Gemaal "de Vier Noorder Koggen". Gebouwd in 1869 ter vervanging van enige poldermolens voor de uitwatering van het polderland naar de v.m. Zuiderzee. Het gemaal bestaat uit twee delen: het oude gemaal uit 1869 en links daarvan het nieuwe gemaal uit 1907. Het oude gedeelte bestaat uit een machine- en ketelhuis onder zadeldak met puntgevels, geflankeerd door twee lagere gebouwen voor de wateropvoerwerktuigen (schepraderen en vijsels), beide onder schilddaken. Dit oude gedeelte heeft een versiering met boogfriezen en lisenen. de vensters zijn rondbogig, in het machine- en ketelhuis gekoppeld. In het fundament zijn de poorten voor- de wateruitlaat aangebracht. Het gedeelte uit 1907 bestaat uit een blokvormig machinehuis, waarnaast een lager ketelhuis met daarachter staande schoorsteen. Het machinehuis heeft een middenrisaliet, bekroond met kantelen, boogfriezen, getoogde vensters en een rijkelijke toepassing van gekleurde siersteen. Inventaris: vier centrifugaalpompen, geplaatst in 1897 ter vervanging van de oorspronkelijke schepraderen en vijzels, vervaardigd door W.H. Allen Son & Co te Bedford (Engeland). Zij worden aangedreven door twee electromotoren uit 1940. In het machinehuis van het gedeelte uit 1907 een stoommachine van Backer en Rueb uit 1924 (in 1970 vervangen door een dieselmotor, maar nog intact) en een grote centrifugaalpomp, fabrikaat Louis Smulders uit 1907. In het ketelhuis twee ketels, vervaardigd door de Machinefabriek "Brede" in 1926. Bij het complex behoren een dienstwoning, een smederijbankwerkerij en een monumentaal sluizencomplex, gedateerd 1893. Belangrijk middelgroot gemaal uit de bloeiperiode van het Nederlandse stoomgemaal (gebouw 1869) en van het middelgroot stoomcentrifugaalpompgemaal uit de eindfase (gebouwd 1907). De aanwezige installatie is een representatief voorbeeld van een Nederlandse gelijkstoommachine uit de eindfase (1924). De vijf aanwezige wateropvoerwerktuigen (centrifugaalpompen) behoren tot de oudste voorbeelden die nog "insitu" zijn.