Voormalig Kasteel, thans deel uitmakend van een gebouwcomplex dat in gebruik is als verpleeghuis. De linkervleugel van het gebouwencomplex is overblijfsel van het kasteel van de heren van Boxmeer, in de 13e eeuw gesticht, in de 17e eeuw enige malen verbouwd, grotendeels herbouwd in 1782 op last van Maria Johanna van Hohenzollern, tenslotte in 1806 voor ongeveer de helft afgebroken. Met een stompe hoek aan elkaar aansluitend een vermoedelijk 17e eeuws gedeelte, met leien zadeldak, en een hoekpaviljoen uit 1782, met mansardedak, waarnaast een ingangspartij met bordes en zich convex uitbreidende trappenvleugels, bekroond door dakkapel met fronton en voluten. Afwisseling van witgepleisterde baksteen en natuurstenen versieringen in de vorm van festoenen boven de vensters. Ingang met gesneden bovenlicht en daarboven in reliëf van borstbeeld in profiel. Smeedijzeren vensterbalustrades met in ovale medaillons eveneens borstbeelden van mannen en vrouwen in profiel (in de verdieping) en bladornamenten (beganegronds). Inwendig in het oudste gedeelte een stucplafond door Hanning uit 1686, in het hoekpaviljoen een mooi trappenhuis met gesneden balustrade, waarin weer portretmedaillons, en enige kamers met stucwerk en betimmeringen, alles in Lodewijk XVI stijl. Gracht aan de voorzijde bewaard; rechthoekige omwalling met rondelen op de hoeken in beperkte mate nog in het terrein herkenbaar.