Vanenburg, Putten
Omschrijving onderdeel 1:
HOOFDGEBOUW (Vanenburg) onderdeel van de historische buitenplaats Vanenburg. Op een oudere bouwplaats is rond het midden van de 19de eeuw een witgepleisterde huis gebouwd in eclectische stijl met de ingang aan de zijkant van het huis. Dit villa-achtige gebouw vertoont overeenkomsten met een aantal Haagse huizen uit 1860 van de hand van architect Saraber. Kenmerkend voor de architectuur is de entree, die aan de zijkant van het huis is gesitueerd; de gangstructuur die over de lengte van het huis loopt; en de streng doorgevoerde symmetrie. Het huis is ontworpen om door groen bedekt te worden. Het op rechthoekige grondslag opgetrokken huis met hardstenen plint bestaat uit een souterrain, bel-etage en verdieping onder een, thans met mastiek oorspronkelijk met zinken leien gedekt, omgaand schilddak. Op het dak staan twee schoorstenen met rookkappen bekroond door vergulde windvanen. De gevels hebben gestucte hoeklisenen deels in blokwerk en met verdiepte velden en worden boven de gootlijst beëindigd door een balustrade met op de twee hoeken aan de frontzijde gietijzeren vazen. De gevels wordt horizontaal geleed door houten waterlijsten en zijn ingedeeld door T-vensters (deels nog voorzien van het oorspronkelijke getrokken glas). De symmetrische frontgevel (oost) is de meest representatieve gevel voorzien van een driezijdig middenrisaliet -koepelkamer-, die met een mezzanino boven de verdieping uitsteekt. In 1924 is in de mezzanino een wapensteen uit 1665 met het alliantiewapen van Van Essen - Van Varick gezet en tevens het timpaan geplaatst. De gevel kent een horizontale geleding bepaald door een, zich over de gehele breedte van het huis bevindende veranda, balkon en luifel. De veranda is ter hoogte van de bel-etage met gietijzeren balustrade staande op een gemetselde sokkel met natuurstenen plint en waterlijst; bereikbaar via een negentredige trap aan de zuidzijde. Op de veranda staan gedecoreerde gietijzeren zuiltjes die het balkon van de verdieping dragen, ook op het balkon staan deze zuiltjes die op hun beurt de luifel dragen. Het balkon is voorzien van een gietijzeren balustrade, de luifel van een decoratieve kartellijst. De gevelopeningen met dubbele deuren zijn gevat in een stucomlijsting. De hoofdingang is in het midden van de noordgevel gesitueerd in een verdiepingloze ca. 5 meter vooruitspringende vestibule. De gecementeerde vestibule is voorzien van horizontale schijnvoegen (natuursteenimitatie). Voor de vestibule staat een houten tochtportaal met ruitvormige roedenverdeling. Aan weerszijden hiervan is een niet-oorspronkelijke uitbouw met één vensteras. Het platte dak van de uitbouw is in gebruik als balkon met gietijzeren balustrade, identiek aan de balustrade van de verdieping van de oostgevel. Op de verdieping drie vensterassen met T-vormige geleding, het middelste (roeden) venster heeft een kroonlijst gedragen door twee consoles; ter plaatse van de middenrisaliet een mezzanino. Tegen de zuidgevel bevindt zich de serre (oorspronkelijk wintertuin) op rechthoekige plattegrond met afgeschuinde hoeken. De vensterindeling is in 1986 gewijzigd. Het platte dak van de serre is in gebruik als balkon met gietijzeren balustrade, identiek aan de balustrade van de verdieping van de oostgevel. Op de verdieping drie vensterassen. De vlakke achtergevel (west) kende vijf vensterassen, thans is uiterst links op de bel-etage een venster bijgeplaatst. Overkapte toegang tot de keuken. De bordestrap rechts in de gevel en in de serre zijn van latere datum (balustrade 1986). In het INTERIEUR is ondermeer van belang de gaaf bewaarde symmetrie en aswerking van de plattegrond en de aankleding; de marmeren vestibule met dubbele tochtdeur voorzien van geëtst glas en de gang over de lengte van het huis met vele (schijn)deuren; de kamer aan de zuidzijde met lambrisering, stucplafond met bandwerk en putti uit de bouwtijd (1870) en een rijk gedecoreerde 18de-eeuwse (VXIIIb) schouwboezem met houtsnijwerk in Lodewijk XIV-stijl, waarvan de vormgeving geïnspireerd is op Daniël Marot; de kamer aan de zuidwestzijde met lambrisering en 19de-eeuwse witmarmeren schouw in neo Lodewijk XIV-stijl met een spiegellijst met kuifstuk in neo Rococostijl. Het hoofdtrappenhuis leidde oorspronkelijk tot de eerste verdieping en is in 1961 doorgetrokken. Het souterrain dateert in hoofdopzet uit de bouwtijd. Kapconstructie met kreupele stijlen.
