Langgerekt verdiepingloos gebouwd langs de Groeneweg, door vier lage vleugels verbonden met vier paviljoens aan de Perkswal, het geheel in 1862-'64 gebouwd.

De paviljoens zijn van verdiepingen voorzien en hebben door gestucte lisenen en omlijstingen langs vensters en ingangen een deftig aanzien; zij dragen de namen en wapens van de geslachten Burmania, Minnema, Auckema en Wierda.

In het midden van de lage vleugel aan de Groeneweg is boven de eenvoudige ingang een herinneringssteen geplaatst voor de stichters van het gasthuis in 1478.

De gevels zijn gerythmeerd door achtruitsvensters. Aan de achterzijde is de ingangspartij geaccentueerd door een klokkekoepeltje.

De lange vleugel wordt geflankeerd door poortjes in de 17e eeuwse trant, in het oostelijke waarvan onderdelen van het Schoenmakerspoortje zijn toegepast.

In de Julianavleugel uit 1910 is de gebeeldhouwde toegangspoort uit 1682 herplaatst. Boven het tympaan gebeeldhouwde figuren van St. Anthonius en twee bejaarden.