Inleiding

In 1900 in utilitaire bouwstijl gebouwd (haring)visserij-PAKHUIS met BOETZOLDER en een aan de oostzijde belendende twee bouwlagen tellende aanbouw met POORT genaamd 'N.V. Visscherijmaatschappij Vlaardingen'. Gebouwd in opdracht van L.J. van Gelderen, de directeur van deze visserijmaatschappij en reder te Vlaardingen.

NB In de loop der jaren zijn een groot aantal pakhuisvensters in de zijgevels met platen dichtgezet.

Omschrijving

Het op een rechthoekig perceel in donkerrode baksteen in kruisverband opgetrokken pakhuis telt twee bouwlagen en een boetzolder onder een met zwarte pannen gedekt mansardedak. Het pakhuis is met zijn voorgevel gesitueerd aan de kade van de Wilhelminahaven en heeft een langsgevel met drie hijsassen aan de oostzijde, waar zich een omsloten binnenplaats bevindt. De gevel wordt rondom het dak bekroond door een licht geprofileerde daklijst met een bakgoot. De vensters zijn allen licht getoogd en voorzien van natuurstenen onderdorpels en eenvoudige rollagen. De hijsbalken boven de hijsassen zijn van hout. Het pand is op traditionele wijze gebouwd met dragende muren en houten verdiepingsvloeren van Noord-Amerikaans grenen, gedragen door houten standvinken. De voorgevel heeft op de begane grond, links, een enkele paneeldeur met rechthoekig tweeledig bovenlicht, die toegang verleent tot de verdiepingen van het pakhuis en geheel rechts een dubbele laaddeur met houten panelen en vierledig bovenlicht, die toegang verstrekt tot de begane grond. Tussen de entrees, bevinden zich twee schuifvensters met houten kozijnen en bovenlichten. Hiertussen is onder de hijstravee in de gevel een wit gepleisterde gevelsteen met geprofileerde omlijsting aangebracht, waarop in zwarte kapitalen de naam van het pakhuis: 'N.V. VISSCHERIJ VLAARDINGEN' is geschilderd. De verdiepingen hebben in de centrale as onder de hijsbalk dubbele laaddeuren met kruisvensters en in het boogveld boven de betonnen vensterlateien siermetselwerk van tweekleurig vlechtwerk van rode en gele verblendsteen. Op de eerste verdieping aan weerszijden twee twaalfruits pakhuisvensters met stalen roedenverdeling en geheel rechts een klein tweeledig venster. In de kapverdieping bevinden zich aan weerszijden van de laaddeuren dito pakhuisvensters. De nok van de gevel wordt gemarkeerd door een makelaar van drie hogerop gemetselde pilasters met gepleisterde afdekking. De langsgevel is negen traveeën lang en heeft om de twee traveeën een hijsas met dubbele houten laaddeuren met dubbele kruisvormige vensters en in de kapverdieping wordt de dakgoot ter hoogte van de hijsas onderbroken door de op Vlaamse wijze door de kap schietende laaddeuren. Deze drie laaddeuren zijn voorzien van lage met zink beklede zadeldaken, een hijsbalk en een houten beschieting in de nok aan de voorzijde. Tussen de verdiepingen bevinden zich de ijzeren muurankers van de dwarsbinten. De entree, een eenvoudige, eveneens licht getoogde houten deur, bevindt zich op de begane grond ter hoogte van de middelste hijsas. De achtergevel, parallel aan het spoortracé heeft een eenvoudige symmetrische opzet met op de begane grond twee getoogde houten (schuif)vensters, conform de voorgevel. Op de verdiepingen bevinden zich in het midden een hijstravee met enkele houten laaddeuren met panelen. Op de eerste verdieping geflankeerd door twee getoogde pakhuis vensters en in de kapverdieping geflankeerd door enkele vensters. Tussen de verdiepingen, aan weerszijden en onder de hijsas staat in witte kapitalen links: 'VISSCHERIJ'; rechts 'MAATSCHAPPIJ' en onder 'VLAARDINGEN'.

Waardering

Vroeg twintigste eeuws visserijpakhuis met boetzolder van algemeen belang vanwege typologische en cultuurhistorische waarde, alsook van belang vanwege ensemblewaarde met de overige beeldbepalende pakhuisbebouwing aan de, in 1898 gereed gekomen, Koningin Wilhelminahaven.