WOONHUIS uit 1790, dat in het achterhuis enkele 17e-eeuwse onderdelen incorporeert. Voorgevel tweelinggevel met het linkerbuurpand, gedateerd 1790 op het fries (het woord ANNO op het fries van het buurpand). Onderpui 19e-eeuws in traditionele 18e-19e-eeuwse stijl met groot tweelicht, de woonfunctie uitdrukkend, naast de voordeur. Cordonband, latere T-ramen in de oude kozijnen van het tweelicht. Op de verdieping eveneens T-ramen, terwijl het buurpand nog zesruits schuiframen bezit; op de tweede verdieping de oorspronkelijke ruitindeling met 20-ruits schuiframen. Krachtig hoofdgestel dat aan de einden wat naar voren springt. Inwendig gang met witmarmeren tegels, voorkamer met paneellambris, paneelluiken en -deur, plafondornament en houten schoorsteenpartij in strakke vormen, op de boezem een spiegel en een witje; middenornamentje in het plafond, alles omstreeks 1800. Op de eerste verdieping stucplafond met middenornament. Trappen tot de tweede verdieping XIX-B, daarboven oudere spiltrap. De spiltrap waarschijnlijk afkomstig van een 17e-eeuwse voorganger van het huis: in het achterhuis resteren eveneens een oudere kelderbalklaag en een gevelfragment, n.l. een fijn gemetselde korfboog boven de kelderingang. Hogerop is de achtergevel herzien in de 19e eeuw. Achter boven de kelder een opkamer met houten schoorsteenpartij met opgebogen haardomlijsting in late Lodewijk XIV vormen, stucplafond met 19e-eeuwse ornamenten. Verdiepingsbalklagen 18e-eeuws. Inwendig gerestaureerd in 1992. Pand van architectuurhistorische betekenis.