijzondere interieur van de kapel is behouden. Aan de oostzijde van deze kapel is in de jaren 1920 een klein transformatorhuisje gebouwd, dat in detaillering en materiaalgebruik het totaalbeeld eerder versterkt dan afbreekt.
De verbouwing heeft gevolgen gehad voor het aanzien van de zijgevels van het hoofdvolume. Het verwijderen van de gangen is onder andere opgevangen door het plaatsen van dubbele deuren, die voorheen toegang gaven tot de gang, in die delen van de wand die van binnen- tot buitenzijde werden. Het gebouw is door sloop van de paviljoens en het keukengebouw thans geheel vrijstaand. Het originele, maar verplaatste ijzeren sierhekwerk vormt de afsluiting van het terrein aan de westzijde.
Omschrijving
De voorgevel is georiënteerd op het westen, op het laantje dat verbonden is met het Rijn-Schielandkanaal.
De T-vormige plattegrond is symmetrisch, en is samengesteld uit het vrijwel rechthoekige hoofdvolume en de aan de achterzijde gesitueerde kapel met halfronde koorsluiting. Kleinere rechthoekige volumes van één bouwlaag, met plat dak, grenzen aan het hoofdvolume en de kapel. Waar het hoofdvolume twee verdiepingen telt, heeft de kapel één bouwlaag, die echter overeenkomt met anderhalve bouwlaag van het hoofdgebouw. Aan de oostzijde van het koor is op een rechthoekige plattegrond een klein transformatorhuisje gebouwd. Het transformatorhuisje is manshoog.
De gevels zijn opgetrokken uit grauwrode baksteen, geplaatst op een hardstenen plint. Hardstenen waterlijsten zijn aangebracht ter hoogte van de onderdorpels van de vensters in de eerste en tweede bouwlaag. Gepleisterde speklagen ter hoogte van de middendorpel geven een verdere horizontale geleding. De samengestelde dakpartij van het hoofdvolume bestaat uit een zadeldak evenwijdig aan de voorgevel, met steekkap boven de risaliet. Aan de achterzijde sluit het zadeldak van de kapel aan op het dak van het hoofdvolume. Het koor van de kapel heeft een zevenzijdig, met leien gedekt schilddak. Op het zadeldak van het schip en op de koorafsluiting zijn dakkapellen geplaatst, die voor een deel worden bekroond door pironnen. Het zadeldak van het transformatorhuisje is evenals de overige daken met pannen gedekt. De kap van het hoofdvolume heeft een ruime oversteek, gedragen door houten schoren. De uitgezaagde decoratieve randen van de kappen zijn als gevolg van de brand verloren gegaan. Hiervoor in de plaats zijn eenvoudige gesloten houten oppervlakten aangebracht.
De symmetrische voorgevel (westzijde) bestaat uit vijf traveeën, waarvan drie in het midden deel uitmaken van een risaliet. Alle traveeën kenmerken zich door rechtgesloten vensters met schuiframen en bovenlicht in eerste en tweede bouwlaag, met uitzondering van de middentravee, waarin de inpandige entree is ondergebracht, alsmede een klein drielichtsvenster in de zolderverdieping. De schuifvensters zijn voorzien van een rondboogvormig spaarveld, waarbij de uit felrode bakstenen gemetselde boog geleed is door aanzet- en sluitstenen. Twee hardstenen treden leiden tot dubbele geprofileerde houten deuren, voorzien van ijzeren sierwerk en staand onder halfrond bovenlicht. Deze halfronde vorm herhaalt zich in de bakstenen boog voor de entree, in de gevelwand. Deze boog is geplaatst op consoles, die met elkaar verbonden worden door een hardstenen ligger. In de open boog bevindt zich een lamp, hooggehouden door een ijzeren sierwerk. Links naast de entree is een reliëf in de plint aangebracht, met daarop een voorstelling van St. Joris. Net onder de hardstenen cordonlijst tussen de eerste en de tweede bouwlaag zijn op de hoeken reliëfs geplaatst. Links bevindt zich een voorstelling van twee vrouwenhoofden, rechts een voorstelling van twee mannenhoofden. Deze reliëfs herinneren aan de tweedeling tussen de mannen- en de vrouwenafdeling.
De vrijwel symmetrische achtergevel toont de rechthoekige gesloten bouwmassa van het hoofdvolume, ten opzichte waarvan de kapel, met daarvoor koorafsluiting en transformatorhuisje, risaleert. In de zevenzijdige koorafsluiting zijn drie rondboogvensters opgenomen, die zijn ingevuld met glas-in-lood. Links en rechts van de koorafsluiting bevinden zich één bouwlaag hoge, van lessenaarsdaken voorziene uitbouwsels, met een klein rondboogvenster in het diagonaal geplaatste gevelvlak. Het transformatorhuisje is door een rechthoekige metalen deur hermetisch afgesloten.
De asymmetrische linker zijgevel toont de overgang tussen hoofdvolume en kapel, die tot uitdrukking komt in verschillen in hoogte, dakvorm en vensters.
De gevel van het hoofdvolume kent een onregelmatige verdeling van venster en deuren. Deze verdeling komt voort uit de positie van de trap in het interieur, waarmee een relatief groot venster met een voorstelling in glas-in-lood is gerelateerd. Dit venster bevindt zich links in de gevel. De gevel van het schip van de kapel is geleed door drie gelijkvormige rondboogvensters, met ingeschreven gekoppelde rondboogvensters. De vensters bevatten blank glas-in-lood.
De zijgevel van het transformatorhuisje is versierd met een in baksteen uitgevoerd electriciteitssymbool.
De asymmetrische rechter zijgevel komt in hoge mate overeen met de linker zijgevel. Belangrijkste afwijking is het hier ontbreken van het grote glas-in-loodvenster. Tijdens de verbouwing in 1997 zijn in dit deel van de gevel twee kleine vensters aangebracht.
De kapel is voorzien van een steekbalk-plafond (Hammerbeamkap), voorzien van rijk gedecoreerd houtsnijwerk. Ook het balkon is voorzien van houtsnijwerk. De gevels zijn gepleisterd en bewerkt met pilasters, kapitelen en lijsten.
Waardering
Het hoofdgebouw van het psychiatrisch ziekenhuis het Sint Joris Gasthuis, waarin geneeskundige en religieuze functies waren ondergebracht, alsmede het aangebouwde transformatorhuisje, is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de architectuurhistorische en de stedenbouwkundige waarde.
Het gebouw is van cultuurhistorische waarde als een bijzondere uitdrukking van een specifieke functie en als een schakel in de ontwikkeling van de gebouwen voor de gezondheidszorg.
Het gebouw is van architectuurhistorische waarde als een goed voorbeeld van een negentiende-eeuwse bouwstijl, vanwege de plaats die het inneemt in het oeuvre van de architect Hartman en vanwege de karakteristieke hoofdvorm, het materiaalgebruik, de detaillering van exterieur en - met name - interieur en vanwege de samenhang tussen in- en exterieur.
Het gebouw heeft stedenbouwkundige, situerings- en ensemblewaarde vanwege de beeldbepalende ligging, de relatie met het hekwerk en de laan tot aan het Rijn-Schielandkanaal.
Het gebouw is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Psychiatrische inrichting | Cultuur, gezondheid en wetenschap | Gezondheidszorg | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Sint Jorisweg | 2 | A | 2612 GA | Delft | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | N | 1391 | – | Delft |
– | N | 1470 | – | Delft |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1895 | 1895 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Hartman, M.A.C. ; Drenthe | architect / bouwkundige / constructeur | – |