Stadhuis. Het aan de westzijde van de Markt tegenover de Nieuwe Kerk gelegen stadhuis heeft als kern een zware, met Gobertangersteen beklede toren uit ca. 1300, waarvan de klokkengeleding drie getraceerde nissen in ieder gevelvlak heeft en een spitsboogfries onder de daklijst. Korte spits met decoratieve wijzerplaten (1536). De toren wordt aan drie zijden omgeven door het van 1619-'20 door Hendrick de Keyser gebouwde raadhuis, bekleed met natuursteen en tegen de voorgevel versierd met ordonnanties van gebosseerde Dorische en gecanneleerde Jonische pilasters. De verdiepingsvensters hebben schelpvormige bekroningen en rond de dakvoet loopt een balustrade. De middenas, waarin de ingang, heeft een gebogen fronton met opzetstuk, waaronder drie nissen, in de middelste waarvan een Justitiabeeld. De zijvleugels hebben eenvoudiger gevels, elk bekroond door een opzetstuk met trapgevel. De ingangspartij is gewijzigd in 1850. Een restauratie is aangevangen in 1963. Inwendig bevat de toren onderling een oude stadsgevangenis. Luiklokken van Hendr. van Trier en Francois Hemony.