Inleiding

Voormalig PAKHUIS voor de opslag van visnetten, gebouwd in 1871 in een eclectische bouwstijl in opdracht van de Vlaardingse rederij Kikkert en in verschillende perioden verbouwd tot REDERIJKANTOOR met twee WONINGEN, genaamd 'Het Oude Thuis'. Een aan de noordzijde van de voorgevel grenzende POORT met eenvoudige houten deur geeft toegang tot het achterterrein. Het rederijkantoor werd in 1928 door de toenmalige eigenaar, de vatenhandel R.G. De Kok, verbouwd. In 1946 werd door dezelfde eigenaar aan architect J. van de Vlis de opdracht verleend een deel van het pand te verbouwen tot woningen (Oosthavenkade 25 en 26). Het pand ligt in de lengterichting in de rooilijn van de Oosthavenkade met uitzicht op de Oude Haven van Vlaardingen.

Omschrijving

Het pand heeft een rechthoekige plattegrond en is boven een hoge met blokwerk gepleisterde plint opgetrokken in grauwe baksteen met toepassing van gepleisterde lateien, dorpels en hoekstenen. Het pand heeft twee bouwlagen en een zolderverdieping onder een zadeldak gedekt met zwarte Hollandse pannen. De brede drieledige vensters hebben houten kozijnen, die rechts van de ingang gemarkeerd worden door gepleisterde segmentbogen en links van de ingang door rollagen. De vensters op de begane grond hebben bovenlichten, de vensters op de verdieping een roedenverdeling. Het pand heeft een brede geprofileerde bakgoot op houten klampen. Op de nok van het dak bevinden zich aan weerszijden een schoorsteen. De hoofdentree bevindt zich in het midden van de acht vensterassen brede voorgevel en biedt toegang tot het links gelegen, drie vensterassen brede, kantoor. De één vensteras brede, in het midden gesitueerde, ingangspartij is hoger opgetrokken met een torenvormige uitbouw eindigend in een tentdak. In dit bouwvolume bevinden zich tussen de vensters gestuukte reliëfs. Rechts van de ingangspartij bevindt zich een vier vensterassen breed bouwvolume met de twee woningen met alternerend een venster en een deur, naar de successievelijke woningen. De iets teruggerooide hoofdentree naar het kantoor heeft rondgemetselde hoeken, een hardstenen trede en drempel en bestaat uit een eenvoudige, kraaldelen deur met klein deurvenster, zijlichten met glas-in-lood en drieledig glas-in-lood bovenlicht. Op het reliëf direct boven de deur bevindt zich een cartouche met geprofileerde randen waarin de naam 'Het Oude Thuis' is aangebracht. De verdieping heeft een drieledig venster met roedenverdeling waarboven eveneens een reliëf met in een cartouche de afbeelding van een haringbad. Links van de ingangspartij heeft de begane grond drie zesruits vensters met aan de bovenzijde afgeronde hoeken en een gepleisterde latei met geprofileerde bovenrand. Rechts van de hoofdentree zijn twee brede vensterassen met drieledige vensters met zesruits bovenlichten en geprofileerde dorpels afgewisseld met twee smallere vensterassen waarin getoogde deuren naar de woonhuizen zijn geplaatst. In de rollagen van de vensters bevinden zich gestuukte hoek- en aanzetstenen. De deuropeningen zijn omlijst door metselwerk van afgeronde bakstenen. Boven de linker deur bevindt zich in de gevel een gestuukt ornament (haringvaatje) waarop de initialen B.R. en I.M. staan gegraveerd. Boven de andere deur is een oeil-de-boeuf geplaatst met rondom een rollaag. Op de verdieping bevinden zich links drie drieledige vensters met zesruits roedenverdeling. De vensters hebben aan de bovenzijde een gepleisterde, getoogde latei en zijn aan de onderzijde voorzien van een dorpel. Rechts van de entree-as bevinden zich twee drieledige vensters met zesruits bovenlichten en boven de voordeuren zijn zesruits vensters geplaatst. De vensteropeningen worden geaccentueerd door gestuukte hoek- en aanzetstenen en zijn aan de onderzijde voorzien van een geprofileerde, gepleisterde dorpel. De toren boven de entree-as heeft een tweeledig venster met vierruits roedenverdeling onder een gepleisterde latei. In de kap bevindt zich links boven de tweede vensteras een kleine dakkapel met een tweeledig venster met vierruits roedenverdeling. De kapel heeft een plat dak en beschoten zijden. De noordelijke zijgevel van het pand heeft vlak boven het maaiveld voorzien twee souterrainvensters, een tweeledig venster op de verdieping en in de geveltop een ijzeren rondlicht. Aan de achtergevel bevindt zich een uitbouw met lessenaarsdak. Rechts drie getoogde, in stucwerk opgenomen tweeledige vensters met roedenverdeling. De aan de noordzijde van het pand aangrenzende muur is boven een gepleisterde plint opgetrokken in baksteen en aan de bovenzijde voorzien van een gemetselde ezelsrug. Een eenvoudige houten poort geeft toegang tot het achterliggende terrein.

Waardering

Laat negentiende-eeuws/begin twintigste-eeuws, in verschillende bouwfasen ontstaan, rederijpand met twee woonhuizen en aan de noordzijde gesitueerde poort in Eclectische stijl, van algemeen belang uit architectuurhistorisch en cultuurhistorisch oogpunt, alsook van belang wegens de situationele en beeldbepalende waarde en ensemblewaarde met pakhuisbebouwing aan de Oude Haven van Vlaardingen.