Heinoseweg 18, Zwolle
Omschrijving
HOOFDHUIS, als onderdeel van de historische buitenplaats Soeslo. Het in oorsprong 17de eeuwse huis heeft voornamelijk in 1815 zijn definitieve verschijningsvorm als hoofdhuis gekregen. Het bestaat uit twee bouwvolumes die in diverse fasen tot stand zijn gekomen. De in plattegrond ten opzichte van elkaar verschoven rechthoekige bouwvolumen zijn in baksteen opgetrokken. Het aan de achterzijde gelegen eenlaags volume bevat het uit de 17de eeuw daterende spijker, dat in 1815 aan de noordwestzijde met een tweelaags voorhuis is uitgebreid. Later is de spijker aan de zuidwestzijde zoals blijkt uit een bouwnaad nog eens vergroot. Beide bouwvolumen worden door een schilddak met evenwijdig aan elkaar geplaatste nok, gedekt met blauw geglazuurde Oudhollandse dakpan. Alleen in het voorhuis komt op de nokeinden een schoorsteen met windkap voor. Van alle rechtgesloten vensters (type schuifraam) zijn alleen die in de spijker geplaatst op een gemetselde onderdorpel en voorzien van (paneel)luiken. De vensters in het voorhuis rusten op natuurstenen onderdorpels en worden door een strekse boog afgesloten. De voorgevel van het voorhuis is symmetrisch van opzet en telt vijf assen. De middenas wordt gevormd door de door met schijnvoegen uitgevoerde stucwerk omlijsting van de entree die wordt beëindigd door een kroonlijst. Boven de vleugeldeur met twee gekoppelde kruisvormige roeden in het bovenlicht, bevindt zich een venster met 3x(2+2) schuifraam op de verdieping dat ook ter weerszijden van de middenas tweemaal voorkomt. Begane gronds bestaat het onderraam uit een 3x3-ruits onderverdeling. De gevel wordt door een geprofileerde kroonlijst beëindigd. Links en rechts van de entree is in een baksteen de tekst 'Derk Royer' en '4-10-1815' ingekrast. De beide zijgevels van het voorhuis zijn voor wat betreft de vensterindeling spiegelbeeldig aan elkaar gelijk met twee vensters begane gronds en op de verdieping in de hoek met het achterhuis, een venster. In het dakschild sluit een dakkapel bij deze vensteras aan. In de rechter zijgevel komt in de hoek met het achterhuis ter hoogte van de verdiepingsvloer een dichtgezet venster voor en daaronder een klein raampje met diefijzers. De spijker bevat in de achtergevel (zd/o), die is gericht op de tuin en boomgaard, drie vensters met 5x(3+4) schuiframen boven de in een gecementeerde plint voorkomende twee kelderlichten. De linkerhoek is, getuige een afwijkende baksteen en een bouwnaad, niet oorspronkelijk. Een bouwnaad komt ook voor tussen de twee rechter vensters. In het dakschild zijn vier dakkapellen geplaatst met een vierruits draairaam onder een segmentboogvormig fronton.
De rechter zijgevel steekt ten opzichte van de zijgevel van het voorhuis uit en bevat een 3x(2+2) schuifraam met rechts daarvan een via een hardstenen trapje met gietijzeren leuningen en een bordes te bereiken beglaasde deur onder een van een ruitvormige indeling voorzien bovenlicht. In het dakschild komt een identieke dakkapel voor als in de achtergevel. De linker zijgevel bevat slechts een in het midden geplaatst, identiek venster als in de rechter zijgevel. Het interieur heeft deels zijn oorspronkelijke indeling behouden maar is in onderdelen het meest aangetast. De meeste wijzigingen hebben in het achterhuis (de spijker) plaats gevonden. Er is een doorbraak van het achterhuis naar het voorhuis gemaakt en er is een opening in de scheidingsmuur tot stand gebracht tussen twee kamers. In de 19de eeuw is het achterhuis vergroot. De kelder in het achterhuis bezit nog twee haaks op elkaar staande tongewelven die beide later zijn gepleisterd. De ruimten op de verdieping zijn deels gewijzigd. Ter plaatse van de aansluiting van het voor- met het achterhuis wordt de evenwichtige compositie van de ruimten verstoord door de plaatsing van het trappenhuis in de met marmeren (zwart-wit) plavuizen belegde hal en niveauverschillen van vloer en plafond van beide bouwvolumen. In het voorhuis komen nog Art Déco-stucplafonds voor. In het achterhuis is de oorspronkelijke enkelvoudige balklaag in twee kamers nog aanwezig.
