Ned. Herv. kerk. In de huidige vorm na 1575 tot stand gekomen rechtgesloten eenbeukige zaalkerk met ingebouwde westtoren. Het gebouw is, met uitzondering van de voorgevel, van geel-rode baksteen opgetrokken. Zij ligt onder een leien dak met schild aan de oostkant. De kerk staat op een naar het westen toe aflopend terrein binnen een kerkring. Zij is georienteerd. De in oorsprong middeleeuwse kruiskerk met driezijdig gesloten koor werd in 1575 of 1576 vrijwel geheel verwoest. Bij de herbouw die in 1615 gereed kwam werden de transeptarmen en het koor niet meer opgebouwd. Nadat in 1779 de toren was ingestort is deze in 1780 herbouwd en werd de voorgevel opnieuw opgetrokken, beide naar ontwerp van J. van der Linden uit Den Haag. Boven de westelijke ingang is een steen ingemetseld waarop de herbouw vermeld staat. In 1830 is de torenbekroning gewijzigd. Het zes traveeën lange schip heeft spitsboogvensters met bakstenen vorktraceringen (restauratiewerk). Alleen in de meest westelijke travee zitten nog vensters met ijzeren honingraattracering uit 1851. Tussen de vensters tweemaal versneden steunberen met natuurstenen banden. Het inwendige van de kerk wordt door een houten schot van de torentravee afgeschoten. De kerkruimte wordt met een houten tongewelf overdekt. Houten korbeelstellen met trekbalken en sleutelstukken. Tijdens de restauratie van de kerk in 1980 is de vroeg 17e-eeuwse preekstoel verbrand. Het klankbord bleef gespaard. Tot de inventaris behoren voorts een koperen preekstoellezenaar uit 1724, een houten voorzangerslezenaar (XVIIIA), een koperen kroon met Justitiabeeldje (XVIIa, sterk gerestaureerd), een oorspronkelijk eenklaviers orgel, in 1874 gemaakt door Scholgens en Van den Haspel. Avondmaalszilver, bestaande uit twee bekers (1663), een beker (1893) en tinnen borden en bekers uit 1804. Kerk met inventaris van belang uit een oogpunt van architectuur- en cultuurhistorie.