Het "Badpaviljoen", in 1888-1889 naar ontwerp van J.J. van Nieukerken ter plaatse van het uit 1837 daterende en in 1888 afgebroken eerste badpaviljoen opgetrokken bouwwerk. Het in neo-renaissance-stijl opgetrokken gebouw bestaat uit een zuidelijk en een noordelijk deel, beide opgetrokken in schoon metselwerk - arkade en trap aan zuidzijde thans wit geverfd - en gedecoreerd met (imitatie-)natuurstenen details. Het zuidelijke deel, waarin een hal, enige kleine zalen en keukens, heeft een souterrain en een bel-etage onder met blauwe Friese pannen gedekt omlopend schilddak, heeft een risalerende en hoger opgetrokken oost- en westvleugel onder met blauwe Friese pannen gedekt zadeldak tegen trapgevel (zuidzijde) en met schild (noordzijde), heeft een achtkantig torentje met houten transkoepel en uivormige bekroonde lantaarn op de zuid-oosthoek en heeft op de bel-etage langs de gehele zuidgevel en een gedeelte van de oostgevel een open (het gedeelte ten westen van de bordestrap is thans gesloten) houten gaanderij, die rust op een bakstenen arkade met getoogde bogen. Het hoger opgetrokken noordelijke deel bevat een grote zaal en heeft een met rode Friese pannen gedekt omlopend schilddak; tegen de oostgevel een latere vlakgedeelte uitbreiding, tegen de westgevel een latere uitbreiding onder lessenaardak; een vernieuwde en vergrote houten serre langs de gehele noordgevel. Inwendig hebben de hal, de grote zaal ten dele en enige der kleinere zalen het oorspronkelijk gedecoreerde houtwerk met sierende onderdelen als bewerkte pilasters en lijsten behouden.