Waardering
Het hoofdhuis van de historische buitenplaats Soeslo is van algemeen architectuur- en cultuurhistorisch belang:
- vanwege de relatieve gaafheid van de twee bouwvolumes uit overwegend de 17de en 19de eeuw en aldus waardevol als voorbeeld van een ontwikkeling in de bouw- en de bewoningsgeschiedenis van de buitenplaats;
- vanwege de ensemblewaarde als onderdeel van de buitenplaats.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
INLEIDING
De HISTORISCHE BUITENPLAATS Soeslo heeft zijn wortels tot diep in de middeleeuwen. Soeslo behoorde oorspronkelijk tot de Sallandse bezittingen van het Stift Essen in het Roergebied. Deze bezittingen zijn door koning Lodewijk de Duitser (804-876) aan het Stift geschonken. Oorspronkelijk was het een horig goed, later een leengoed. In 1706 komt het onder Hendrik Royer weer in één hand. De omvang van het goed moet bescheiden zijn geweest want in 1682 wordt nog melding gemaakt van één vuurstede en wordt dan 'spijker' genoemd. Na een juridische onderbreking van het bezit, gevolg van het gedachtegoed van gelijkberechtiging als grondslag voor de Franse Revolutie, wordt het goed in 1796 afgekocht en erft Georg, broer van Willem Royer het bezit na diens overlijden. Hij laat in 1815 de spijker met een voorhuis vergroten. Via zijn kleindochter Gerritdina Royer komt Soeslo door het huwelijk aan mr Jacob Evert van Nes van Meerkerk, lid van de Arrondissementsrechtbank te Zwolle. Hun zoon Jacob, die later trouwde met gravin van Limburg Stirum, kreeg in 1919 het eigendomsrecht van het buiten Soeslo. In 1965 wordt het goed Soeslo door de gemeente Zwolle aangekocht. Het hoofdhuis en koetshuis worden na ingrijpende restauraties begin jaren zeventig en tachtig van de 20ste eeuw door het Gereformeerd Vormingswerk in Internaatsverband (GVI) in gebruik genomen. Eind 1999 is de buitenplaats gedeeltelijk in erfpacht bij Stichting Landschap Overijssel en is het hoofdhuis met bijgebouwen aan een particulier verkocht.
