KASTEEL. Omstreeks 1460 vv. door de heren van Deurne gebouwd en bewoond. In 1651, met de heerlijkheid Deurne, gekocht door Rogier van Leerdael, die het in 1653 liet verbouwen en vergroten. In 1759 werden heerlijkheid en kasteel gekocht door Theodoor de Smeth, die het opnieuw verbouwd. In 1906 ingrijpend gerestaureerd. In 1944 op enig muurwerk na verwoest; de ruine wordt in stand gehouden; een vleugel met vierkante toren op de zuidoosthoek en uitgekraagde torentjes op de westelijke hoeken; een voorgebouw (1653 vv.) met een uitspringend torenvormig verhoogd midden paviljoen en eveneens uitspringende hoge hoekschoorstenen. Naast het kasteel de neerhuizing, uitwendig 17e eeuws, die tot de Franse tijd als rechthuis diende en de vergaderplaats was van de Dingbank (vandaar de naam Dinghuis). Bij de restauratie is het gebouw met 16e eeuwse houtskelet van het voorafgaande neerhuis ontdekt, dat als vakwerkbouw uitgevoerd was. Het slot is omgracht en in een park gelegen.