De dubbele schutsluis, de Vaartse sluis, is in de jaren 1821-1824 naar ontwerp van Jan Blanken aangelegd, ter vervanging van een oudere, en bestaat uit de volgende onderdelen, gerekend vanaf de rivier de Lek: Sluiskolk met gemetselde bakstenen muren, met aan beide zijden brede, naar het water aflopende bakstenen treden. In de muren aan beide zijden zes in hardsteen gevatte meerringen. De kolk wordt aan de rivier- en de komzijde door verhoogde sluishoofden, bereikbaar door middel van hardstenen trappen. Beide hoofden zijn voorzien van een paar, naar de Lek gekeerde houten puntdeuren en van schotbalksponningen. De noordelijke deuren zijn voorzien van houten schuiven. Over het noordelijk (midden) sluishoofd een dubbele ophaalbrug. Aan de Lekzijde van de sluis gemetselde keermuren, waarin ingemetselde hardstenen wapensteen. Sluiskom, met gemetselde bakstenen muren, met aan beide zijden brede, naar het water aflopende bakstenen treden, als in de sluiskolk. In de muur aan beide zijden twaalf in hardsteen gevatte meerringen. In het noordelijk hoofd zijn de sluisdeuren niet meer aanwezig, wel de schotbalksponningen. Over het hoofd een dubbele houten ophaalbrug. Aan de waterkant langs kom en kolk een ijzeren balustrade. Aan de rivierzijde bij het bovenhoofd een houten schotbalkloods.