OMSCHRIJVING
De historische buitenplaats Soeslo is gelegen ten zuidoosten van Zwolle aan de zuidzijde van de weg Zwolle-Heino. De op een langwerpig grondplan uitgelegde buitenplaats, wordt door twee omgebogen lanen op de genoemde provinciale weg ontsloten. Aan de zuidoostzijde reikt de buitenplaats tot de begrenzing van het Zwollerkerspel waartoe het behoort. Oostelijke en westelijk ligt het landgoed ingeklemd tussen graslanden, in het westen overgaand in het weteringen- en IJssellandschap, in het oosten overgaand in het Sallandse dekzandlandschap. De parkaanleg wordt bepaald door elementen uit de Formele en de Landschappelijke stijl (architecten onbekend) en heeft enkele moderne aanpassingen ondergaan. Het hoofdhuis vormt met de geclusterde bijgebouwen de kern van het landgoed. Het hoofdhuis en het naastgelegen koetshuis zijn gericht naar het noordwesten, in de richting van de verbindingsweg Zwolle-Heino. De boerderij met aangebouwde schuur is haaks geplaatst op de achterzijde van het koetshuis. Aan de westzijde bevinden zich aan de achterzijde van de boerderij twee tegenover de achtergevel van de boerderij geplaatste hooibergen, waarvan alleen de meest naar de achtergevel gelegen hooiberg voor bescherming in aanmerking komt. In de hoek van de voorzijde van de boerderij en achterzijde van het hoofdhuis bevindt zich de siertuin, die aan de zuidzijde wordt begrensd door een moestuin en boomgaard. De recent zorgvuldig gereconstrueerde tuin en boomgaard worden aan drie zijden door een beukenhaag omgeven die ook weer door hoge bomen wordt vergezeld. Door het besloten karakter van de tuin en boomgaard vormen zij met de bebouwing visueel een eenheid. Ten zuidwesten van het gebouwencomplex ligt een perceel cultuurgrond, vanouds bestaande uit een bouwkamp en een hakhoutcomplex. Rond dit perceel loopt een laantje met hoog opgaand hout. De rondom het hoofdhuis voorkomende bomen zorgen voor een oriëntatiepunt en herkenbaarheid van het landgoed. Aansluitend strekt zich noordwaarts een beekdal als open weiland uit, met parallel gesitueerde lanen. In de noordoostelijk van het voorhuis gesitueerde parkaanleg (met solitaire bomen) komt een waterpartij voor als herhaling van een vijver aan de zuidoostzijde van het landgoed temidden van een hakhoutperceel op rabatten. Dit is gelegen op een opvallend driehoekig perceel met enkele oorspronkelijk elkaar kruisende, onvolledige paden. In de plattegrond duidt de aanleg van lanen in hoofdlijnen nog herkenbaar, op een uit omstreeks 1750 daterend ontwerp in Formele stijl. Sterker tot uitdrukking komen echter de paden met verrassende doorzichten als elementen van de Landschappelijke stijl vanaf ca 1815. De lanen, oorspronkelijk bestaand uit zandpaden, zijn deels verhard, deels half verhard en deels onverhard. De structuur van het landgoed wordt verder bepaald door kavelscheidende begroeiing ter onderscheiding van open en (dicht)begroeide ruimte. Voorts herinneren waterlopen en vijvers, die alle organisch van vorm zijn, aan de landschapsstijl.
De historische buitenplaats bestaat uit de volgende complexonderdelen 1. historische tuin- en parkaanleg 2. hoofdhuis 3. koetshuis annex dienstwoning 4. boerderij met aangebouwde schuur 5. hooiberg (I) 6. hooiberg (II) 7. tuinmuur (I) met schuurtje 8. tuinmuur (II) 9 kweekbak
WAARDERING
De Historische buitenplaats Soeslo is van algemeen belang vanwege:
- de architectuur- en cultuurhistorische waarde;
- het buitenhuis dat een representatief voorbeeld is voor de ontwikkeling van een eenvoudige spijker naar een representatief buitenhuis;
- de historische tuin- en parkaanleg als een in hoofdvorm redelijk gaaf voorbeeld van een 19de-eeuwse tuin in late landschapsstijl, ingebed binnen een ouder, formeel lanenstelsel;
- de toepassing van verschillende bouwstijlen binnen de buitenplaats: de eclectische bouwstijl met elementen uit het neoclassicisme voor het huis en de voor debijgebouwen hoofdzakelijk op de landelijk rustieke bouwstijl georiënteerde vormentaal;
- de gaafheid van de bouwkundige onderdelen alsook de onderdelen van zowel de formele als landschappelijke tuin-/parkaanleg;
- de kwaliteit en ornamentele waarde van de bijgebouwen;
- de ensemble- en functionele waarde van de verschillende complexonderdelen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Landhuis | Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Heinoseweg | 18 | – | 8026 PC | Zwolle | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | AB | 579 | – | Zwolle |
– | H | 821 | – | Zwollerkerspel |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1815 | 1815 | – | verbouwing |