De VESTINGWERKEN van Klundert. Algemeen. Van de verdedigingswerken, in 1584-1588 aangelegd door de ingenieur Adriaan Anthonisz., is nog een gedeelte overgebleven, met name de bastions, aarden wal en gracht aan de noordzijde, en aan de zuidzijde aan de overkant van de reeds verlengde Rode Vaart, het kroonwerk Suykerbergh, in welks gracht een bakstenen beer waarop twee bakstenen "monnikken" met zandsteen koepelvormig afgedekt, in 1948 gerestaureerd. Waar de Bottekreek de wal aan de Noordzijde bij de Verlaatstraat doorsnijdt, bevindt zich nog een brug in gele baksteen, met in de sluitsteen van de boog het jaartal 1769. Bijzonderheden. Het westelijke bastion de twee zuidelijke bastions en de twee halve bastions aan de dijk zijn, vergeleken bij de omtrek van de vesting zoals die is gepubliceerd in de atlas van Blau, volkomen opgegaan in de huidige bebouwing. Eveneens blijkt dat het gereconstrueerde Suykerbergh hoornwerk nogal afwijkt van het oorspronkelijke ontwerp. Blauwe Sluisdijk-Schanspoort. Uit het verloop van de gracht, de taluds langs de Beatrijsweg en het Kerkhof zou met moeite nog kunnen worden bepaald in hoeverre deze sectie deel uitmaakt van de vestingwerken. De nog aanwezige kenmerken zijn echter van dusdanig geringe aard, dat dit gebied niet in aanmerking komt om beschermd te worden. Schanspoort-Blauwhoefseweg. Nog duidelijk herkenbaar zijn: De bastions, aarden wal aan de noordzijde. De bastions hebben evenals de tussenliggende courtine een matig hoog talud, met ervoor brede berm. De hoofdwal van het meest oostelijke bastion is beplant met fraai geboomte. De hoofdwal van het westelijk bastion is een enkele wal. Van het zuidelijk bastion is alleen de rechterflank nog enigszins geprofileerd. In de courtine, waar deze doorsneden wordt door de Bottekreek, bevindt zich nog een brug (het verlaat) in gele baksteen, met in de sluitsteen van de boog het jaartal 1769. De vestinggracht. Fraaie gracht, welke bewesten de Bottekreek grotendeels is dichtgegroeid met riet. De Enveloppe. De aan de noordzijde van de gracht gelegen enveloppe is geheel afgegraven, in gebruik als tuinbouwgrond. De enveloppe wordt aan de noordzijde begrensd door een buitengracht geheel dichtgegroeid met riet. Monumentenlijst. Het op de hierbijbehorende plattegrond zwart omlijnde gedeelte, komt in aanmerking op de monumentenlijst geplaatst te worden. Blauw-Hoefseweg-Stoofdijk. Nergens zijn kenmerken aangetroffen, welke een aanwijzing zouden kunnen zijn dat hier een vestingwal geweest is. Stoofdijk-Blauwe Sluisdijk. Gedeelte bezuiden 't Walletje en Zevenbergseweg. Aangetroffen werden een talud met buitengracht, welke grotendeels met riet dichtgegroeid is; twee vooruitspringende redans, grotendeels afgegraven. De noordelijke redan, bebouwd met fraaie bungalows draagt de naam "Menno van Coehoorn" bolwerk. Dit gedeelte heeft waarschijnlijk deel uitgemaakt van het hoornwerk, hetwelk het kroonwerk "Suykerberch" beschermde. Het kroonwerk "Suykerberch". Het kroonwerk Suykerberch, oorspronkelijk gelegen aan de zuidzijde van de Rode Vaart, dekte de vesting aan de zuidzijde. Het kroonwerk bestaat uit drie bastions met verbindende courtines. Het heeft hoge facen en flanken; het talud is niet bijzonder steil (ca 40 graden). Over de smalle kruin van de hoofdwal, wandelpad met aan weerszijden fraai geboomte. Voor de hoofdwal smalle berm. Het oostelijke bastion is door lange courtine verbonden met het halfbastion gelegen aan de Blauwe Sluisdijk. De keelzijde van het bastion is bebouwd met villa's. De vestinggracht. Fraaie brede gracht, welke aan de oostzijde begrensd wordt door een enveloppe, die deel uitgemaakt heeft van het oorspronkelijke hoornwerk. Op de enveloppe nog smalle lage schans aanwezig. De Buitengracht. De enveloppe wordt omringd door de buitengracht. In de gracht hoge stenen beer met twee monnikken. Het metselwerk van de beer is ernstig beschadigd. In de buitengracht mondt de "Rode Vaart", nu nog slechts een smal slootje, uit.