Waardering HOOFDGEBOUW (Vanenburg) van algemeen belang:
- vanwege de ouderdom;
- vanwege de architectonische vormgeving in neoclassicistische stijl uit 1870;
- vanwege de gaaf bewaarde eenheid van het ex- en interieur;
- vanwege de beeldbepalende ligging in de tuin- en parkaanleg;
- vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
HISTORISCHE BUITENPLAATS VANENBURG
Omschrijving van het complex
In structuur en deels in detail gaaf bewaarde buitenplaats met HOOFDGEBOUW (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), TWEE BOUWHUIZEN een KOETSHUIS (3) en een ORANJERIE (4), TUINMANSWONING (5), ORANJERIE 'Klein Vanenbrug' (6), BRUG (7), PORTIERSHUIS (8).
Ten noordwesten van Putten ligt de historische buitenplaats Vanenburg aan de Vanenburgerallee, een aftakking van de Zuiderzeestraatweg. De buitenplaats ligt aan de rand van de Veluwe en wordt voor het eerst in 1389 als abtgoed in bezit van Wolf van Putten vermeld. Centraal op een omgracht eiland bevindt zich het hoofdhuis (1870) met op het voorplein twee bouwhuizen. Het eiland is toegankelijk via een brug en wordt geflankeerd door nog twee eilanden die gezamenlijk een vierkant vormen. Achter het huis ligt een wandelpark met waterpartij en slingerpaden.
Korte geschiedenis Na in verschillende handen te zijn overgegaan, kwam het goed in 1664 in het bezit van Hendrik van Essen. Deze gaf de Amsterdamse architect Philip Vingboons de opdracht een landhuis met twee bijgebouwen te ontwerpen. Zeer waarschijnlijk is ook de geometrische parkaanleg van zijn hand. De bebouwing in classicistische stijl, zoals afgebeeld door C.Pronk in 1780, is in de negentiende eeuw vervangen, doch de aanleg met een rechthoekige opzet van grachten en singels is bewaard gebleven.
In 1745 kwam het goed door huwelijk in handen van het geslacht Van Goltstein tot Grunsfort; Evert Jan van Goltstein legde tussen 1782 en 1798 een klein landschapspark achter het huis aan, dat in een verkoopadvertentie uit 1798 omschreven werd als een 'Engelsche Bosch waarin een capitaal stuk water, met twee cascades en Serpenteerende daarin, een Beek', verder vermelding van 'het Huis, Vleugels en Bassecour in een dubbele Gragt van lopend Water, beide met Eike- en ander Hout beplant, Cingels omgeeven, voorzien van geëxtendeerde Broeijerye'. Op de Topografische Kaart van de Veluwe en Veluwe-Zoom van M.J. de Man (1802-1812) is de formele opzet van de buitenplaats met lanenstelsel ingetekend en tevens het landschapspark aan de westzijde met slingerpaden en waterpartij. Na verkoop kwam het in handen van de heer J.L. Pit, die de lange met bomen beplante Vanenburgerallee liet aanleggen. In 1820 kwam het goed door verkoop opnieuw in bezit van familie Van Goltstein. Vanenburg verkeerde toen in vervallen staat. De verkoopakte met taxatie uit 1820 spreekt over 'den Grond of Terrein met resterend getimmerte en houtgewassen (...), de tuin tegenwoordig ook weiland'. Van de getimmerten wordt alleen het bouwhuis apart vermeld en dat is rijp voor de sloop. In opdracht van H.R.W. van Golstein is de kern van de buitenplaats, het hoofdgebouw, de beide bouwhuizen en de tuinmanswoning, naar één concept tot stand gekomen. Dit is thans nog aanwezig. De eigenaar van Vanenburg verwierf in 1848 de buitenplaats Oldenaller en vestigde zich daar. Vanaf 1870 was zijn zus, Anna F.E. Baronesse van Goltstein met haar man Frederik W.J. Baron van Pallandt, Waardenburg en Herwijnen woonachtig op de Vanenburg. In 1928 werd het goed geveild. Oude foto's uit het begin van de twintigste eeuw tonen het huis met een weelderig begroeide voorgevel, het voorplein met stervormige parterre en het park met vele exotische (kuip)planten en bomen. Op het rechter eiland lag de oranjerie en boomgaard, op het linker eiland de tuinmanswoning met tuinmuur, druivenkas en bloembakken. In de twintigste eeuw is het buiten voor verschillende functies gebruikt, onder andere als hotel. Thans is het in gebruik als conferentieoord.
Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven.
Waardering De HISTORISCHE BUITENPLAATS VANENBURG is van algemeen cultuur-, architectuur- en tuinhistorisch belang:
- vanwege de ouderdom;
- vanwege de gaaf bewaarde grachten- en singelstructuur waarschijnlijk aangelegd naar ontwerp van Vingboons in ca.1664 en de aanleg in vroege landschapsstijl ten westen hiervan;
- vanwege de villabouw van het hoofdgebouw die typerend is voor de derde kwart van de 19de eeuw;
- vanwege de eenheid van hoofdgebouw met bijgebouwen die in 1870 naar één concept tot stand zijn gekomen;
- vanwege de visuele samenhang tussen de complexonderdelen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
– | Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Vanenburgerallee | 11 | – | 3882 RH | Putten | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | Hoofdgebouw | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 1376 | – | Putten |