In de kern Laat-Gothisch woonhuis, XVI-A. De eerste verdieping van de voorgevel van het Dordtse type, XVI-A, met driepasbogen, waarvan de toten nog resten van fleurs de lis vertonen. Sterk verweerde kolonetten onder de bogen. De oculi in de tweede verdieping nog van het oorspronkelijke metselwerk, maar de top verder in de 17e eeuw hersteld waarbij de wat ovale cartouche met het opschrift ANNO 1646 is aangebracht. Muurankers. Goed passende houten onderpui van omstreeks 1800; de overige vensters in 19e-eeuwse vormen op de oorspronkelijke plaats, maar naar beneden toe doorgetrokken, de zandstenen banden doorsnijdend. In het inwendig moer- en kinderbinten XVI-A, in de voorkamer is de begane grond omstreeks 1800 omstuct met eenvoudige stucvelden met een enkele geprofileerde lijst, waarbij de samengestelde sleutelstukken, die bestaan hebben uit een zandstenen console onder een eiken sleutelstuk, zijn afgehakt. Onder de vloer over de eerste verdieping bij de derde moerbalk links nog een gaaf sleutelstuk, XVI-A. Dit sleutelstuk heeft een peerkraalprofiel waarvan het neusje over de kraal is omgezet langs de zijkanten, terwijl het eigenlijke peerkraalprofiel wordt gevolgd door een kleine maar zeer rijk gedetailleerde versiering bestaande uit een getordeerde staaf begeleid door kleine bloembladen. Eveneens op de eerste verdieping nog een aantal muurstijlen.